web analytics

Op de Hollandse Toer – Sonneveld’s speeltuin

Reacties zijn gesloten

Cabaretier Wim Sonneveld wilde na zijn speelfilmdebuut in Het Wonderlijke Leven van Willem Parel wel eens een ‘echte’ film maken. Erg tevreden met het eindresultaat van zijn filmdebuut was Sonneveld niet, en bij de voorbereidingen van Op de Hollandse Toer stond hij er dan ook op dat er een ervaren en deskundige crew werd gecontracteerd. Op de Hollandse Toer moest een komische film worden zoals de geijkte en succesvolle Franse komedies uit de jaren zestig en zeventig, maar werd uiteindelijk een pijnlijke mislukking die, als we de geruchten mogen geloven, indirect het einde van Sonneveld en diens carrière heeft ingeleid.

Op de Hollandse Toer (1973)
Regie: Harry Booth
Scenario: Alan Hackney, Friso Wiegersma
Producent: WimLindner
Camera: Eddy van der Enden
Muziek: Ruus Bos
Releasedatum: 20 december 1973
Taal: Nederlands
Duur van de film: 97 minuten / Kleur
Bezoekers: 178.351
Aantal Bioscopen: Onbekend

Verhaal
Robbie van Henegouwen de Boer is boekhouder en etaleur bij reisbureau ‘Bon Voyage Tours’. Wanneer de dictatoriale directeur de reisleider ontslaat, mag Robbie invallen. Aanvankelijk vindt hij veel steun bij de buschauffeur. Onder hun reisleiding maakt een gevarieerd buitenlands gezelschap een rondreis door Nederland en bezoekt men allerlei bekende, typisch Hollandse bezienswaardigheden zoals Madurodam, Zaanse Schans en Volendam. De buitenlanders stellen allerlei moeilijke vragen die Robbie met meer fantasie dan wijsheid beantwoordt.

Hoe langer de toer duurt, hoe moeilijker Robbie het krijgt met de aanvankelijk goed meewerkende buschauffeur. Deze blijkt namelijk nogal drankzuchtig te zijn. Ook bezorgde ouders en een Amerikaanse dame, die heimelijk verliefd is op Robbie, werken op zijn zenuwen. Hoe komt hij de resterende dagen nog goed door?

Cast

Wim Sonneveld Robbie van Henegouwen de Boer
Joop Doderer Buschauffeur
Adèle Bloemendaal Mrs. Slaughter
Frank Reyinga Peter de Jongh
Marion Venstra Marie-Louise de Koekelaere
Liliane Raymackers Madame De Koekelaere
Erik Chitty Mr. Molenaar
Wim Kouwenhoven Directeur
Wanda Moore Mrs. Wagoner

 

Voorgeschiedenis
Sonneveld had al eens eerder een film gemaakt, in 1955. Onder regie van Gerard Rutten speelde hij destijds de rol van Willem Parel in Het wonderlijke Leven van Willem Parel. Met het hoofdpersonage Parel had hij begin jaren vijftig veel succes op de VARA-radio. Het idee voor de film kwam van de cabaretier zelf, want een film maken was altijd al één van zijn grootste wensen geweest. Rutten had echter weinig affiniteit met Sonneveld en het typetje Parel, waardoor de opnames een grote slijtageslag bleken voor Sonneveld.

Nu, bijna achttien jaar later, wilde de cabaretier het opnieuw proberen, erg graag zelfs. Hij had genoeg van de theatershows en wilde zich volledig gaan toeleggen op het maken van komische films. Hij had geleerd van zijn eerste avontuur en stond er daarom op dat er om hem heen een ervaren en deskundig team bijeen zou worden gebracht, waardoor hij zich volledig zou kunnen richten op het acteurswerk en zich niet hoefde te bemoeien met allerlei andere beslissingen.

