web analytics

Filmjaarboek 2007/2008

Reacties zijn gesloten

“De uitreiking en een bespreking”

 

Op de voorkant prijkt een mooie foto uit Waar is het Paard van Sinterklaas?: alleen al om de cover is het filmjaarboek 2007/2008 de moeite van het kopen waard. In de jaarlijks verschijnende dikke pil staan alle feiten en cijfers van de films die het afgelopen jaar in de Nederlandse bioscopen zijn verschenen. Eind mei werden in het filmmuseum in Amsterdam de eerste drie exemplaren van het boek uitgereikt aan acteur Jeroen Spitzenberger en scenarioschrijvers Paul Ruven en Rogier Proper.  

 

 

De uitreiking
De uitreiking wordt ingeleid door Jan Doense; filmmaker, inmiddels ex-festival directeur en tijdens de uitreiking sprekend namens het Bestuur Stichting Filmuitgaven. Eindredactrice Mariska Graveland wordt bedankt voor de vele trivia die het boek kent. Er wordt besmuikt gelachen als Doense weet te melden dat HoneyzTom Six’s laatste film – welgeteld 764 bezoekers met 10 kopieën wist te trekken, waarbij wel moet worden opgemerkt dat de film tegelijkertijd ook op dvd, via Internet, mobiele telefoon en betaal-tv uitkwam.

 

Niet alleen alle Nederlandse films die in de bioscoop werden uitgebracht staan in het filmboek, ook schreven twee scenarioschrijvers, de al eerder genoemde Paul Ruven en Rogier Proper, beiden een artikel over ‘de’ scenarioschrijver. Beide scenaristen brachten het afgelopen jaar een boek uit over scenarioschrijven. Ruven schreef samen met Marian Batavier Het Geheim van Hollywood, waarin gepredikt wordt dat dé succesformule van een goed scenario voorhanden is. Rogier Proper schreef het boek Kill Your Darlings waarin juist gezegd wordt dat scenario’s helemaal niet volgens een formule geschreven hoeven te worden.

 

Paul Ruven
Ruven’s artikel, De drie voorwaarden voor een succesvol Nederlands scenario, gaat het meerendeel over het scenarioklimaat in Nederland. Ruven schreef zijn boek Het Geheim van Hollywood uit onvrede met de Nederlandse scenariocultuur, omdat er in Nederland volgens Ruven “maar wat aangemodderd wordt wat scenariokennis en scenariokennisoverdracht betreft”. Zijn boek wordt volgens Ruven door filmscholen, media-opleidingen en universiteiten gebruikt. Maar, zoals Ruven stelt, “We zijn er natuurlijk nog lang niet”.

 

Het gaat, volgens Ruven, beter met ons scenarioklimaat, maar er moet aan drie voorwaarden voldaan worden om het echt goed te laten worden: vakmanschap, talent en – misschien wel het belangrijkste – begeleiding van het talent. Volgens Ruven ontbreekt het daar namelijk nogal eens aan in Nederland. “Neem tien grote Nederlandse filmtalenten in je hoofd. Neem hun talentvolste film. Vraag je vervolgens af of hun volgende film(s) even goed of nog beter werden. Meestal is het antwoord ‘nee’.” Ruven pleit dan ook voor meer begeleiding bij het schrijven van een scenario.

 

Rogier Proper
Proper’s artikel, Formules zijn onzin, regels zijn handig, gaat enerzijds over de inhoud van zijn eigen boek, waarin hij overtuigd is van het feit dat specifieke formules niet per sé nodig zijn om een goed script te schrijven.

 

“De grote zwakte van de meeste handboeken voor het schrijven van scenario’s is dat ze hun regels en aanwijzingen vooral ontlenen aan of illustreren met analyses en voorbeelden van de mooiste en meest succesvolle films met briljante acteur, films die al lang gemaakt zijn […] Maar wat zien we? Het eindproduct van hun films als voorbeeld. Vrijwel nooit komen we in de boeken iets te weten over het geploeter en geruzie, die de vele scenarioversies begeleidden. Vrijwel nooit leren we hoe ze bij de laatste versie belandden. En dat ging niet echt via een simpele succesformule.” 

