web analytics

Met andere ogen: ‘Mijn Vriend’ van Fons Rademakers

Marcel van der Horst is advocaat-generaal en heeft een grote passie voor de Nederlandse en Vlaamse film. In dit artikel legt hij Fons Rademakers’ Mijn Vriend langs de gerechtelijke meetlat. De tekst is oorspronkelijk uitgesproken tijdens de viering van 200 Jaar Rechterlijke Macht in Nederland in 2011.

mijnvriend1

Sigarenkist
Aan het begin van de film Mijn Vriend ziet U een prachtige ouderwetse gerechtszaal, zoals er tegenwoordig in Nederland nog maar weinig zijn. Het Paleis van Justitie in Leeuwarden is nog een van de weinige gerechtsgebouwen dat beschikt over een gehoorzaal die doet denken aan vervlogen tijden. Indrukwekkend met zijn gebeeldhouwde plafond en zijn fraaie balkon, waarvan je op ieder moment denkt dat Hare Majesteit zal binnenschrijden om te zien hoe er in haar naam wordt rechtgesproken. Een heel verschil met de gehoorzaal van het gerechtshof in het Paleis van Justitie in Den Haag. Die is hoog, strak en geheel met hout betimmerd.  Martin Bril beschreef deze zaal eens als: “Het is net alsof je in een kast zit, of in een sigarenkist” (De Volkskrant, 12 oktober 2004).

Hof van Assisen
Die ouderwetse gerechtszaal in de film moet voorstellen het Hof van Assisen. Het Hof van Assisen is een rechterlijke instantie in België, die zware misdrijven behandelt. Levensmisdrijven, zware zedenzaken. In 2010 is het Hof van Assisen in het nieuws gekomen door de berechting van de zgn. parachutemoord. Deze film Mijn Vriend gaat terug naar 1977. Toen speelde zich voor het Hof van Assisen in Gent een proces af tegen Guy Jespers, van beroep: onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg in Gent. Zijn medeverdachte is Luc de Cramer, zakenman van beroep. In de film heten zij Jensens en Depraeter, gespeeld door respectievelijk André van den Heuvel en Peter Faber. Er zijn nog meer verdachten in deze zaak, maar die spelen in de film nauwelijks een rol.

mijnvriend3

Proces van de eeuw
Deze zaak werd “Het proces van de eeuw” genoemd. Heel België geraakte in 1977 in rep en roer. Een rechter van ernstige misdrijven beschuldigd. Een rechter is, net als in Nederland, toch het toonbeeld van rechtschapenheid, iemand die bij uitstek het goede voorbeeld dient te geven. In Nederland wordt, bijvoorbeeld, in de media altijd brede aandacht besteed als een rechter of officier van justitie alleen nog maar verdacht wordt een misdrijf te hebben begaan. De processen worden in de krant ook breed uitgemeten. Hoge bomen vangen nu eenmaal veel wind. Dat weten magistraten van tevoren, dus moeten ze daarover ook niet klagen.

De akte van beschuldiging – in Nederland: de dagvaarding – die ook wordt voorgelezen in de film, luidt voor onderzoeksrechter Jespers:

(a)  moord op zijn echtgenote Rosine de Sutter,
(b)  poging tot moord op zijn echtgenote,
(c)  diefstal met geweld of bedreiging,
(d)  diefstal met behulp van valse sleutels,
(e)  valsheid in geschrift en
(f)   lasterlijke aangifte.

De Cramer staat als zijn medepleger terecht. De Cramer is bevriend geweest met Jespers. Daarom luidt de naam van de film ook “Mijn Vriend”. In de film komt alleen de poging tot moord, de moord en de diefstallen aan de orde.

Verdacht
In de film hoort U op een gegeven moment De Praeter (Peter Faber) tegen Jespers zeggen iets in de trant van “Dat komt vast omdat Gij geen Procureur des Konings bent geworden”. De functie van Procureur des Konings is in Nederland te vergelijken met die van Officier van Justitie. Jespers had gesolliciteerd naar die functie. Evenals Victor Bricout. Die laatste dreigde het te gaan worden. Jespers wordt ervan verdacht een (anonieme) brief te hebben geschreven waarin hij zich lasterlijk uit heeft gelaten over zijn rivaal.

In het begin van de film ziet U ook dat een zwaar gehavende personenauto de gerechtszaal binnen wordt gebracht. Dat is een stuk van overtuiging voor de poging tot moord op de vrouw van Jespers. De auto, waarin zij reed, is ontploft. Het is een verplichting alle stukken van overtuiging bij het Hof van Assisen op zitting aanwezig te hebben. In Nederland is dat niet het geval, ook al spreekt het wel tot de verbeelding als de officier van justitie een arsenaal zware wapens op tafel kan neerleggen in een zaak, waarin een verdachte terecht staat voor omvangrijk verboden wapenbezit. Echte wapens in de rechtszaal doen het altijd nog beter dan de foto’s ervan in het dossier.

Raadsheren en juryleden
Het Hof van Assisen wordt bemand door drie professionele raadsheren. In deze zaak tegen Jespers was de Voorzitter Marcel de Preter. Mogelijk heeft diens naam regisseur Rademakers geïnspireerd om Luc de Cramer in de film Jules de Praeter te noemen. Naast deze drie raadsheren nemen twaalf gezworenen aan de berechting deel. Dat is de volksjury.

Elke vier jaar stellen de gemeenten aan de hand van de kieslijsten voor de Wetgevende Kamers, dus de kieslijsten voor de verkiezingen, een lijst op van mogelijke juryleden. De voorwaarden zijn: Belg zijn, tussen 30 en 60 jaar oud zijn en beschikken over de burgerlijke en politieke rechten.

