Internet herbergt een schat aan (vergeten) materiaal. Niet alleen op Youtube staat het bol van de filmpjes uit of over films en televisie, ook in de archieven van de diverse omroepen en allerlei fansites is enorm veel audiovisueel materiaal te vinden. Omdat het vrijwel onmogelijk is om dit in uw eentje te ontdekken, presenteert NeerlandsFilmdoek de rubriek ‘Geknipt’, waarin we wekelijks een filmpje zullen selecteren.
Geknipt #184: De Dream
In 1985 maakte regisseur Pieter Verhoeff het Friese drama De Dream. De film vertelt het liefdesverhaal van Wiebren Hogerhuis (Peter Tuinman) en Ymkje Jansma. Wat voor haar werkelijkheid moest worden, was voor hem een voorbijgaande verliefdheid. Wanneer Ymkje wordt afgewezen is de leugen haar wraak. Ze verklaart tijdens de tumultueuze rechtszitting Wiebren herkend te hebben als een van de inbrekers in de boerderij van Haitsma. Ook de kameraden uit de socialistische beweging laten de broers Hogerhuis in de steek, omdat de werkelijke daders deel uit maken van die beweging. Zullen de broers er ooit in slagen hun onschuld te bewijzen?
Bekijk hier nu unieke achter de schermen-beelden!
Enkele jaren geleden heb ik in het kader van 200 Jaar Justitie bij de vertoning van een aantal ‘justitiegetinte flims’ een lezing gehouden over de film “De Dream”. De tekst van die lezing volgt hieronder:
DE DREAM – PIETER VERHOEFF
(met in de hoofdrollen Peter Tuinman (Gouden Kalf) en Joke Tjalsma)
Eigenlijk is er niet zoveel veranderd.
Eind 1895 worden er in Nederland woningovervallen gepleegd. Ook anno 2011 worden er in Nederland woningovervallen gepleegd. De politie slaagde er 106 jaar geleden niet altijd in die overvallen op te lossen. Ook in 2011 blijven sommige woningovervallen onopgehelderd.
Eén woningoverval in Noord Friesland maakt geschiedenis. Die staat ook centraal in deze film. Op 5 december 1895, omstreeks elf uur ’s avonds, is het raak in Britsum, een klein plaatsje in de buurt van Stiens, ten noordoosten van Leeuwarden, richting Holwerd.
Boer Gatze Haisma, vrijgezel en financieel welgesteld, ligt al in de bedstee. Zijn huishoudster Ymke Jansma en haar broer Sieds Jansma wonen bij Haisma in. Er wordt een raam ingeslagen. Twee mannen stormen naar binnen. Er ontstaat een worsteling. Er wordt geschoten. Sieds Jansma raakt gewond. Ymke Janssen vlucht naar buiten. Daar ziet zij nog een derde man staan. De drie mannen vluchten richting Beetgum. Zonder buit. Wel met achterlating van een lantaarntje.
Als de politie ter plaatse komt verklaren de drie bewoners dat zij geen van de overvallers hebben kunnen herkennen. Bij de overval was de olielamp kapot gevallen en ontstond er totale duisternis.
De zoon van de gewaarschuwde buurman zegt te denken aan de gebroeders Hogerhuis: Wiebe, Marten en Keimpe. Zij wonen in Beetgummermolen in een als minder gunstig bekend staande buurt. En Wiebe Hogerhuis komt wel eens bij Haisma over de vloer. Huishoudster Ymke en haar broer werpen de gedachte aan de gebroeders Hogerhuis verre van zich. Ymke heeft verkering met Wiebe. En haar broer kent hem als een fatsoenlijk mens. Het achtergelaten lantaarntje wordt aan de familie Hogerhuis getoond. Niemand herkent het. Bovendien hebben ze een alibi. Twee waren er op bunzingjacht, de derde was thuis en sliep al. Zijn moeder kan dat bevestigen.
Vier dagen na de overval zeggen Gatze Haisma en huishoudster Ymke Jansma echter dat zij toch sterk aan de gebroeders Hogerhuis denken. En ook Sieds Jansma is na een gesprek met de Commissaris van Politie met de Commissaris de gedachte toegedaan dat de broers Hogerhuis schuldig kunnen zijn aan de overval. Eind december 1895 weten de drie overvallen bewoners het zeker. Zij hebben “onmiddellijk” de gebroeders Hogerhuis herkend. De broers worden opgepakt en vastgezet.