In 1971 had Sonneveld tegenover Kees Brusse, die een documentaire over de artiest maakte, gezegd dat hij de rest van zijn leven wel zou willen vullen met het maken van films. “Dat zou ik het fijnste vinden van alles. Daar zou ik alles voor laten staan als er een goed scenario kwam. Daar zou ik mijn verdere leven mee kunnen vullen. Eens in het jaar, of eens in de twee jaar, zolang het kon, gewoon filmen (…).” Deze gedachte werd steeds sterker en eind 1972, begin 1973 besloot hij zijn wens te verwezenlijken.

Samen met Friso Wiegersma, Fred Denker en Alan Hackney ging Sonneveld aan de slag. In een vlot tempo werd het basisidee – een onervaren reisleider geeft een groep buitenlandse toeristen een rondleiding door Nederland – verder uitgewerkt. Het resulteerde uiteindelijk in het scenario voor Op de Hollandse Toer. Hoewel Sonneveld en Denker beide ideeën aandroegen, lag de eindverantwoordelijkheid voor het scenario in handen van Alan Hackney en Friso Wiegersma.

Producent Wim Lindner had er ondertussen alle vertrouwen in en trok – nadat beoogd regisseur Robert Dhéry andere verplichtingen bleek te hebben – de Engelsman Harry Booth aan voor de regie. Booth maakte in de jaren zestig furore met enkele succesvolle televisieseries en was verantwoordelijk voor de komische en pikante BBC-serie On the Buses. Sonneveld had nog nooit van On the Buses gehoord, maar had, gezien de staat van dienst van de serie, alle vertrouwen in de regisseur en besloot zich volledig aan hem over te leveren.

Komische tegenslag
De opnames startten op 10 september 1973 volgens een strak draaischema. Anderhalve maand werd er uitgetrokken om het benodigde materiaal te schieten. Cameraman Eddy van der Enden in filmtijdschrift Skoop: “Het is inderdaad een productie geweest die exact volgens draaischema op de eerste dag begonnen is en op de laatste dag geëindigd. We zijn maar één dag uitgelopen. Dat is een mirakel te noemen als je weet dat Wim Sonneveld na de eerste draaidag ziek werd (…).” Om niet te veel tijd te verliezen werd daarop besloten eerst de scènes ‘om Sonneveld heen’ te draaien. Van een dialoogscène tussen Sonneveld en een andere acteur werd bijvoorbeeld alvast het deel met de andere acteur opgenomen. Later werd dan het stuk met Sonneveld geschoten. In de montage werden deze beelden vervolgens achter elkaar geplakt waardoor er toch één vloeiend geheel is ontstaan.

De zieke Sonneveld – die later nóg een keer ziek zou worden – was niet het enige probleem waar de makers mee te maken kregen. Ook de relatief grote cast en de grote groep figuranten hielden de crewleden soms op en zorgden ervoor dat deze steeds langere dagen maakten. Toch werd er stevig en met plezier doorgewerkt en werd er ook hartelijk gelachen om de zaken die de productie enigszins vertraagden. Zo werd het Scheepsvaartmuseum omgebouwd tot een hotel, wat sommige toeristen in verwarring bracht. Eddy van der Enden:

“Sonneveld moest als reisleider een gezelschap buitenlanders bepaalde dingen laten zien. Hij logeert met ze in Het Hotel. Het Scheepsvaartmuseum heette voor de film Hotel De Zeven Provinciën. Er kwamen allerlei mensen binnen om een kamer te huren. (…) Die kwamen dan binnen in een normale hotelhal, een beetje verlaten, er was dan niemand, en die liepen dan door en zagen dan mensen aan lange tafels op schragen, dat was de figuratie die zat te wachten. “Heeft u misschien nog een kamer?” “Nou, eens kijken, misschien hebben we nog wel een kamer vrij. Wilt u misschien een kop koffie?” Die kregen dan een plastic bekertje koffie. (…) Het waren buitenlanders, die begrepen er niets van, maar ze bleven heel goedig staan kijken, en daar lagen stapels hout en troep … Maar productioneel is het perfect gelopen. Er is ook niets niet opgenomen, tot het laatste nummertje dat in het draaiboek stond is alles keurig gedraaid.” (in: Skoop)

Het was voor Van der Enden overigens een uitdaging de film te draaien. Het fotograferen van komedies bleek een vak apart. Voor Van der Enden was het alweer zijn derde komedie, maar ook dit keer drong het besef bij hem door dat het maken van komedies ontzettend moeilijk is: “Niemand zal het zien, maar het was voor mij technisch een ontzettend moeilijke film. (…) Ik kon nergens terugvallen op fotografische effecten. Je hebt die ene man als centrale figuur, en die moet óverkomen in het beeld. Ik geloof dat ik nu pas begin te begrijpen dat comedy een totaal andere, maar dan ook absoluut andere aanpak nodig heeft.”