 

Proper zet het hier ietwat zwart-wit neer. Hij hekelt de boeken van scenario-guru Syd Field, maar deze hamert er in zijn boeken juist op dat het schrijven van een scenario lang duurt, dat het veel tijd en moeite kost en dat het zeker niet voor iedereen is weggelegd. Hij biedt zijn formule ook niet aan als dé formule, maar meer als een formule om je te helpen een bepaalde structuur in je scenario te krijgen.  

 

In het tweede gedeelte van zijn artikel geeft Proper een mogelijke oorzaak voor het enigszins ontbreken van een Nederlandse scenario cultuur. “Waarschijnlijk is het de grote vergissing geweest in de jaren zeventig, tachtig, negentig van de vorige eeuw, toen er aanhoudend werd geprobeerd Nederlandse succesfilms te maken naar voorbeeld van Amerikaanse formules, of althans, een stijl waarvan men kennelijk vermoedde dat het ‘Amerikaans’ was.” Proper stelt dat met films als Zusje, Simon en Van God Los de Nederlandse filmcultuur ’tot het besef is gekomen dat filmverhalen die voortkomen uit de eigen cultuur tot succesvolle films kunnen leiden.’

 

Van Lierop en Broeren
Tot slot spreekt Doense nog een dankwoord uit richting Pieter van Lierop. Van Lierop, die jarenlang mee werkte aan het filmjaarboek en tevens films recenseerde voor onder andere de Geassocieerde Pers Dienst, houdt het na veertig jaar filmcriticus te zijn geweest mee op. Van Lierop verzorgde het artikel, Het Junket circuit – Van casino tot slangenkuil,  over de persjunkets voor films vandaag de dag. Waar deze vroeger vooral ‘gewoon’ over de films gingen, lijkt het vandaag de dag interessanter om te weten welke BH Angelina Jolie bij Tomb Raider droeg, of wat de vriend van Hillary Swank vindt van haar zoengedrag in Million Dollar Baby.

 

Journalist Joost Broeren, die onder andere artikelen schrijft voor de Filmkrant,  schreef voor het boek tot slot nog het artikel – 9/11, Afghanistan en Irak Verfilms – De Oorlog lijkt al voorbij, waarin hij vertelt dat het voor het eerst in de filmgeschiedenis is dat al tijdens een nog lopend conflict kritisch gereflecteerd wordt in de cinema. Tot op heden verschenen er nog geen Nederlandse films die over de conflicten in Irak en Afghanistan handelen. In de volgende telefilm reeks zal dit onderwerp echter wel behandeld worden. Scenarioschrijver Hugo Heinen (o.a. De Zomer van ’45, Pleidooi en Off Screen) schrijft aan een scenario over een vrouw die haar man terugziet na een vredesmissie in Uruzgan en merkt dat hij een wildvreemde voor haar geworden is. 

 

Het filmjaarboek telt eenendertig geheel Nederlandse films, dan wel co-producties met andere landen. Een vijfentwintigtal (film)journalisten schreef afwisselend bij iedere film een korte beschrijving, een recensie in één of twee zinnen en zo nu en dan leuke en grappige trivia. Wist u bijvoorbeeld nog dat Zoop in Zuid-Amerika een wel heel bijzondere Gouden Ui (de tegenhanger van het Gouden Kalf) in de wacht wist te slepen? De prijs voor de minst opwindende filmkus was voor acteur Jon Korthaus, die op een innige manier zijn aap(!) zoende. Wist u het nog? Dit, en nog veel meer (en minder) serieuze feiten en cijfers vindt u allemaal in het filmjaarboek.

 

Filmjaarboek 2007/2008
In het Filmjaarboek 2007/2008 vindt u de beschrijvingen en uitgebreide credits van alle bioscoopfilms die in 2007 in Nederland zijn uitgebracht, van Earth tot Planet Terror, van Music and Lyrics tot Ex Drummer, van Goud tot Blood Diamond en van Control tot The Boss of it All. In dit Filmjaarboek staan vier artikelen: scenaristen Paul Ruven en Rogier Proper over de Gouden Formule voor een scenario; kritische films onder acht jaar Bush: 9/11, Afghanistan en Irak verfilmd; veertig jaar interviews met filmsterren, door Pieter van Lierop; bekende acteurs en regisseurs over hun filmliefde. Verder bevat het Filmjaarboek een jaaroverzicht, een lijst van de belangrijkste filmprijzen, bezoekcijfers en adressen van film- en dvd-distributeurs. De adviesprijs van het boek, dat in vrijwel elke boekhandel te koop is, bedraagt twintig euro.