web analytics

Het Nederlands Filmjaar 2006

Reacties zijn gesloten

2006 mag gerust de boeken in gaan als een memorabel jaar. Een jaar waarin Paul Verhoeven na ruim twintig jaar weer terugkeerde naar zijn vaderland, een jaar waarin het Nederhorror-virus snel om zich heen greep en een jaar waarin er zowel nationaal als internationaal opmerkelijke successen werden behaald. Daartegenover staan echter ook een aantal (onverwachte) teleurstellingen en minder geslaagde films. Op documentairegebied werden er traditiegetrouw weer een aantal pareltjes afgeleverd en de zevende lichting telefilms leverde ook weer een aantal goede producten op. Tijd voor een terugblik.

Op het Nederlands Film Festival streden traditiegetrouw de beste films om het Gouden Kalf

2006, het jaar waarin het Nederhorror-virus snel om zich heen greep, het jaar waarin Rob Houwer voor het eerst sinds de gigaflop De Zeemeerman weer een film produceerde en natuurlijk het jaar waarin Paul Verhoeven voor het eerst sinds De Vierde Man weer een film draaide op Nederlandse bodem.

2006 is een jaar dat zich als wisselvallig laat omschrijven. Commercieel gezien was de eerste helft van het jaar ronduit teleurstellend. Films als Het Woeden der Gehele Wereld, Ik Omhels je met 1000 armen en Sportman van de Eeuw wisten de verwachtingen niet waar te maken. De tweede helft van het jaar maakte veel goed, met name door goed scorende films als Zwartboek, Kruistocht in Spijkerbroek en Afblijven. Toch is het nog maar de vraag of de filmindustrie de aandacht van het publiek weet vast te houden. Door de afschaffing van de fiscale stimuleringsmaatregel gaat de speelfilmwereld een onzekere toekomst tegemoet. Naast deze commerciële overwegingen en opmerkelijkheden binnen de industrie, was 2006 zoals elk jaar een jaar waarin we afscheid hebben moeten nemen van veel vrienden en bekenden. Tegelijkertijd hebben we ook veel nieuw talent mogen verwelkomen. Verdriet en blijdschap gingen hand in hand.

Prijzen
Na een uitstekend 2005, waarin ruim 2,8 miljoen kaartjes werden verkocht voor een Nederlandse bioscoopfilm, waren de verwachtingen voor 2006 hooggespannen. Reikhalzend en gespannen werd uitgekeken naar Paul Verhoevens Zwartboek, naar de verfilming van Het Woeden der gehele Wereld en naar de laatste speelfilm van wijlen Willem van de Sande Bakhuyzen, Ik Omhels je met 1000 Armen. De eerste maanden van 2006 stond voor de makers echter in het teken van hard werken aan een nieuwe film, die opnieuw het publiek naar de bioscopen moest lokken. De  positieve en grote hoeveelheid aandacht die de Nederlandse film in 2005 ten dele viel, moest hoe dan ook worden vastgehouden. Opmerkelijk, in vergelijking met 2005, is het feit dat de eerste lading nieuwe films pas in maart in de bioscopen verscheen. Geen voorjaarsoffensief dit keer, waar een jaar eerder in de eerste maanden nog flink werd uitgepakt met o.a. Lepel, Vet Hard, Off Screen, Flirt en 06/05.

Toch viel er in de eerste maanden ook nog genoeg te beleven. Vooral door de succesvolle producties van een jaar eerder. Aan de zegetocht van een aantal Nederlandse producties leek geen einde te komen. Off Screen werd aan een flink aantal landen verkocht, was te zien op een groot aantal buitenlandse filmfestivals en won diverse prijzen. Ook een aantal korte films vielen in het buitenland in de prijzen en diverse andere producties werden geselecteerd voor festivals. Het succes van Nederlandse producties in het buitenland zou het hele jaar aanhouden, waarbij vooral de jeugdfilms veelvuldig in de prijzen vielen. Meest opmerkelijke in de beginmaanden van 2006 was echter de route die Paradise Now van Hany Abu-Assad aflegde. De film werd aan meer dan tachtig landen verkocht en op vrijwel elk groot festival bekroond, met als hoogtepunt een Golden Globe voor beste Buitenlandse Film. Reikhalzend werd uitgekeken of de film, door Palestina ingezonden, een Oscarnominatie zou krijgen. Toen de producent eind januari een positief antwoord ontving, werd de blij verraste regisseur Abu-Assad wakker gebeld. De maand die daarop volgde stond vooral in het teken van de lobby van Amerikaans-joodse groeperingen en de kritiek uit Israël omdat door deze instemming het Palestina als land erkend werd. Na veel mediacircus en (onnodige) commotie vond op 5 maart de uitreiking van de Oscars plaats. Helaas ging het beeldje aan Paradise Now voorbij, maar met de nominatie alleen al werd een positief signaal afgegeven aan de Nederlandse filmindustrie.

