web analytics

Roel Reiné over Drifter

Reacties zijn gesloten

“Drifter is een ’tussenfilm’, meer persoonlijk en klein.”

 

Gouden Kalf winnaar Roel Reiné (The Delivery, Adrenaline) vloog over vanuit Amerika om zijn film Drifter, die afgelopen donderdag op het Nederlands Film Festival in première ging, te presenteren. Een Q&A achteraf leverde het volgende verslag op.  

 

 

Sain
Drifter kwam gemakkelijk van de grond, aangezien hij maar 40.000 dollar heeft gekost. Drifter is volgens Reiné ook meer een soort van tussenfilm, die vooral gemaakt is voor uitbreng op festivals. Om ‘sain’ te blijven [Reiné knipoogt] naast films als Deadwater en de Steven Seagal film Marker, maakte hij Drifter.

 

Hard werken
Drifter werd in maar 10 dagen opgenomen. Met drie auto’s en één camper reed men van locatie naar locatie. Op de vraag hoe hij dit voor elkaar kreeg met al die verschillende landschappen reageert hij  glimlachend: “Door heel hard te rijden”. Meestal werd er zonder toestemming gedraaid. In downtown LA moest er gewacht worden totdat de weg vrij was, zodat er met een schoudercamera scènes gedraaid konden worden. De scènes die zich op het water afspelen, moesten zelfs binnen vier uur tijd gedraaid worden.

 

Vacuüm
Het verhaal voor Drifter bedacht Reiné toen hij in de woestijn was. Hij was altijd al gefascineerd door de woestijn: het is een soort vacuüm. Voor de film was Reiné op zoek naar locaties die het leven tussen hemel en hel vertegenwoordigden. De woestijn was dus een uitermate geschikte keuze: het representeert de ruimte tussen leven en dood in.

 

Nederlander
Op de vraag of Reiné sinds hij in Amerika woont twee paspoorten heeft, antwoordt hij resoluut ‘nee’. “Ik blijf altijd heel erg Nederlander.” Zijn zoon (een jonge baby, ook aanwezig in de zaal) beschikt wel over twee paspoorten. In elk van Reiné’s films probeert hij rollen door een Nederlander te laten spelen. In Drifter was dit Hanna Verboom (Snowfever). Victor Löw (Lek) zal in de vierde Amerikaanse film van Reiné gaan spelen.

 

Filmfonds
Ook wordt er gevraagd wat Reiné van het Nederlands Filmfonds vindt, na alle commotie die er bij de afgelopen subsidie aanvragen was. “Prima”, antwoord hij, “ik heb twee keer iets ingediend en twee keer iets gekregen”. Daarbij zegt hij wel dat hij dit pas deed, nadat de film al gemaakt was en zo achteraf het geld ontving.

 

Eerste stap
Reiné is de eerste twee jaar in Amerika vooral bezig geweest met contacten opdoen en relaties opbouwen. “Velen zijn wel geïnteresseerd in wat je doet, maar niemand durft de eerste stap te zetten als je een script hebt”. Toen er een trailer van Drifter vertoond kon worden, kwam de interesse op gang en kon Reiné onder andere Marker, de nieuwe film met Steven Seagal, gaan draaien. Als markant detail vertelt hij dat hij voor deze film een budget had van 10 miljoen dollar, maar hij uiteindelijk maar 2,7 miljoen tot zijn beschikking had, omdat de rest naar Seagal ging.

 

Bezemkast
Erg vindt Reiné dit echter helemaal niet. “Als het eenmaal loopt is de ‘sky the limit’. De eerste twee jaar in Amerika woonden we in een bezemkast. Nu genieten we van het Hollywoodleven met huis en zwembad.

Reacties zijn gesloten.