web analytics

Mulisch op het witte doek

Reacties zijn gesloten

‘Zeventien is de leeftijd van mijn ziel,’ vertelde Mulisch (1927-2010) een paar jaar geleden in een interview met De Volkskrant. De begenadigd schrijver, die met literaire meesterwerken als ‘De Aanslag’, ‘De Ontdekking van de Hemel’ en ‘Siegfried’ tot de Grote Drie van de naoorlogse Nederlandse literatuur behoort, doelde hiermee op het voortdurend najagen van zijn dromen, er vol voor gaan. Het leverde hem vele prijzen en loftuitingen op. Filmmakers hebben echter maar sporadisch geput uit het oeuvre van de schrijver.

1976: Volk en Vaderliefde
Wim T. Schippers was in 1976 de eerste die een boek van Mulisch als basis nam voor een film. In het kader van de Herodotus-reeks, schreef Mulisch voor de VPRO het stuk ‘Volk en Vaderliefde’ dat de omroep financiële hoofdbrekens bezorgde. Schippers werd gevraagd het geschrift om te werken tot een betaalbare versie. Opvallend zijn de moderne interventies in het klassieke stuk, zo verschijnt er plots een automobiel in de Griekse Oudheid. De eigenzinnige televisiefilm werd later een ‘low-budget maar high-concept bewerking’ van Harry Mulisch’ gelijknamige koningskomedie genoemd.

1979: Twee Vrouwen
Drie jaar later, in 1979, was een oorspronkelijk verhaal van Mulisch voor het eerst op het witte doek te zien. Zijn ‘Twee Vrouwen’ werd door regisseur George Sluizer (Spoorloos) ambitieus vertaald naar het bioscoopscherm: niet alleen was de voertaal Engels, ook speelden Ingmar Bergman-ster Bibi Andersson (Persona, Smultronstället) en Anthony Perkins (Psycho) de hoofdrollen. Behoudens het recht om het scenario te lezen en veranderingen aan te dragen, bemoeide Mulisch zich niet met de verfilming. De set heeft hij welgeteld één keer bezocht, en enkel omdat er op dat moment een promotiefoto gemaakt diende te worden.

De schrijver toonde zich begeesterd met het eindresultaat: “Wat mij trof is, dat iets wat je toch zelf bedenkt – en hij [Sluizer] heeft dat op de voet gevolgd, zowel dialogen als in de handeling – dat ik toch een soort ontroering kreeg. Dat wil niet zeggen dat een ander dat niet ook zal krijgen, maar ik werd getroffen door het vreemde psychologische feit dat ik iets zag dat ik totaal zelf had bedacht, maar dat toch ook weer werd teruggekoppeld op een ontroering van mij. Alsof het puur een verhaal van een ander was!”

 

Lees ook onze special over de film: ‘Twee Vrouwen – Van de seksgolf naar het feminisme’

1986: De Aanslag
Een Nobelprijs zat er voor Mulisch niet in, wel was hij de eerste Nederlandse schrijver die een film naar zijn werk bekroond zag worden met een Oscar voor Beste niet-Engelstalige film. Fons Rademakers’ vrij letterlijke adaptatie van de roman ‘De Aanslag’ leverde de Nederlandse filmindustrie, naast internationale erkenning, voor het eerst het felbegeerde beeldje op. En dat terwijl de regisseur in eerste instantie weinig mogelijkheden zag in Mulisch’ roman: “Ach, wat heb je daar?,” schamperde de cineast desgevraagd. “Een hoofdpersoon die zelf helemaal niets onderneemt. Alles overkomt hem en nog min of meer toevallig ook. Hoe kun je ooit een film maken met zo’n passieve figuur in de hoofdrol?”

