web analytics

Beeldenstorm: De Jantjes (1934)

Reacties zijn gesloten

Tijdens het Nederlands Film Festival, dat woensdag met de première van De Bende van Oss officieel van start gaat, staat de relatie tussen film, technische ontwikkelingen en met name de digitale beeldcultuur centraal in het programma-onderdeel Beeldenstorm. Eén van de films die vertoond wordt in het kader hiervan is een van de eerste Nederlandse geluidsfilms, De Jantjes (1934).

Beeldenstorm
Filmmakers zijn verhalenvertellers, verhalenvertellers in beeld en geluid. En film is een door techniek voortgedreven kunstvorm. Technische ontwikkelingen als geluid, kleur, Cinemascope en 3D voegden telkens weer een nieuwe dimensie toe aan film en de kijkervaring. De afgelopen twee decennia veroorzaakte de digitalisering een explosieve groei van innovaties. Met het programma Beeldenstorm maakt het NFF zich op voor de toekomst. Het festival toont momenten uit de filmgeschiedenis waarin technische innovatie de film ingrijpend veranderd heeft. Door middel van presentaties, debatten en diverse projecten onderzoekt het programma nieuwe vormen van audiovisueel vertellen.

De Jantjes (1934)
geregisseerd door Jaap Speyer
met Willy Castello, Johan Kaart jr. en Fien de la Mar

Drie matrozen, Dolle Dries, Schele Manus en Blauwe Ton, keren na een lange reis naar Nederlands-Indië terug bij familie en vrienden in de Jordaan. Ze drinken, maken pret, zijn ongelukkig in de liefde en vinden uiteindelijk geen werk. Dries wil daarom weer weg uit de Jordaan. Na een vechtpartij met Leendert om Blonde Greet, de verloofde van Dries, wordt hij opgepakt. In de gevangenis hoort hij dat Greet hem ontrouw is …

Geluidsfilm
Met de komst van de geluidsfilm in 1934 bloeide de Nederlandse filmindustrie volledig op. Werd er in de periode 1930-1934 slechts één film vervaardigd (Zeemansvrouwen, 1930), vanaf 1934 werden er tot de oorlog jaarlijks gemiddeld zo’n vijf films gemaakt. En met redelijk succes. Vroege films als Het Meisje met den blauwen Hoed(1934) en De Jantjes (1934) waren commercieel succesvol en zorgden voor de nodige ervaring bij Nederlandse cast- en crewleden. Na Willem van Oranje was De Jantjes de tweede Nederlandse geluidsfilm ooit.

Jordaanfilm
De Jantjes is gebaseerd op het uitermate succesvolle gelijknamige toneelstuk van Herman Bouber. Deze musical werd voor het eerst opgevoerd in 1920. Twee jaar later werd het stuk al voor de eerste keer verfilmd in een stille versie. In 1934 werd het stuk door Jaap Speyer opnieuw verfilmd. De Jantjes wordt gezien als de eerste Jordaanfilm, ook wel omschreven als ‘een vrolijk genre in een kleinburgerlijk milieu met allerlei liefdesontwikkelingen, steevast met een happy end.’ Inmiddels tot klassiekers van eigen bodem uitgeroepen films als Bleeke Bet en Oranje Hein worden eveneens tot de Jordaanfilm gerekend.

Hollands Hollywood
Met een budget van ruim 40.000 gulden startten in september 1933, vlak nadat de laatste opnamen voor Willem van Oranje waren volbracht, de opnamen voor De Jantjes. Omdat de Cinetone Studio’s in Duivendrecht nog niet klaar waren, werden eerst de meer ingewikkelde buitenopnames gemaakt. De Jantjes is de eerste Nederlandse film geweest die gebruik maakte van en de faciliteiten in de Cinetone Studio’s, nadien ook wel Hollands Hollywood genoemd.

Na twee maanden bleken de 40.000 gulden waarmee men begonnen was, op te zijn. De film was echter nog maar voor de helft af. De rijke Haagse exploitant Loet C. Barnstijn bekeek vervolgens de rushes van het al geschoten materiaal en was bereid om 30.000 gulden in de productie te stoppen. Het filmen kon worden hervat. De acteurs, hoofdrolspelers uitgezonderd, ontvingen 25 gulden per dag voor hun werkzaamheden – destijds een relatief hoog honorarium.

Lyrisch
Ondanks verwoede pogingen de film eerder in première te laten gaan dan Willem van Oranje, lukte het de makers niet om de film op tijd af te krijgen. Met name de buitenopnames zorgden voor de nodige vertraging. Uiteindelijk ging De Jantjes op 9 februari 1934 in première in het Amsterdamse Tuschinski theater, vijf weken na de première van de concurrent. De ontvangst was echter een stuk positiever dan die van haar voorganger. Zowel pers al publiek reageerden laaiend enthousiast en de film werd een groot succes; meer dan een miljoen mensen zagen de film in de bioscoop. De pers besloot zelfs lyrisch: “Het bewijs is geleverd, dat wij het in ons land kunnen!” Barnstijn bleek achteraf een fabelachtige winst van ruim twee ton te hebben geboekt.