web analytics

Het matige potentieel van crowdfunding in Nederland

Reacties zijn gesloten

heinekenontvoeringOp 11 december was Katja Schuurman bij Pauw & Witteman te gast om te praten over de crowdfundingfilm Guilty Movie. De financiers van Guilty Movie, bestaande uit vrienden en vrienden van vrienden van de makers, hadden in ruil voor honderd euro inspraak in de film. Hierdoor wordt het filmproject financieel gedragen door een eigen gemeenschap zonder commerciële doeleinden. 

Barn community
De film is een productie van de stichting Barn Films, die is opgericht door actrice Katja Schuurman, acteur/regisseur Thijs Römer, Creative Director Maarten van Huijsstee, voormalig fractievoorzitter van GroenLinks Femke Halsema, ondernemer Raymond Spanjar en columnist Rob Wijnberg. Schuurman omschreef het initiatief om films te maken vanuit de behoefte om “iets moois te maken voor vrienden in een schuur” en dat zonder commerciële druk of scoringsdrang afgemeten aan het aantal bezoekers. Katja Schuurman gaf vervolgens aan dat de community niet het doel heeft om een alternatief financieringsmodel te ontwerpen. De uitgangsbasis is het creëren van een community van mensen die ideeën mogen inbrengen om zodoende samen tot een maatschappelijk relevant thema te komen voor een film. Na elke productie zal deze Barn community verder uitbreiden als een cultureel piramidespel met nieuwe leden, die ook weer financieel en ideëel betrokken zijn bij de totstandkoming van een nieuw project. Door deze groei hoopt men op termijn ook de betrokken makers te kunnen betalen, die voor Guilty Movie nog zonder financiële vergoeding hebben meegewerkt.

CineCrowd
Het initiatief is weer een nieuwe stap op het gebied van crowdfunding in Nederland. Door bezuinigingen op de filmsector zijn filmmakers creatief op zoek naar andere financieringsbronnen. Crowdfunding is een populair alternatief dat specifiek inspeelt op de groeiende betrokkenheid van het publiek door middel van social media. De website CineCrowd heeft ervoor gezorgd dat tientallen korte films hun financiering rond kregen door het laatste gat met crowdfunding op te vullen. Het platform werd het meest bekend door Eddy Terstall, die voor zijn film Deal ook gebruik maakte van CineCrowd. Dit werd zo’n succes dat Terstall in plaats van een korte film, zelfs een lowbudget-speelfilm kon maken. Helemaal vanzelf ging dit niet. Terstall moest veel tijd en moeite steken om de bekendheid van zijn project via het platform te vergroten, om zodoende grotere investeerders aan te trekken. Door de groeiende publiciteit kreeg hij het voor elkaar om naast donaties ook goedkoper of gratis materiaal of locaties tot zijn beschikking te krijgen, het zogeheten crowdsourcing. Zowel donaties in geld of het gratis ter beschikking stellen van materiaal of medewerking sluit aan bij de gedachte dat deelnemers meer worden betrokken bij het project. Het gevoel dat individuen een kleine bijdrage leveren aan het grote geheel is precies de pijler waarop crowdfunding draait.

De Nederlander als crowdfunder
De 120.000 euro die Terstall binnenhaalde was uitzonderlijk hoog en zijn initiatief kan gerust een succes worden genoemd. Toch is het goed te beseffen dat hij maar liefst een jaar uittrok om het project op deze wijze rond te krijgen. Het is de vraag hoeveel filmmakers zich dat kunnen veroorloven. Daarnaast leverde alle inspanningen uiteindelijk slechts een deel op van het normale budget waarmee Terstall zijn films doorgaans maakt. Een volledig project op deze wijze financieren is een unicum. Tot op heden is crowdfunding over het algemeen alleen goed voor het opvullen van het laatste gat in de begroting. Hier kan natuurlijk verandering in komen als bekendheid en populariteit van het fenomeen in de toekomst zal toenemen. Welke rol crowdfunding zal gaan spelen is niet te voorspellen, maar dromen van Amerikaanse succesverhalen is waarschijnlijk niet reëel. Via het Amerikaanse crowdfunding platform Kickstarter hebben tientallen onafhankelijke filmprojecten meerdere tonnen bij het publiek weten los te krijgen. Dit succes heeft voor een deel te maken met het feit dat de website al een aantal jaren langer dan bijvoorbeeld CineCrowd in de lucht is, maar uiteraard ook door het enorme verschil aan de hoeveelheid potentiële donateurs die de VS herbergt. Daarnaast is de website een multidisciplinair platform waar tevens musici, ontwerpers, journalisten en overige ondernemers hun plan online kunnen zetten.