Zwak begin, sterk einde
De eerste nieuwe Nederlandse speelfilms verschenen pas in maart in de bioscopen. Ik Omhels je met 1000 Armen, de laatste film van de in september 2005 overleden Willem van de Sande Bakhuyzen, had de eer het filmjaar officieel in te luiden. De film, gebaseerd op het gelijknamige boek van Ronald Giphart, werd echter niet al te enthousiast ontvangen door de pers, waarna ook het publiek het liet afweten: de opkomst was ronduit teleurstellend. Sportman van de Eeuw en Het Woeden der Gehele wereld gingen niet veel later zelfs keihard onderuit. Deze laatste film had de grote comeback van producent Rob Houwer moeten worden, maar werd de trieste en definitieve constatering dat Houwer is blijven steken in de moraal van de jaren zeventig. In de eerste vijf dagen trok de film slechts tweeduizend bezoekers. Het totaal aantal mensen dat een kaartje kocht, ligt niet veel hoger. Pas in juni was er enig succes te bespeuren. De tweede Zoop-film deed het naar behoren en wist de beoogde doelgroep wederom te bereiken. Het Nederlandse marktaandeel daalde in de eerste helft van het jaar echter behoorlijk, maar men bleef optimistisch: met potentieel succesvolle releases als Zwartboek, Kruistocht in Spijkerbroek en Nachtrit kon alles nog zomaar goed komen.

Gelukkig gebeurde dit ook. Nadat de diverse media al maandenlang geregeld verslag uitbrachten over de vorderingen van Zwartboek, begon begin september, na de geslaagde wereldpremière op het filmfestival van Venetië, het echte mediaoffensief. Radio- en televisiespotjes, trailers, posters en veel optredens in allerlei programma’s moesten het publiek warm maken voor de eerste Nederlandse speelfilm van Paul Verhoeven in ruim twintig jaar tijd. En het werkte: in minder dan vier dagen tijd waren er al meer dan 100.000 bioscoopkaartjes verkocht. Een kleine drie weken later ontving de producent tijdens het Gala van het Nederlands Film Festival de Platina Film (meer dan 400.000 bezoekers). Half januari wordt de miljoenste bezoeker verwacht. Naast Zwartboek wisten ook Afblijven, Ober en Kruistocht in Spijkerbroek de verwachtingen in te lossen. Vooral Kruistocht in Spijkerbroek viel in positieve zin op. Deze co-productie van de hand van regisseur Ben Sombogaart deed het verrassend goed in de bioscopen en wist zelfs tijdens de kerstvakantie een groot aantal concurrenten voor te blijven. In de laatste anderhalve maand van het jaar wist de film meer dan 325.000 mensen naar de bioscopen te lokken. Toch viel er in de tweede helft van het jaar ook nog wel eens een teleurstelling te verwerken. Nachtrit, de vooraf veelgeprezen film van Dana Nechushtan, verdween al snel in de anonimiteit. Alle bekroningen op het Nederlands Film Festival en de uitermate goede kritieken ten spijt. Ook de vier miljoen euro kostende film over het leven van Herman Brood, Wild Romance, bleek geen succes. De film bracht niet meer dan 200.000 euro op.