Deze personen krijgen een inlichtingenformulier toegestuurd op basis waarvan men vaststelt of ze kunnen lezen en schrijven en of ze de taal kennen waarin het proces gevoerd zal worden. Ook wordt aan de hand hiervan nagegaan of ze al dan niet politiek mandataris, magistraat, griffier, hoge ambtenaar, arts of militair zijn. Deze personen zijn van ambtswege uitgesloten van deelname aan een volksjury.

De juryleden wonen het gehele proces bij. Juryleden kunnen geen vragen stellen. Aan het einde van het proces krijgt de jury van het Hof instructies over wat wel en niet aan het bewijs mag bijdragen. De jury krijgt voorts een aantal vragen mee. Onder meer: vindt de jury de verdachte schuldig? Als de jury met name die vraag positief heeft beantwoord krijgen het OM en de verdediging het woord om over de op te leggen straf de visie te laten schijnen. Daarna trekt het Hof zich met de jury terug om de uiteindelijk op te leggen straf te bepalen.

mijnvriend2

Controleerbaar
Nederland kent geen juryrechtspraak. En daar mogen wij ons gelukkig mee prijzen. Wij hebben een wettelijk bewijsrecht en ook de plicht om precies aan te geven op grond van welk bewijs een veroordeling wordt uitgesproken. Dat maakt een veroordeling controleerbaar.

 Je kunt in Nederland nog zo de overtuiging hebben dat iemand een misdrijf heeft begaan, als het wettelijk bewijs ontbreekt, brengt goed recht met zich mee dat de verdachte wordt vrijgesproken. Dat ligt bij juryrechtspraak toch licht anders. Iedereen, jurist of niet, kan als aan de voorwaarden is voldaan, tot jurylid worden benoemd. Volstrekte leken beslissen daar over de vraag of iemand schuldig is. En de overtuiging van een leek lijkt toch gemakkelijker te beïnvloeden dan die van de onafhankelijke professionele strafrechter.

Hoger beroep
In Nederland kan iedere verdachte die door de rechtbank wordt veroordeeld in hoger beroep. Daarna kan hij nog in cassatie. Dan kijkt de Hoge Raad of het recht goed is toegepast en alle spelregels zijn nageleefd. Van een uitspraak van het Hof van Assisen is geen hoger beroep mogelijk. Alleen over procedurefouten kan een veroordeelde zich gaan beklagen bij de Belgische Hoge Raad (Cour de Cassation – het Hof van Verbreking – gevestigd in Brussel in een bijzonder magistraal Paleis van Justitie, waarvan de ontwerper aan krankzinnigheid is gestorven).  Het ontbreken van een beroepsmogelijkheid geeft een extra druk op de jury om het toch vooral goed te doen. Een vergissing kan immers moeilijk ongedaan worden gemaakt.

Probeert U zich tijdens deze film eens voor te stellen hoe U zou stemmen als U lid van de jury zou zijn geweest. Is Guy Jespers dan schuldig of niet? Na afloop van de film hoor ik graag van U

Over de regisseur
Nog iets over de regisseur. Fons Rademakers behoorde tot de grote drie onder de filmregisseurs. Bert Haanstra, Fons Rademakers en Paul  Verhoeven.

Rademakers is in september 1920 geboren in Roosendaal. In zijn jeugd heeft hij een vriendinnetje, wier vader bioscoopexploitant is. Zij loodst Fons regelmatig de bioscoop in. Rademakers wil acteur worden, gaat naar de toneelschool in Amsterdam en wordt in 1945 geëngageerd door de Nederlandse Comedie.

In 1958 besluit hij zich op de film te werpen. Zijn debuut is “Dorp aan de rivier”, de verfilming van de gelijknamige streekroman uit 1934 van Anton Coolen. Dit debuut krijgt in Amerika een Oscarnominatie voor beste buitenlandse film. De Oscar gaat in 1959  aan Rademakers voorbij. Wie er wel een krijgt is Bert Haanstra voor diens korte documentaire “Glas” (met de bijzondere muziek van Pim Jacobs). Rademakers heeft in totaal 10 films gemaakt. Daaronder “Als twee druppels water”, de verfilming van “De donkere kamer van Damocles” van W.F. Hermans, “Max Havelaar” van Multatuli en “De aanslag”, de film van het boek van Harry Mulisch. Voor deze laatste film kreeg Haanstra in 1986 een Oscar uitgereikt voor de beste buitenlandse film. Zijn laatste film dateert uit 1990, The Rose Garden, een film met onder andere Liv Ullman. Rademakers is in februari 2007 in Genève overleden. Zijn hele oeuvre is op dvd beschikbaar.

Rademakers is in 1977 voor de Vlaamse première van “Max Havelaar” in Gent als juist de Belgische onderzoeksrechter gearresteerd wordt. Hij besluit samen met zijn scenarioschrijver Gerard Soeteman het proces te volgen. Ze denken dat het een week zou duren. Het proces duurt maar liefst zeven weken. Het scenario voor de film is in totaal  drie keer gewijzigd. Als de film in 1979 klaar is blijkt er weinig belangstelling voor te bestaan. Op de première in Tuschinski in Amsterdam, met kaviaar en champagne, is het druk. De volgende dag is de zaal echter leeg. Nederland heeft kennelijk niet zo’n boodschap aan wat er zich in Vlaanderen af had gespeeld. En de Belgen? Ach, die hadden langzamerhand de buik vol van deze rechterssoap. Er kwamen, naar verluidt, niet meer dan 49.000 mensen op de film af. Rademakers was diep teleurgesteld.

Naast de vraag “Hoe zou U oordelen als U in de jury zat” vraag ik U ook om eens na te denken over de vraag of uit de film kan blijken wie de sympathie van regisseur Rademakers heeft gehad. De Cramer of Jespers.