Vanavond eet filmmaker Rudolf van den Berg met het bord op schoot in het programma-onderdeel ‘De Smaakmakers’. Om 18.00 uur gaat hij, onder het genot van een hapje en drankje, een uur lang in gesprek met Jan Eilander. Door Van den Berg geselecteerde filmfragmenten zullen zijn smaak en voorkeuren illustreren. Om half 8 start vervolgens zijn keuzefilm in Rembrandt 2: George Sluizers klassieker Joao en het Mes (1972).
Joao en het Mes
In 1972 maakte George Sluizer, die het vak leerde bij grootheden als Marcel Carné, Mike Todd en Bert Haanstra, de vergeten klassieker Joao en het Mes. Het betekende, na vele National Geographic documentaires in de jaren zestig, zijn eerste lange speelfilm.
Joao en het Mes gaat over de oude Braziliaanse koeherder en jaguar-doder Joao, een oude Braziliaanse koeherder en jaguar-doder. Hij trouwt een jongen vrouw. Zij moet hem naar ’s lands wijs volkomen onderdanig zijn. Jaloers als hij is, brengt João haar naar een eenzame boerderij en verbant zelfs zijn zoon. Desondanks laat hij zijn jonge vrouw vier jaar lang moederziel alleen, omdat hij rijk wil worden met het winnen van rubber in de Braziliaanse oerwouden. Als hij terugkomt heeft zijn vrouw haar intrek genomen bij haar moeder en is er een kind waarvan hij niet zeker is of het al dan niet is geadopteerd. João, in goede doen nu, koopt een mes en neemt zijn vrouw mee op bootreis.
Productie
Twaalf weken lang verbleef Sluizer met cast en crew in de binnenlanden van Brazilië en gevaarlijke Amazone-gebieden: ratelslangen, giftige spinnen en ander ongedierte vormde een continue bedreiging. Omdat er her en der betaald moest worden om te draaien of voor voedsel en materiaal, zeulde men voortdurend met grote koffers vol geld. Het totale budget van de film bedroeg 650.000 gulden. Geschoten materiaal werd richting Europa gestuurd, maar verdween soms spoorloos. Sluizer hield echter vol: ‘Als ik iets in mijn kop heb gezet, ben ik een doordouwer.’ Achter de camera stond Jan de Bont.
De film, gebaseerd op de novelle ‘A faca e o Rio’ van Odylo Costa-Filhos, kreeg aardige kritieken, maar wist commercieel gezien weinig potten te breken. De film draaide slechts een week in Amsterdam en verdween al snel geheel uit de zalen. Een groep grote Nederlandse filmmakers protesteerde en de film keerde terug op het witte doek. Maar wederom bleef de gewenste stroom aan bezoekers uit. In het buitenland deed de film het beduidend beter. Niet alleen werd Joao en het Mes op vele festivals vertoond, tevens won ze diverse prijzen.