‘Nederhorror’ en de positie van de artistieke films
Opvallend in 2006 is de wederopstanding (of opkomst) van de Nederlandse horrorfilm. Na een paar verdwaalde dergelijke genrefilms in de jaren zeventig, tachtig en negentig (Bloedverwanten, Intensive Care, De Johnsons) stond 2006 bol van de ‘enge creativiteit’. Jonge en enthousiaste filmmakers als Frank van Geloven, Edwin Visser en Erwin van den Eshof maakten met weinig financiële steun, maar met veel passie, wilskracht en doorzettingsvermogen een onvervalste Nederlandse horrorfilm. Sl8n8 en DoodEind kregen in Nederland een bescheiden bioscooproulement en zelfs in het buitenland ontstond interesse voor beide films. Hoewel de bezoekerscijfers nauwelijks enige opzien baren, is de aandacht voor ‘Nederhorror’ bijzonder toegenomen. Veel enthousiaste, jonge filmmakers en amateurs putten hoop uit datgene wat met relatief weinig middelen bereikt is door de hierboven genoemde makers. De vraag is of deze trend zich in 2007 gaat voortzetten of niet. Op dit moment bestaan toekomstige projecten enkel en alleen op papier, maar als men iets geleerd heeft van 2006 moet het toch wel de betekenis van het bekende gezegde “waar een wil is, is een weg” zijn.

Voor de artistieke film bleek in 2006 wederom weinig interesse. Ober van Alex van Warmerdam vormde hierop een positieve uitzondering. De film lokte sinds de release op 28 september een kleine 100.000 bezoekers naar de zalen. Maar niet alleen het publiek vindt de weg naar de artistieke film moeilijk, ook de beleidsbepalers zien het vaak niet zitten. De positie van deze tak in de Nederland filmindustrie is dan ook nog altijd ondergeschikt aan die van de publieksfilm. Dit tot groot ongenoegen van veel producenten en regisseurs, die vinden dat de beleidsbepalers de artistieke film te weinig stimuleren en steunen. De VPRO en het Nederlands Fonds voor de Film startten in 2003 het project ‘De Oversteek’ op, waarvan de oogst in 2005 en 2006 onder de loep kon worden genomen. En deze oogst stemt tot tevredenheid. Guernsey, Langer Licht, Diep en Het Zwijgen zijn vier bijzondere films geworden, van vier verschillende makers met een compleet eigen stijl en visie. De kritieken van de pers voor de eerste drie waren bijzonder positief. Over Het Zwijgen was men wat minder enthousiast, maar toch overheerste ook hier een positief gevoel. Het publiek bleef echter massaal weg, enkel Guernsey deed het (overigens al in 2005) met een kleine 30.000 bezoekers vrij aardig. De onvrede en protesten van de producenten en regisseurs lijkt eindelijk gehoor te hebben gevonden nu staatssecretaris Medy van der Laan de komende drie jaar 7,5 miljoen euro extra beschikbaar stelt voor de artistieke film. Ook de publieksfilms krijgen de komende jaren financiële steun van het kabinet. Ter compensatie van de afschaffing van de fiscale stimuleringsmaatregel voor de publieksfilms, wordt voor deze tak jaarlijks 20 miljoen euro extra opzij gezet. Wat hiervan de resultaten zullen zijn, moet uit de toekomst blijken.

Documentaires en televisie
De sterke Nederlandse traditie op het gebied van documentaires werd ook dit jaar in stand gehouden. Ik wil nooit beroemd worden, Buddha’s Lost Children en Dreaming by Numbers werden goed ontvangen, geselecteerd voor buitenlandse fesitvals en daar zelfs bekroond. Een tweede Bert Haanstra werd gevonden in Michiel van Erp, die met de goed ontvangen documentaire Pretpark Nederland een hilarisch beeld schetste van de Nederlandse samenleving. Heddy Honigmann gooide wederom hoge ogen, dit keer met Forever. Op het Nederlands Film Festival won Honigmann voor Forever het Gouden Kalf voor Beste documentaire en kreeg ze de prijs van de Nederlandse filmjournalisten, voor de beste productie van 2006.

De tv-omroepen blijven een belangrijke financieringsbron voor de Nederlandse filmmakers. Door middel van een aantal projecten, wordt de samenwerking tussen de twee gestimuleerd en verstevigd. Ook in 2006 werden er op deze manier een aantal succesvolle lange en korte films afgeleverd. In het inmiddels alweer zevende telefilmproject werden opnieuw een aantal kwalitatief hoogstaande producties aan de kijker voorgesteld. De in 2005 al succesvolle komedie Het Schnitzelparadijs van Martin Koolhoven en het familiedrama De Uitverkorene van Theu Boermans werden in het binnenland en op buitenlandse festivals goed ontvangen en zelfs bekroond. Ook de drama-thriller Escort van Frank Ketelaar kon in Nederland op goede kritieken rekenen en won tijdens het Nederlands Film Festival een Gouden Kalf voor Beste televisie drama.

