In het Limburgse Brunssum vonden afgelopen zomer opnamen plaats voor de zesdelige jeugdserie Tien Torens diep, gebaseerd op het gelijknamige boek van schrijver Jacques Vriens. De serie speelt zich af in een mijnwerkerskolonie in de jaren zestig. NeerlandsFilmdoek nam een kijkje op de set.

Magie
De zon verdwijnt langzaam achter de horizon en kleurt het authentieke straatbeeld warm en sfeervol op. Paard en wagen, kolen achterop, komen aanrijden. De camera observeert het straatleven. Bliksemsnel schiet plots een jongen voorbij. Hij springt over een gammel tuinhekje en stopt wanneer hij zijn opa voor het huis ziet zitten. Deze kijkt hem liefdevol en zorgwekkend aan. “En cut!” – abrupt wordt de magie onderbroken en haalt de realiteit de fantasie in. We bevinden ons niet in een knusse kolonie zo’n vijftig jaar geleden, maar zijn op een geavanceerde filmset anno 2009.

Tien Torens diep vertelt het verhaal van mijnwerkerszoon Stef, die later samen met zijn vriend Victor de mijn in wil om ‘koempel’ te worden. Samen hebben ze een geheime club opgericht, waar niemand anders lid van mag worden. De stoere Wietske denkt daar echter anders over; zij wil bij de club, want ze wil later ook de mijn in. Ze worden goede vrienden en beleven allerlei avonturen, maar komen er ook achter dat het mijnleven minder rooskleurig is dan ze wordt voorgeschoteld.

Appel en ei
Harro van Staverden, producent van de serie, heeft met een budget van slechts vier-en-een-halve ton een bijzondere prestatie geleverd. De serie werd grotendeels op locatie gedraaid en kent een op het oog levensechte aankleding. In een woonwijk in Brunssum, waar Stefs dorpje is gesitueerd, werd zelfs een compleet huis opnieuw ingericht. Vloerbedekking, meubels en behang werden vervangen, de keuken werd gesloopt en allerlei dagelijkse attributen moeten de kijker het gevoel geven dat deze zich zo’n vijftig jaar terug in de tijd begeeft. De geschiedenis komt opnieuw tot leven.

Talent
De hoofdrollen in Tien Torens diep zijn weggelegd voor nieuwe, jonge talenten. Breed lachend en dollend met iedereen die dat wil lopen ze tussen opnames vrij door het decor. Soy Kroon (13), die Victor speelt, vat de sfeer op de set goed samen: “We zijn net één grote familie. Iedereen zet zich voor de volle tweehonderd, nee, driehonderd procent in. Volgens mij is het ook aan de serie af te zien dat het met enorm veel liefde gemaakt is.”

Hoe gezellig het op de set ook mag zijn, er moet ook gewoon gewerkt worden. Zo’n honderdvijftig minuten filmmateriaal moet uiteindelijk goed genoeg zijn om op televisie vertoond te worden. Debutant Dennis Verhagen (14), die Colla – het zoontje van een rijke mijnwerkersbaas – speelt, vindt ‘werk’ echter een te taakgerichte omschrijving. “Natuurlijk wordt er ook hard gewerkt op de momenten dat het moet, maar de sfeer is en blijft altijd relaxed. We helpen elkaar en doen ons uiterste best. Er wordt goed voor elkaar gezorgd en we kunnen goed met elkaar opschieten.”

Niet alleen zijn de jeugdige hoofdrolspelers op de set goede vrienden, in het oorspronkelijke verhaal van ‘Tien Torens diep’ speelt de vriendschap tussen de drie hoofdpersonages eveneens een belangrijke rol. Charlotte Hoffman (13), die Wietske speelt, onderstreept deze lezing. “De band tussen de drie vrienden is het belangrijkste. Hoe ze met elkaar omgaan en elkaar helpen. Daarnaast speelt het mijnverleden natuurlijk ook een belangrijke rol. De saamhorigheid toentertijd was enorm, dat moest ook wel. Men leefde voortdurend in angst of men wel weer boven zou komen. Ook voor de familieleden van de mijnwerkers was het verschrikkelijk; je wist nooit of je man of vader weer boven zou komen.”

Droom
Voor Jacques Vriens, schrijver van het boek waarop de serie gebaseerd is, gaat met de verfilming van zijn veelgeprezen jeugdroman een droom in vervulling. “Toen ik hoorde dat er plannen waren om het boek te verfilmen was ik ontzettend blij. Ik vind het echt geweldig. Ik hoopte altijd al stiekem dat er iemand was die het idee zou krijgen met een van mijn boeken aan de slag te gaan.”

Veeleisend was de schrijver dan ook niet. “Ik heb van de auteursrechten afgezien. Ik had maar twee eisen. Ik wilde vanaf het begin bij het geheel betrokken worden, zodat ik zelf ook begreep hoe televisie te werk gaat en welke wetten daar gebruikt worden. Het schrijven van het boek is toch heel anders dan het maken van een film of televisieserie. En als tweede vroeg ik om een klein rolletje,” lacht Vriens. In de serie is de schrijver dan ook te zien als mijnopzichter. Wel goed kijken, want zijn kenmerkende baard moest er vanwege de authenticiteit voor de opnamen af.

Tien Torens diep is vanaf zaterdag 14 november wekelijks om 19.00 uur te zien op de Limburgse regionale zender L1. Vanaf zondag 24 januari brengt de AVRO de serie op de publieke zender, wekelijks om 18.10 uur. Blijf NeerlandsFilmdoek goed in de gaten houden, de komende weken volgen nog interviews met producent Harro van Staverden, de drie jonge hoofdrolspelers en schrijver van het boek Jacques Vriens.