Deze week ging in het Eye Filmmuseum de grote expositie over Stanley Kubrick van start. Hoewel de beste man al in 1999 stierf en zelfs de première van zijn laatste film Eyes Wide Shut niet meer meemaakte, blijkt zijn invloed internationaal gezien nog steeds onnoemelijke groot. Hoe zien we dat terug in de Nederlandse film?
Kubrick als maatstaf
Als het brein achter controversiële en baanbrekende meesterwerken als Lolita, 2001: A Space Odyssey, A Clockwork Orange en The Shining kan Kubrick moeiteloos in het rijtje grootste cineasten van de twintigste eeuw worden geplaatst. Superlatieven schieten bij kenners en collega filmmakers tekort om de impact van zijn films te beschrijven. Bij mogelijke ‘nieuwe meesterwerken’ kan er zelfs, zo lijkt, vaak alleen maar naar zijn films worden gerefereerd. Dat bleek bijvoorbeeld maar weer toen Terrence Malicks The Tree of Life tijdens het Cannes filmfestival van 2011 de Gouden Palm won. Een film die grote filosofische vraagstukken als de oorsprong van het leven behandelde, waardoor de vergelijking met Kubricks 2001 al snel was gemaakt. Een vergelijking. Maar daar houdt het verder dan ook mee op. De Malicks van deze wereld zijn interessante en gerespecteerde filmmakers, maar Kubrick is duidelijk een internationaal begrip.
Kubrick en de Nederlandse film
In Nederland vertaalt zich dit echter niet of nauwelijks in duidelijke Kubrickaanse invloeden in specifieke Nederlandse films. De meest opmerkelijke connectie tussen Kubrick en de Nederlandse film deed zich voor bij de toch al weinig erkende klassieker Spoorloos van George Sluizer uit 1988, een verfilming van de roman ‘Het gouden ei’ van Tim Krabbé. Kubrick, die bekend stond als kluizenaar en zich al sinds de première van 2001: A space odyssey nauwelijks in het openbaar vertoonde, belde na het zien van Spoorloos prompt Sluizer op om te vertellen dat hij de film drie keer had bekeken en dat hij het de meest beangstigende film vond die hij ooit had gezien. Kluizenaar Kubrick voerde vervolgens een meer dan drie uur durend gesprek met de in Nederland eigenlijk vrij anoniem gebleven Sluizer over de voordelen van digitaal monteren. Koetjes en kalfjes voor filmmakers dus.
Kubrick en Johanna ter Steege
Mede door dit gesprek had Sluizers hoofdrolspeelster Johanna ter Steege zich bijna in een indrukwekkend rijtje van actrices als Shelley Duvall en Nicole Kidman, die onder Kubrick hebben gewerkt, kunnen scharen. Kubricks laatste vraag aan Sluizer was namelijk hoe hij Ter Steege kon bereiken voor een rol in zijn nieuwe project: Aryan Papers, gebaseerd op Louis Begley’s roman over de Holocaust, ‘Wartime Lies’. Het was een gegeven waar filmliefhebbers al op voorhand van smulden. Een film over de Holocaust door Stanley Kubrick, die zelf een Joodse achtergrond had.
Kubrick was gecharmeerd van de Nederlandse actrice en legde haar vast voor de hoofdrol, een Pools-Joodse vrouw. Ze liet hierbij naar verluid topactrices uit Hollywood als Uma Thurman en Julia Roberts achter zich. Het droomscenario werd echter een bittere teleurstelling, zowel voor de filmwereld als voor Ter Steege persoonlijk. Tegen de tijd dat er gedraaid zou gaan worden, bracht Spielberg Schindlers List uit. De impact van die film was, zoals we inmiddels weten, enorm. Reden voor Kubrick om de stekker uit zijn project met Ter Steege te trekken. Hij was ervan overtuigd dat zijn film na het succes van Spielbergs werk als mosterd na de maaltijd zou worden ervaren.
Maar niet getreurd. De Nederlandse film en Stanley Kubrick worden de komende tijd dichter bij elkaar gebracht dan ooit in het gloednieuwe filmmuseum aan het IJ. Liefhebbers en geïnteresseerden bieden wij daarnaast alvast een voorproefje met het onderstaande Youtube-fragment uit een zeldzame Nederlandse (jawel!) documentaire over Kubrick, waarin onder anderen George Sluizer en Johanna ter Steege in meer detail over hun ervaringen met de grootmeester vertellen.
Bron afbeelding: Christiane Kubrick