web analytics

De drie … horrorfilms

Reacties zijn gesloten


Met
Sint is de Nederlandse filmwereld weer een horrortitel rijker. En dat werd tijd, want wie de archieven induikt zal maar weinig films om te griezelen en huiveren tegenkomen. Vindt de Nederhorror nu eindelijk een ingang? NeerlandsFilmdoek selecteerde alvast drie ‘klassiekers’ die om uiteenlopende redenen het aanzien nog steeds waard zijn.

Nederhorror
Het horrorgenre kent in Nederland geen echte traditie. Mogen we de geschiedenisboeken geloven, dan is Willy Lindwers Bloedverwanten (1977) de eerste lange Nederlandse horrorfilm die voor de bioscoop gemaakt werd. De film, naar een verhaal van fantast Belcampo, werd echter een grote mislukking – zowel technisch als commercieel: de pers boorde de film volledig de grond in en ook het publiek liet de film links liggen.

In 1983 waagde Dick Maas met De Lift een nieuwe poging. Maas’ bioscoopdebuut, over een moordende lift, werd een groot succes en maakte de weg vrij voor meer horrorproducties van eigen bodem. Het bleef echter angstvallig stil. Pas vijf jaar later was het opnieuw Maas die met Amsterdamned een soort van horrorproductie aan het publiek presenteerde. Hoewel wederom (commercieel) erg succesvol, werd het genre door andere cineasten volledig genegeerd.

Begin jaren negentig leek het tij te keren, met kort achter elkaar Intensive Care (1991) en De Johnsons (1992). Wederom was de opleving echter van korte duur, en dit keer had dat veel te maken met de kwaliteiten van beide films. Met name Intensive Care – inmiddels niet voor niks een ware cultklassieker – deed de kijker eerder lachen dan huiveren. De Johnsons was nog niet eens  zo slecht, maar bleek de (jongeren-)doelgroep minder aan te spreken dan gewenst.

Nadat een aantal cineasten (als ‘de Fantasten’) ruim tien jaar geleden het ‘Manifest voor de Verbeelding’ presenteerden, leek een meer fantasierijke en hyperrealistische (of andere variant) benadering van film steeds meer door te dringen in de Nederlandse filmwereld. Ook het horrorgenre kreeg steeds meer aanhangers. Producenten bleken echter huiverig, waardoor de meeste horrorfilms in het amateurcircuit werden vervaardigd.

Ook de twee titels (Sl8n8 en Dood Eind) die in 2006 een revival – voor zover daar van te spreken valt – van de nederhorror leken in te luiden, werden grotendeels opgezet als amateurproducties, welke langzaam uitgroeiden tot (semi)proffesionele projecten. Een revival bleek echter ijdele hoop; al snel werd het weer angstvallig stil rond het horrorgenre.

Met het eerder dit jaar uitgebrachte Zwart Water (geregisseerd door Elbert van Strien, een van de Fantasten) gloort bij de fans weer hoop op een nieuwe start van de nederhorror. Durven andere filmmakers zijn voorbeeld te volgen? Aan Dick Maas zal het in ieder geval niet liggen: zijn Sint, waarin grote kindervriend Sinterklaas aan het moorden slaat, draait nu in de zalen.

De drie … horrorfilms
Hieronder een selectie van drie nederhorror-titels die de kijker hoe dan ook aan de buis gekluisterd zullen houden. Is het niet door de spanning, actie of gore, dan is het wel door de (onbedoelde) stompzinnigheid.

– Intensive Care (1991)
Misschien wel Neerlands bekendste cultfilm. Intensive Care, geregisseerd door Dorna X. van Rouveroy, moest – met een budget van 1,8 miljoen gulden – de eerste onvervalste slasher van vaderlandse bodem worden. Om het geheel bij een breed publiek aan de man te brengen werd uit Nederland de populaire Nada van Nie gestrikt, uit België kwam zanger Koen Wauters en uit de Verenigde Staten werd Oscar-winnaar George Kennedy overgevlogen. Veel geld voor starpower was er echter niet, waardoor Kennedy na 14 uur voor de camera te hebben staan alweer vertrok. Zijn personage komt dan ook (inventief) al na enkele minuten aan het einde door een belachelijk gedecoupeerd, explosief auto-ongeluk. Een onbekende gemaskerde man nam zijn rol vervolgens over. Niet alleen door dit soort fratsen staat Intensive Care bij velen in het geheugen gegrift, ook het kneuterige acteerwerk, de campy look en de heerlijk foute dialogen (“Zal ik een pleistertje voor je halen?”) zorg(d)en voor veel (onbedoeld) plezier.

– De Lift (1983)
Veel beter gelukt is De Lift, de debuutfilm van regisseur Dick Maas. Vrijwel nimmer debuteerde een Nederlandse cineast zo verrassend als Maas in 1983 met zijn horror-thriller, een genre dat tot dan toe eigenlijk nog niet werd bedreven. Het idee van de film was even simpel als geniaal: een lift blijkt niet zomaar een handig vervoersmiddel, maar een heuse moordmachine. Binnen vijf weken gedraaid, waarbij Maas een keer of twee zijn congé kreeg, maar uiteindelijk toch mocht blijven. Maas maakte indruk met zijn spannende, vlot gesneden en vaardig gemaakte debuutfilm. Een lift betreden was nooit meer hetzelfde.

– Sl8n8 (2006)
Het leek hét jaar van de nederhorror te worden, maar leverde uiteindelijk twee bioscoopflops op. Zowel het in 2006 vervaardigde DoodEind als Sl8n8 wisten geen potten te breken aan de kassa’s. Sl8n8, geregisseerd door het duo Frank van Geloven en Edwin Visser (die het midden jaren negentig al tot de semi-professionele Necrophia schopten), werd een onvervalste slasher, gesitueerd in een donkere mijn, waarin het verhaal er weinig toe doet en het enkel en alleen draait om de special effects en het gore-gehalte. Afgehakte ledematen, veel geschreeuw, bloed en een onheilspellende sfeer: Sl8n8 gooit alle registers open.

2 gedachten over “De drie … horrorfilms

  1. Eerste Nederhorror dvd box is iinmiddels uit: Horizonica, Woensdag en Tikken.

Reacties zijn gesloten.