Flop
Wim Sonneveld voelde zich intussen uitstekend thuis op de set. Vriend en collega Friso Wiegersma achteraf: “Tijdens de opnamen had Wim zich als een schooljongen gedragen. Hij had het heerlijk gevonden dat hij zelf niet alles hoefde te regelen, het was één groot schoolreisje geweest. Meneer Booth was de baas.” Voor Booth was het moeilijk om te moeten werken met de Nederlandse dialogen, maar zijn medewerkers prezen unaniem zijn vermogen om een zogenaamde ‘gag’ in een scène te plaatsen. Hij had gevoel voor komedie als geen ander.

Toen de opnameperiode op 28 oktober 1973 ten einde was, kon Robert Kruger aan de slag om de film te monteren. Binnen twee dagen (!) was de film klaar. Dit was grotendeels te danken aan het feit dat Kruger tijdens de draaiperiode al ‘mee-monteerde’, wat wil zeggen dat hij tijdens deze periode het reeds geschoten materiaal al in de juiste volgorde monteerde en overbodige shots eruit sneed. Aan het eind van de ´shooting´ hoefde hij enkel nog de puntjes op de i te zetten en wat scènes te schrappen.

Op 20 december 1973 ging de film feestelijk in première, maar de kritiek was hard. Vrijwel unaniem werd de film de grond ingeschreven. Enkel Wim Verstappen in Vrij Nederland toonde enige sympathie: “Het publiek lacht erg plezierig bij Op de Hollandse Toer, en de film zal het dus wel maken.” Maar met de publieke aandacht viel het tegen. Slechts 178.351 mensen zouden een kaartje kopen. De producent kwam niet uit zijn kosten en noemde de productie ‘in financieel opzicht een catastrofe’.

Vreemd genoeg was de kritiek vooral hard richting de man die onschuldig en in alle liefde een film, en liefst meer dan één, wilde maken. Wim Sonneveld kreeg de wind van voren en de flop werd vooral aan hem toegeschreven. Niet de regisseur, niet de scenarioschrijver(s), maar Wim Sonneveld was de schuldige. In een brief aan Toon Hermans schreef de diep ongelukkige Sonneveld de kritiek van zich af: “Het was mijn beurt. Telkens als ik iets anders doe, dan krijg ik rotkritieken. (…) De laatste film van mij is geen meesterwerk, er zijn een hoop gemiste kansen. Maar je bent ook zo afhankelijk van een regisseur. Maar de film is absoluut niet zo slecht als men schreef. Er zitten twee of drie hele goede scènes in.”

Op de Hollandse Toer wordt op 23 oktober 2007 door TDM Entertainment op DVD uitgebracht.

Geraadpleegde bronnen:
– Van Gelder, H. (1995). Hollands Hollywood. (1e druk). Amsterdam: Luitingh ~ Slijthoff.
– Albers, R. et. al. (2004). Film in Nederland. (1e druk). Amsterdam: Ludion.
– Scholten, H. (2006). Wim Sonneveld. De parel van het cabaret.
– Van der Enden, E. (1973). Op de Hollandse Toer in Skoop.

3 gedachten over “Op de Hollandse Toer – Sonneveld’s speeltuin

  1. Nu is de film van een zeer groot historische waarde, in het bijzonder voor alle nederlanders die samen in dezelfde tijd leefde amet oa. als Wim Sonneveld, Adele Bloemendaal, Joop Dodere en Rudie Falckenhof… o ja en malle Pietje meespeelde?!

Reacties zijn gesloten.