In Amsterdam draait het IDFA nog steeds op volle toeren. Tijdens het festival gaan ook veel Nederlandse documentaires in première. Wie weet zitten er net zo’n pareltjes tussen als onderstaande.
Documentairetraditie
Lange tijd kende de Nederlandse cinema een documentairetraditie. Toen na de oorlog de speelfilmindustrie op haar gat lag, werd de leemte opgevuld door (veelal korte) documentaires, die internationaal hoge ogen gooide. Bert Haanstra, Herman van der Horst en Max de Haas zijn slechts enkele voorbeelden van cineasten die de Nederlandse documentairefilm destijds op de kaart hebben gezet. In de decennia daarna is deze traditie voortgezet en heeft Nederland een sterke positie opgebouwd als het gaat om documentaires. NeerlandsFilmdoek selecteerde drie vrij recente producties die het aanzien meer dan waard zijn.
Buddha’s Lost Children (2006)
Regisseur Mark Verkerk observeert gedurende een jaar het leven van Phra Khru, zijn helpers en leerlingen. Het is opvallend hoe dichtbij Verkerk mag en kán komen. De camera lijkt een onzichtbare toeschouwer te zijn voor de kinderen; nergens lijken ze te beseffen dat ze worden gefilmd. Hierdoor kijk je constant naar levensechte personen. De oprechtheid en speelsheid waarmee ze zich bewegen is vertederend en ontroerend. Gesteund door de prachtige, rustig ogende omgeving en de weelderige, kalmerende muziek word je langzaam meegezogen in de wondere wereld die Phra Khru de kinderen biedt. De combinatie van beeld en geluid is op een aantal momenten bijzonder subtiel en ontroert zonder dat er werkelijk iets gebeurt. Het zelfvertrouwen van de kinderen groeit en daarmee de betrokkenheid van de kijker.
Erwin Olaf, on Beauty and Fall (2009)
In 2009 maakte Michiel van Erp (Pretpark Nederland) een ontroerend portret over de aan longemfyseem lijdende fotograaf Erwin Olaf. Zijn drukke, succesvolle carrière vraagt veel van zijn lichaam en het is de vraag hoe lang het deze slijtageslag nog volhoudt. De spontaniteit, openheid en verbetenheid van Olaf zorgen in combinatie met de doorgrondende aanpak van Van Erp voor een ontroerend portret.
Parradox (2010)
Met Pim de la Parra als onderwerp ben je haast wel verzekerd van een boeiend product. Dat het regisseur In-Soo Radstake echter gelukt is het ware gezicht achter de ‘clown’ De la Parra te onthullen, zorgt voor grote ontroering. Ondanks verwoede pogingen meer pijnlijke zaken verborgen te houden, wordt in een aantal sequenties de ziel van een van Nederlands meest belangrijke filmmakers blootgelegd. “Alles is waar en niet waar, misschien,” zegt hij altijd. Maar hier zien we hem geregeld echt, kijken we recht in zijn ziel. Parradox is een vermakelijke, meeslepende en ontroerende documentaire.