web analytics

Klassiekers – 1936: Lentelied

Reacties zijn gesloten

In de reeks ‘Klassiekers’ zet NeerlandsFilmdoek iedere week een filmklassieker van eigen bodem in het zonnetje. Uit de periode van de eerste Nederlandse geluidsfilm tot nu selecteren we uit ieder jaar één titel die het volgens ons verdient om onder het stof vandaan gehaald te worden. Deze week een film uit 1936; Lentelied.

Lentelied (1936)
geregisseerd door Simon Koster
met Ank van der Moer, Dick Swidde en Jan Teulings

De pas verloofde Charlotte van Buren en Bobby Bevering gaan in het voorjaar op vakantie naar Zeeland. Charlotte wordt verliefd op de dorpsmechanicien en Bobby voelt veel voor diens vriendin Marietje. De lente speelt de hoofdrol en gaat ook weer voorbij.

Studio
In de eerste jaren na de introductie van het geluid in de Nederlandse film waren het vooral in studio gedraaide amusementsfilms (o.a. De Jantjes, Bleeke Bet en Malle gevallen) geweest die het Nederlandse bioscoopaanbod domineerden. Eén van de weinige uitzonderingen in de eerste jaren was de film Dood Water (1934) van cineast Gerard Rutten, over de drooglegging van de Zuiderzee.

Hollandse landschap
Het scenario voor Dood Water schreef Rutten samen met Simon Koster. Net als Rutten streefde Koster artistieke idealen na, en zag hierbij een belangrijke rol weggelegd voor het Nederlandse landschap. In 1936 vond Koster het tijd worden zelf een speelfilm te regisseren, maar dan wel op een heel andere manier dan tot dan toe gebeurd was in Nederland. Hij wilde weg uit de benauwende studiodecors: de vrije natuur moest worden opgezocht. Niet alleen omdat daar meer plaats was voor artistieke creativiteit, maar ook omdat volgens Koster de Nederlandse filmindustrie zich moest onderscheiden door typisch Hollandse films te maken. En het landschap had hierin, naast jeugdig elan, spontaniteit en vrijheid, een belangrijk aandeel.

Natuur
Maar het ging verder. Naast de natuurlijke landschappen moesten ook Kosters acteurs zo naturel mogelijk overkomen. In tegenstelling tot de met schmink doordrenkte gezichten uit de Jordaanfilms, werd make-up bij de acteurs in Lentelied achterwege gelaten. Ook streefde Koster een minder theatrale speelstijl na. Simon van Collum sprak later bewonderend:

‘Koster, regisseur en auteur, zette zijn sujetten neer in de omlijsting van Zeelands schone dreven. Gezonde, natuurlijke gezichten en geen onechte schmink-maskers. De mooie geveltjes en pittoreske straatjes van Middelburg kwamen in de plaats van nagebootste Jordaan-decors van weleer. Andor van Barsy liet zijn camera speels dwalen door het Zeeuwse land, langs de verre, klare luchten en het welgedane vee.’

Problemen
Zo speels en soepel als Van Collum het omschreef, ging het echter niet. Het verslepen van de logge, zware apparatuur bezorgde de camera-assistent meer dan eens flinke rugpijn en zweetaanvallen en door hevige regenval werd cameraman Van Barsy gedwongen een handcamera te gebruiken, waardoor de opnames enkele maanden vertraging op liepen. Ook de filmkeuring werkte de makers in eerste instantie tegen: een shot met een volgens de keuring te ontblote knie van Ank van der Moer moest worden ingekort alvorens de film in roulatie mocht gaan.

De pers reageerde uiteindelijk uitermate positief op Lentelied, dat zo’n zestigduizend gulden had gekost. Maar alle mooie kritieken ten spijt, het publiek bleef massaal weg. De film bracht slechts vijfduizend gulden op. Koster later: ‘Nu ik erop terug kijk begrijp ik dat de overdreven waardering vooral een reactie was op de vele verrottigheid die er toen gemaakt werd, en niet sloeg op de waarde van de film zelf.’

Andere opmerkelijke films uit 1936: Jonge Harten, Rubber, Merijntje Gijzen’s Jeugd, Komedie om Geld en ’t Was één april.