Barry Atsma staat op de cover van Volkskrant Magazine met zijn hand in zijn broek. Mijn blik stuitert op en neer als die van een man die naar een vrouw met grote borsten staart. Omhoog, omlaag, snel weer omhoog. En dan weer omlaag. Ja, die hand is echt diep onder de tailleband gestoken, ik heb het me niet verbeeld.
Atsma lijkt vriendelijk naar de fotografe te glimlachen terwijl hij nog even zijn overhemd rechttrekt voor de komende fotosessie. Behalve dat zij al afdrukt, het loeder. Het is een redenering die klopt bij de tendens van het interview (‘De media hebben het gedaan’), maar hij klopt natuurlijk niet. Atsma is zich ervan bewust dat hij poseert op een manier die op zaterdagochtend zal worden becommentarieerd aan talloze ontbijttafels (‘Legt ‘ie nou z’n piemel recht of zo?’). Hij heeft niet alleen de volledige controle over de spieren van zijn hand, maar ook over die van zijn gezicht.
De fotograaf is trouwens een man. Atsma flirt niet met de fotograaf, maar met de tijdschriftlezer. Dat doet hij met zo veel overgave, dat ik zijn blik kan blíjven bestuderen. Vriendelijk, geslepen, onbetrouwbaar, gewiekst, onschuldig, twijfelend, zelfverzekerd … hoe kijkt hij nou echt? Atsma’s gezichtsuitdrukking is zo multi-interpretabel dat iedere willekeurige blik van Pierre Bokma er eendimensionaal bij afsteekt.
De foto zet de negatieve recensies van Quiz in een ander daglicht. Ook Atsma’s volgende project zie ik weer vol vertrouwen tegemoet. ‘Knielen op een bed violen’ is een uiterst naargeestig verhaal over een man die gekweld wordt door het religieus extremisme van zijn vader en de uitwerking die dat heeft op de rest van het gezin. Dat Barry Atsma de hoofdrol zou spelen, leek me onlogisch. Die gladde jongen? Was er bovendien geen sprake van een overkill aan Atsmahoofdrollen? Maar na De Foto ben ik helemaal bijgedraaid. Wat kan die jongen acteren.