web analytics

Klassiekers – 1940-1945: Ergens in Nederland

Reacties zijn gesloten

In de reeks ‘Klassiekers’ zet NeerlandsFilmdoek iedere week een filmklassieker van eigen bodem in het zonnetje. Uit de periode van de eerste Nederlandse geluidsfilm tot nu selecteren we uit ieder jaar één titel die het volgens ons verdient om onder het stof vandaan gehaald te worden. Deze week maken we een uitzondering. Vanwege het beperkte filmaanbod tijdens de Tweede Wereldoorlog, bespreken we de periode 1940 – 1945 in één keer.

Ergens in Nederland (1940)
Geregisseerd door Ludwig Berger
met Jan de Hartog, Lily Bouwmeester en Max Croiset

De advocaat Frans van Loon wil eigenlijk zeeman worden, maar zijn vrouw Nellie praat hem dat voor het huwelijk uit zijn hoofd. Bij de mobilisatie komt hij bij de marine en bewijst grote moed bij het demonteren van mijnen. Nellie is teleurgesteld en laat zich in met een toneelspeler. Tot ze Frans’ werkelijke roeping erkent doordat zij door toeval het dagboek van haar man in handen gespeeld krijgt.

Verboden
Op 12 april 1940, slechts een maand voordat Duitsland ons land binnen viel, ging Ergens in Nederland in première. Deze laatste vooroorlogse Nederlandse film, van regisseur Ludwig Berger, biedt een interessant tijdsbeeld; het liefdesdrama werd tijdens de mobilisatie gemaakt en gebruikte dat als achterliggend thema. In de film spelen Lily Bouwmeester en Jan de Hartog twee geliefden die uit elkaar dreigen te groeien wanneer de man zich aanmeldt bij de marine. De film raakte een gevoelige snaar en al snel stroomden de zalen vol. Toen de Duitsers aan de macht kwamen werden de vertoningen van de film, wegens zijn volgens de Duitsers propaganda-trekjes voor de Nederlandse marine, echter verboden.

Tijdens de oorlog
Lezers van eerdere afleveringen uit onze reeks ‘Klassiekers’ zullen gemerkt hebben dat er regelmatig Nederlandse films van Duitse regisseurs voorbij zijn gekomen. In de jaren ’30 kwamen er veel cineasten en filmtechnici vanuit Duitsland naar Nederland. Ze werden hierheen gehaald vanwege hun expertise, of kwamen uit zichzelf omdat ze op de vlucht waren voor het opkomende nationaal-socialistische regime. De filmmakers werkten met een crew bestaande uit zowel Nederlanders als Duitsers, maar een vaak volledig Nederlandse cast. Die rollen draaiden om toen de oorlog uitbrak en Duitsland hier vijf jaar de dienst uitmaakte.

De regisseurs bleven voornamelijk Duits, maar de meeste technici op een filmset waren nu juist Nederlanders, terwijl het voornamelijk Duitsers waren die vóór de camera kwamen te staan. De gehele filmproductie viel onder Duits bewind; de Amsterdamse Cinetone Studio en de Wassenaarse Loet C. Barnstijns Filmstad waren na de bezetting Ufa-Filmstadt Amsterdam en Ufa-Filmstadt Den Haag geworden. De twee studio’s hadden een aardige productiviteit, want na vijf oorlogsjaren bleken er maar liefst achttien (propaganda)films te zijn gemaakt.

De enige Nederlandse speelfilm
Nederlandse speelfilms werden er gedurende de bezettingsjaren nauwelijks gemaakt. Drie Weken Huisknecht (1944) van regisseur Walter Smith is de enige film die tijdens de oorlog zowel vervaardigd als uitgebracht werd. De film, gebaseerd op het toneelstuk Adel in Livrei, gaat over een jonkheer die gedwongen wordt zijn huis te verkopen aan een rijke slager, om vervolgens zelf de rol van butler op zich te nemen. Drie Weken Huisknecht werd al in 1942 opgenomen en door de Duits bestuurde filmkeuring goedgekeurd (enkel de leus ‘moed houden!’ diende te worden vervangen door ‘volhouden!’), maar ging om onbekende redenen pas twee jaar later in première.

Naast Drie Weken Huisknecht werden er her en der in het geniep nog enkele speelfilms vervaardigd. Zo werkte regisseur Gerard Rutten kort na de bezetting in 1940 in het geheim aan Rembrandt, over het leven van de beroemde gelijknamige schilder. Toen de Duitsers hier achter kwamen, stelden ze eisen aan hoe de film afgemaakt zou moeten worden. Rutten weigerde, waarop het materiaal in beslag werd genomen. Het origineel is nooit teruggevonden, maar in 1942 kwam er wel een Duitse versie van de film uit. Rutten was er van overtuigd dat de makers met zijn materiaal aan de haal waren gegaan.

Na de bevrijding
Na 5 mei 1945, toen het gehele land officieel bevrijd werd, kon de Nederlandse filmwereld weer zijn eigen gang gaan. Het werd gevierd met het direct opnieuw uitbrengen van Ergens in Nederland. Vrijwel alle kopieën waren door de Duitsers vernietigd, maar een niet nader genoemde vrouw had tijdens de oorlog een exemplaar verborgen weten te houden. Op de feestelijke herpremière werd ze uitgenodigd als eregast.

De film wordt nu nog steeds erkend als een van de beste Nederlandse films die voor de Tweede Wereldoorlog werden gemaakt. Dat bleek ook in 1991, bij de uitreiking van een aantal speciale Gouden Kalveren voor vooroorlogse films: de Pre-Gouden Kalveren. Ergens in Nederland werd de grote winnaar, met prijzen voor beste acteur, beste actrice, en beste speelfilm.



Op de set van
Ergens in Nederland, met in het midden regisseur Ludwig Berger.

Andere opmerkelijke films uit de periode 1940-1945: Ten hoogste negen Jaren en Vrij en onverveerd.

Foto’s: Film in Nederland (www.filminnederland.nl)

Een gedachte over “Klassiekers – 1940-1945: Ergens in Nederland

  1. Een soort Nederlandse Casablanca, leuk filmpje. Samen met De spooktrein een van mijn favorieten uit die periode!

Reacties zijn gesloten.