Ook scenarioschrijver Soeteman zag er weinig in. “Maar ik had met Rademakers die vreselijke flop gemaakt [Mijn Vriend (1979)] en zat jegens hem met een schuldgevoel. Ik heb het boek dan ook alleen bewerkt tot scenario omdat Rademakers dat aan mij vroeg en ik nog bij hem in het krijt stond. De Aanslag is van alle kanten bij elkaar gejat: van ‘De perzik der onsterfelijkheid’ van Wolkers tot Het Meisje met het rode Haar, van Rashomon van Akira Kurosawa tot ‘Het behouden huis’ van W.F. Hermans.”

Na een succesvolle Nederlandse première – de film trok zo’n 350.000 bezoekers – zag producent Cannon Films De Aanslag als een prestigeproject; men investeerde enkele honderdduizenden dollars in een Amerikaanse reclamecampagne. En na eerder succes te hebben gehad bij de Golden Globes, won de film uiteindelijk ook de felbegeerde Oscar voor Beste niet-Engelstalige film. Mulisch was er zichtbaar trots op.

 

1995: Hoogste Tijd
Negen jaar na De Aanslag probeerde regisseur Frans Weisz (Leedvermaak, Happy End) Mulisch’ roman ‘Hoogste Tijd’ te vertalen naar het witte doek. Net als bij Twee Vrouwen en De Aanslag bleef ook Weisz dicht op het oorspronkelijke materiaal. “Zijn boeken, inclusief ‘Hoogste Tijd’, waren zo rijk, zo vol met verwijzingen en betekenissen. Elk element in zijn boeken staat voor iets anders. Een huwelijk is nooit een gewoon huwelijk, met de naam van elk personage of elke locatie heeft hij iets bedoeld,” vertelde de regisseur eerder vandaag. “Dat maakte het ook moeilijk om zijn boeken te verfilmen, al liet Mulisch ons daar volledig vrij in. Hij wilde alleen dat hij de personages uit zijn boeken nog zou terug herkennen als hij ze in onze film tegenkwam. Ik heb dat ook heel nadrukkelijk geprobeerd. En hij stelde na het zien van de film dat het ons gelukt was.”

Hoogste Tijd wist echter zowel bij de critici als het publiek weinig indruk te maken. Als er iets is waar de film vandaag de dag nog om herinnerd wordt, dan is het door Rijk de Gooijer. De acteur gooide het Gouden Kalf dat hij voor zijn rol in de film won uit een taxi naar buiten.

2001: The Discovery of Heaven
In 1992 verscheen Mulisch magnus opus ‘De Ontdekking van de Hemel’. Het zo’n 900 bladzijden tellende boek leek onverfilmbaar, maar hier had het trio Jeroen Krabbé – Ate de Jong – Edwin de Vries geen boodschap aan. Subplotten en personages sneuvelden, passages werden driftig geschrapt en uiteindelijk rolde er een intrigerende film van iets meer dan twee uur uit. De critici reageerden gematigd positief, bijna beleefd. Het publiek bleek iets enthousiaster: 543.000 mensen kochten een kaartje. In het buitenland sloeg de groots opgezette film, die met een budget van 30 miljoen gulden behoorlijk hoog inzette, echter niet aan.

Extra: The Room
In 2001 maakten Rutger Hauer en Erik Lieshout de korte film The Room, gebaseerd op Mulisch’ ‘De Kamer’. Bekijk hem hier:

3 gedachten over “Mulisch op het witte doek

  1. Ook het verhaal “De grens” van Harry Mulisch, ooit eens uitgegeven door De Bijenkorf in een bibliofiele uitgave (250 exemplaren), tevens voorkomend in de verhalenbundel “Oude Lucht”, iis verfilmd, met onder andere Rijk de Gooyer. Het betreft een 36 minuten durende film, in 1979 gemaakt door Bobby Eerhart. Naar het mij wil voorkomen moet de film berusten bij het Nederlands Audio Visueel Archief, maar ik sluit niet uit dat de film thans valt onder Beeld en Geluid.
    ’t Zou aardig zijn als de film nog eens zal worden uitgezonden.

Reacties zijn gesloten.