Redelijk vermoeden van schuld
Als iemand op heterdaad wordt betrapt – de inbreker wordt in de woonkamer overlopen – mag iedereen de verdachte aanhouden in afwachting van de komst van de politie. Als er geen sprake is van betrapping op heterdaad – de onbekende inbreker is gevlucht en spoorloos – dan mag de politie pas tot aanhouding overgaan met toestemming van de officier van justitie. Voorwaarde is dat uit feiten of omstandigheden moet blijken van een redelijk vermoeden dat iemand zich aan het strafbare feit schuldig zal hebben gemaakt. Bijvoorbeeld, de inbreker heeft een portemonnee verloren, waarin zijn gratis verkregen identiteitskaart is opgeborgen. Dan is te verdedigen dat er een redelijk vermoeden is ontstaan dat de eigenaar van die kaart er wel eens mee te maken zou kunnen hebben.
Dat is in 1895 bij deze zaak geenszins het geval. Eerst heeft niemand de daders herkend. De olielamp was omgevallen, totale duisternis. En later zeggen de bewoners dat zij onmiddellijk de gebroeders Hogerhuis hebben herkend. Als niet duidelijk wordt hoe die ommekeer is ontstaan, is er naar huidige maatstaven geen redelijke verdenking. De politie ondervindt in die dagen ernstige kritiek, omdat de woningovervallen niet worden opgelost. Niet uitgesloten is dat de politie, teneinde een daad te stellen, de overvallen bewoners deze beschuldigende verklaring heeft aangepraat.
Zitting, hoger beroep, cassatie
De gebroeders Hogenhuis zitten dus in voorarrest. Op 3 juni 1896 begint het proces in de rechtbank Leeuwarden. Voor deze film is overigens uitgeweken naar de rechtbank Groningen in de Oude Boteringestraat, die nog over een ouderwetse rechtszaal beschikte met een fraai wit beeld van Vrouwe Justitia. Het proces duurt tot tien uur ’s avonds. Er worden 22 getuigen gehoord. Dat zou tegenwoordig dagen, zo niet weken gaan duren. Op 17 juni 1896 velt de rechtbank vonnis. Wiebren krijgt 12 jaar, Marten 11 en Keimpe 6 jaar gevangenisstraf. Ze gaan in hoger beroep.
Op 5 augustus 1896 komt het Hof Leeuwarden tot hetzelfde oordeel als de rechtbank. De broers gaan nog in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden. Tevergeefs. Op 29 september 1896 verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep.
Drie rechterlijke instanties hebben in vier maanden tijd over deze zaak geoordeeld. Anno 2011 is daarmee minstens drie jaren gemoeid. Het Openbaar Ministerie is een nieuw project gestart – ZSM (Zo spoedig mogelijk) – waarin ernaar wordt gestreefd de duur van een strafproces aanmerkelijk te bekorten. Of het ooit nog zo snel zal gaan als in 1895 valt te betwijfelen.
Overigens, de aan de gebroeders Hogerhuis opgelegde straffen zijn draconisch. Voor een woningoverval, zelfs een waarbij iemand gewond raakt, wordt thans door de strafrechter gemiddeld vier à vijf jaren opgelegd. Kennelijk wilde Justitie in deze Hogerhuiszaak een daad stellen.
Het volk komt in opstand
Al vrij snel na de veroordeling van de drie broers Hogerhuis duiken geruchten op dat zij onschuldig zijn veroordeeld. Een Beetgummer predikant krijgt bezoek van twee dorpsgenoten. Zij noemen namen van de werkelijke daders. De predikant heeft een diepe afkeer van Staat, politie en justitie. Hij gaat nog wel naar de politie toe en meldt dat de broers Hogerhuis onschuldig zijn. Wie de daders wel zijn zegt hij niet. Uit principe. De dorpsgenoten schakelen het Friesch Dagblad in. De minister van Justitie wordt verzocht nieuw onderzoek in te stellen. Dat gebeurt.
Eigenlijk is er niets veranderd.
Wordt er in 1897 nieuw onderzoek verricht, ook anno 2011 kunnen oude afgesloten strafzaken tot nieuw onderzoek aanleiding geven. Dat gebeurt door de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken. Die Commissie heeft onder meer onderzoek verricht in de strafzaak tegen Ina Post en Lucia de Berk. Het onderzoek in 1897 in de zaak Hogerhuis leidt niet tot een nieuwe rechtszaak. Inmiddels worden de protesten heviger. Er worden bijeenkomsten georganiseerd, brochures geschreven en marsen gehouden. Vierduizend mensen hebben zich nog eens verzameld bij het Paleis van Volksvlijt in Amsterdam om te betogen tegen de onterechte veroordeling van de broers Hogerhuis.