Het 26e Nederlands Film Festival
Het 26e Nederlands Film Festival vond plaats van 26 september tot en met 6 oktober 2006. Opmerkelijk was het feit dat de Nederlandse première van Zwartboek twee weken eerder plaatsvond en dus niet de openingsfilm van het festival zou worden. Ober, van Alex van Warmerdam, had de eer het festival feestelijk in te luiden. Gast van het jaar was actrice Johanna ter Steege (Spoorloos, Tot Ziens, Verder dan de Maan). Een uitgebreid retrospectief zette Ter Steege en haar werk in de schijnwerpers. Verder was er veel aandacht voor de ‘Nederhorror’, de VPRO documentaireschool en werden acht lijsttrekkers gevraagd hun favoriete film te presenteren. De meeste aandacht ging echter vanzelfsprekend uit naar de Gouden Kalveren. Wordt het Zwartboek of Ober? Of misschien toch Nachtrit? In de dagelijkse talkshows onder leiding van de enthousiaste Matthijs van Nieuwkerk werd er altijf wel even over gesproken. Opmerkelijk was het optreden van Alex van Warmerdam, de ‘concurrent’ van Verhoeven. Licht aangemoedigd door Van Nieuwkerk draafde Van Warmerdam (overigens op een geestige manier) zover door dat hij het Zwartboek ‘een kutfilm van twee vieze oude mannen’ noemde. Tijdens het Kalveren gala heeft Van Warmerdam zich als een sportief ‘verliezer’ getoond door Verhoeven uitgebreid te feliciteren met de gewonnen Kalveren en hebben de twee zich vriendschappelijk verzoend. De belangrijkste Kalveren gingen dan ook naar Zwartboek (Beste film, Beste regie, Beste actrice). Andere grote winnaars waren Ober (Beste scenario, Beste production design) en Nachtrit (Beste acteur, Beste mannelijke bijrol). Opvallend was het feit dat Knetter van Martin Koolhoven vrijwel genegeerd werd door de jury. Het publiek verkoos de film echter tot beste film en Koolhoven mocht de Tiscali publieksprijs in ontvangst nemen. Het gala kende een aantal komische en mooie momenten met als kers op de taart het optreden van Rutger Hauer. Deze mocht een prijs uitreiken aan Heddy Honigmann, voor haar documentaire Forever, om haar vervolgens elegant naar haar zitplaats te begeleiden. Grote winnaar van de Gouden Ui, tegenhanger van het Gouden Kalf, was Het Woeden der gehele Wereld (Slechtste film, Slechtste regie en Meest nutteloze seksscène van het jaar).

Afscheid
Toch werd er niet alleen maar genoten of feest gevierd, er werd ook getreurd om het verlies van een aantal grote en belangrijke mensen uit de filmwereld. Zo verloren we in februari de pas 53-jarige Jan Heijs. Heijs was filmjournalist, -producent, uitgever, festivalprogrammeur en oprichter en uitgever van De Filmkrant. Buiten dat was hij op allerlei manieren betrokken bij veel zaken op filmgebied. Hij was enthousiast en een grote stimulans voor iedereen die met hem werkte. Ook werd er afgelopen jaar afscheid genomen van acteur Joop Admiraal. Admiraal overleed op 25 maart op 68-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Admiraal is vooral bekend van zijn rollen in de films van het Werkteater (Toestanden, Camping, U bent mijn Moeder). Verder speelde hij nog opmerkelijke rollen in Kort Amerikaans, Het Teken van het Beest en De Smaak van Water. In Ober heeft hij een rol als irritante stamgast van het restaurant. Verder werd er in 2006 onder andere nog afscheid genomen van Ronny Erends, Sylvia de Leur, Gees Linnebank, Samuel Meyering, Jeroen de Rijke, Bob van Tol en Frederique Huydts.

Toekomst
2006 was al met al weer een bijzonder enerverend en boeiend filmjaar. Wat de toekomst zal brengen weet niemand, maar dat er weer een hoop gaat gebeuren en veranderen staat vast. Wat zal de invloed zijn van de nieuwe maatregelen van het kabinet? Weten de Nederlandse filmmakers wederom met een aantal goed gerichte producties het publiek naar de zalen te lokken? Wordt er een mooie balans gevonden tussen publieksfilms en artistieke films? Al deze vragen zullen het komende jaar weer voor veel opwinding en spanning zorgen. 2007 wordt hoe dan ook een jaar om naar uit te kijken.