Ook is het verschil in mentaliteit van Amerikanen als het op filantropie aankomt wellicht anders. Het sociale stelsel in Nederland heeft onder andere tot gevolg dat veel zaken in het publieke domein in de ogen van velen een overheidstaak betreffen, waar iedereen via relatief hoge belastingen aan bijdraagt. De Verenigde Staten kennen een kleinere overheid die marktwerking en filantropie op grote schaal haar werk laten doen. In plaats van financiering met belastinggeld speelt fundraising in de gemeenschap via bijvoorbeeld kerken en scholen een belangrijke rol om het publieke domein vorm te geven. In welke mate dit geefgedrag zich ook laat zien als het aankomt op crowdfunding is natuurlijk niet exact te zeggen, maar onze vertrouwdheid met een overheid die van oudsher kunst en cultuur stimuleert creëert wellicht meer een klimaat waarin wij value for money verwachten voor onze donaties. Het is dus maar de vraag of Nederlanders wel op grote schaal te porren zijn om aan crowdfunding deel te nemen.

Geen structurele financieringsbron
Koen van Vliet toonde in zijn onderzoek “Crowdfunding: Waarom doen we mee?” aan dat bijna 80% van de door hem ondervraagde Nederlandse donateurs aan een crowdfundingsproject meededen omdat ze persoonlijk, via email of social media waren benaderd. Het valt dus maar te betwijfelen of mensen die zich buiten het netwerk van de filmwereld begeven aangetrokken kunnen worden om deel te nemen. Nog veel belangrijker is de vraag in hoeverre mensen meer dan eens willen doneren. In een onderzoek dat de website zelf uitvoerde naar het doneergedrag op Kickstarter bleek dat slechts 13% een tweede maal had meegeholpen een project te financieren.

Ondanks dat crowdfunding in de lift zit, is het onzeker wat de potentie op termijn structureel gaat opleveren. Het is maar de vraag of de hoeveelheid tijd en moeite het gewenste aantal donateurs genereert om in het geheel een serieuze productie te financieren. Daarvoor lijkt Nederland te klein, is film maken te duur en weet men voorlopig onvoldoende mensen buiten het netwerk van de filmwereld te bereiken.

De wijze waarop Barn Films gebruik maakt van crowdfunding past in dit plaatje. Door eerst een exclusieve loyale community te bouwen in de hoop dat deze na elke productie zal doorgroeien, verwacht men op termijn voldoende financiële middelen uit donaties te ontvangen om de makers te kunnen betalen. Dit is een utopisch principe. Zelfs bij een verdubbeling van het budget bij elk nieuwe productie naar 60.000 of 120.000 euro is dit te weinig voor “de vrienden in de schuur” om hun producties en onvergetelijke premières in het geheel te bekostigen. Daarnaast heeft deze constructie het elitaire kenmerk zich specifiek te richten op mensen uit het wereldje die samen iets moois willen maken zonder een commercieel doel. Ondanks dat de opzet van het initiatief begrijpelijk is, maakte Schuurman niet bepaald reclame voor crowdfunding als middel om het grote publiek door toenemende betrokkenheid voor zich te winnen. Integendeel, door het exclusieve karakter van de community lijkt men met name het engagement aan zichzelf over te willen brengen, in plaats van een buzz in de samenleving te creëren. Hoe lang dat tegen geringe of zonder vergoeding voor de makers interessant blijft zal de toekomst moeten uitwijzen.