Mr. Pieter Jelles Troelstra, voorman van de socialisten in Friesland, benoemd tot lid van de Tweede Kamer, bemoeit zich intensief met de zaak. Tevergeefs, evenals een herzieningsverzoek dat door de Hoge Raad in 1900 wordt afgewezen.
Eigenlijk is er niet veel veranderd.
Waren er rond 1897 hevige protesten, ook de afgelopen jaren is er in Nederland veel roering geweest over afgesloten strafzaken. De Schiedammer Parkmoord, waar achteraf is gebleken dat een onschuldige is veroordeeld. De Puttense moordzaak, waarbij dankzij de volharding van Peter R. de Vries twee veroordeelden uiteindelijk zijn vrijgesproken. Lucia de Berk, die dankzij inspanningen van wetenschappers is vrijgesproken van enkele moorden. Voor haar is indertijd, toen zij nog gevangen zat, een protestmars gehouden. Een stille tocht rondom de muren van de gevangenis. Maarten ’t Hart was een van de deelnemers.
De Hogerhuis broers hebben hun straf uitgezeten. Zij waren socialist. Hun kameraden hebben voor hen geprotesteerd en vrijlating bepleit. Tegelijkertijd hebben diezelfde kameraden nooit bekend gemaakt wie de werkelijke daders waren. Ook dat waren socialisten. Hèn verraden was kennelijk nog erger dan onschuldige medesocialisten te laten opsluiten. Wellicht heeft deze affaire aan de wieg gestaan van het gezegde: Beter tien schuldigen vrij uit, dan een onschuldige veroordeeld.
Over de regisseur en scenarioschrijver
In 1985 heeft Pieter Verhoeff de Hogerhuisaffaire onderwerp gemaakt van een speelfilm. Verhoeff is in februari 1938 in Lemmer geboren. In 1966 studeerde hij af aan de Filmacademie. Hij regisseerde in de zeventiger jaren afleveringen van het VPRO-programma “Het gat van Nederland”, was de eerste regisseur van de televisiereeks Jiskefet. Zijn eerste speelfilm dateert van 1980, “Het teken van het beest”, een prachtige film rondom IJe Wijkstra, die in 1930 tot twintig jaar cel is veroordeeld wegens de moord op vier veldwachters in Grootegast in het Westerkwartier van Groningen. Hij kreeg hiervoor een Gouden Kalf, de Nederlandse Oscar. Verhoeff heeft in 187 de film “Van geluk gesproken” geregisseerd, de verfilming van het gelijknamige boek van Marijke Höweler. In 2001 verraste hij opnieuw met “Nynke”, waarin Monika Hendrikx op indrukwekkende wijze de rol speelt van de vrouw van mr. Pieter Jelles Troelstra, die zojuist al even voorbij kwam. In 2008 maakte hij de jeugdfilm “De brief voor de Koning”, naar een boek van Tonke Dragt.
Verhoeff is ook bekend om zijn documentaires. “Eigen weg”, een filmportret van de schilder Leon Adriaans, “Alles komt ergens van”, een documentaire rondom de acteur Gerard Thoolen en “Het onzegbare”, waarin hij schrijver Jan Siebelink volgt tijdens lezingen over diens boek “Knielen op een bed violen”.
Scenarioschrijver Kooyman
Het scenario voor “De dream” is geschreven door de schrijver Dirk Ayelt Kooyman. In 1971 debuteerde hij met de verhalenbundel “Manipulaties” en in 1973 publiceerde hij de roman “Een romance” publiceerde. Kooyman is oprichter en lange tijd redacteur van het literaire tijdschrift “De Revisor”, waarin op een academische manier litteratuur werd bedreven. In 1982 publiceerde hij “Montijn”, de levensgeschiedenis van beeldend kunstenaar Jan Montijn. Andere boeken van Kooyman zijn wat onderbelicht gebleven en blijven dat nu ook.
Tot slot
Pieter Verhoeff heeft de feiten uit de Hogerhuisaffaire gebruikt, enigszins aangepast en ten behoeve van zijn speelfilm ook hier en daar verdraaid. De liefdesrelatie tussen Ymke Jansma en Wiebren Hogerhuis speelt een belangrijke rol in deze film. Heeft Ymke Wiebren verraden, toen hij zich niet definitief aan haar wilde binden en zij haar droom uiteen zag spatten?