web analytics

Het Woeden der Gehele Wereld

Reacties zijn gesloten

De Zeemeerman leek lange tijd het trieste en definitieve einde te betekenen van de carrière van producent Rob Houwer. Zelden waren critici en publiek zo unaniem in hun afkeuring. Maar de gepassioneerde vakman Houwer moest en zou terugvechten. Na een aanlooptijd van ruim acht jaar is zijn nieuwe film Het Woeden der Gehele Wereld, “vrij naar het boek van Maarten ’t Hart”, dan eindelijk beschikbaar voor het grote publiek, maar of we daar zo blij mee moeten zijn?

Dwingend
Het moet Houwer pijn hebben gedaan, de genadeloze reacties op De Zeemeerman. Toch heeft hij zich de jaren erna niet uit het veld laten slaan en was hij zowel bezig met een vervolg op Soldaat van Oranje als met de verfilming van Maarten ’t Harts Het Woeden der Gehele Wereld. Voor de eerste bleek de financiering een onoverbrugbaar obstakel te vormen. Bij Het Woeden ging het ook allemaal niet van een leien dakje. Acht jaar lang werd er in etappes gewerkt aan een scenario, werden er een aantal regisseurs versleten en wisselden ook de cast- en crewleden geregeld. Wie de uiteindelijke versie nou gemaakt heeft, weet eigenlijk niemand. Volgens de credits fungeerde Guido Pieters als regisseur, maar door alle dwingende ingrepen van Houwer, zowel voor, tijdens als na het draaien, is het nog maar de vraag wie de touwtjes in handen had. Dat Pieters zich gewillig liet overlopen door Houwer is geen goed teken. De geschiedenis leert ons namelijk dat Houwer alleen successen heeft behaald in samenwerking met regisseurs die de gedreven en verbeten strijdende producent in bedwang wisten te houden.

Moedeloos
De film begint in het streng gereformeerde Maassluis ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Wanneer een groep joden via de boot van schipper Joost Vroom naar Engeland proberen te vluchten, worden ze onder vuur genomen door een Duitse onderzeeër. Miraculeus weten ze met behulp van een klein reddingsbootje aan de Duitsers te ontsnappen. Dat de boot van Vroom de kogelregen niet heeft overleeft, weten we als kijker door de bijzonder knullige lichtflits ter illustratie van de ontploffing, die doet denken aan de begintijd van de hedendaagse cinema. Vroom kan het verlies van zijn boot maar moeilijk verteren en treedt in dienst van de politie, om in die functie vervolgens zoveel mogelijk joden te verlinken. Op die manier hoopt hij aan genoeg geld te komen om zijn schulden af te lossen en later een nieuwe boot te kunnen kopen. Ook een deel van het groepje joden waarmee hij eerder nog de oversteek naar Engeland waagde, moet eraan geloven.

Vanuit het perspectief van de muzikaal begaafde scholier Alexander Goudveyl zien we vervolgens hoe het er in de jaren na de oorlog verder aan toe gaat in het rustige havenstadje. Er blijkt weinig te zijn veranderd, de benepen christelijke moraal viert nog steeds hoogtij en men zwijgt liever over al het kwaad en dus ook over de vijf jaren onder de bezetter. Als Joost Vroom plots op klaarlichte dag voor de ogen van de jonge Alexander tijdens een evangelisatie wordt doodgeschoten, kan men echter niet meer om het verleden heen. Bijna de gehele lokale bevolking wordt ondervraagd door twee wel erg stereotype en oubollige rechercheurs,  waarna de onbedoeld komische ontknoping compleet uit de lucht komt vallen.

De film probeert van alles te laten zien; het volwassen worden van een jonge scholier, de bekrompen leefwereld van de vijftiger jaren, de mysterieuze ontrafeling van het geheim achter de moordaanslag en de manier waarop men in de jaren na de oorlog probeerde om te gaan met de gevolgen die deze met zich meebracht. Geen van deze pogingen slaagt echter. Het scenario van ene Robert van den Berg – wie dat werkelijk is, laat zich makkelijk raden – is kneuterig, fragmentarisch en bijzonder plat en oubollig. De godvergeten moedeloosheid, de artistieke en verhaaltechnische armoede, de dialogen van erbarmelijk laag niveau, de barslechte nasynchronisatie en de computer geproduceerde geluidseffecten; het doet je bijna verlangen naar dat andere Houwer prul De Zeemeerman. Houwers bijdrage aan de ontwikkeling van de Nederlandse filmindustrie verdient respect, maar hier slaat hij de plank (wederom) goed mis. De elementen waar hij en anderen in de jaren zeventig zoveel succes mee behaalden, zijn voor de hedendaagse kijker eerder een bron van ergernis en irritatie.

Regisseur Guido Pieters moet zich als kapitein op een zinkend schip hebben gevoeld. Niemand had van dit doelloze scenario een gestructureerd en fatsoenlijk geheel kunnen maken. Velen waren er zelfs niet aan begonnen, en dat had Pieters eigenlijk ook niet moeten doen. Ondanks dat het eindresultaat deels zijn eigen schuld is, krijg je als kijker eerder medelijden met de geplaagde regisseur. Op de een of andere manier lijkt alles in de film de producent aan te wijzen als schuldige.

Juiste snaar
Dat Joost Prinsen na zo’n drie kwartier volslagen idioot en uit het niets uitroept “Klotezaak dit. Veel te lastig zo vlak voor mijn pensioen.” en daarbij precies de juiste snaar bij de kijker weet te raken is knap. Opeens komt de bijna onhoudbare lachbui naar boven en krijgt het knagende en onbehaaglijk jeukende gevoel dat de film de kijker bezorgt ruimte om zich te uiten. Zo plots als Prinsen van het toneel verdwijnt, zou je ook als kijker deze pijnlijk slechte film willen ontvluchten. Het zou zomaar een toevallige setopname kunnen zijn geweest. Maar eindelijk, godzijdank eindelijk, viel er even iets te beleven.

Mysterie?
Alsof we hebben gekeken naar een spannende detective komen op het eind opeens alle nog levende hoofdpersonen (en dat zijn er nogal wat) bij elkaar en wordt het mysterie opgelost. Alleen welke detectivestory of welk mysterie? Ging de film daar dan over? Voor de kijker komt deze plotselinge en onbedoeld komische ontknoping dan ook uit het niets en lijkt het alsof alle – overigens net zo plots – aanwezige personen voordat de moord gepleegd werd hebben afgesproken om op die dag, en op dat tijdstip op de plek van de moord te zijn, om daar gezamenlijk te wachten op de rechercheur die even mooi zijn oplossing komt mededelen. Waar hij die ooit gevonden moet hebben blijft overigens ook een raadsel, want in de film is in het hele onderzoek totaal geen vooruitgang te ontdekken. Zelfs van een serieuze poging om ook maar iets te ondernemen is geen sprake. En ook de paar kijkers die nu nog zouden twijfelen, weten het nu zeker: dit is slecht, héél slecht.

Waar ging het zo ontzettend mis met Houwer?

Waardering: *

 

Het Woeden der gehele Wereld (2006)
Regie:
Guido Pieters
Scenario: Robert van den Berg
Naar het boek van: Maarten ’t Hart
Producent: Rob Houwer
Camera: Remko Schnorr
Muziek: Bas van Otterloo
Met: Maarten Heijmans, Bart de Vries, Viviënne van den Assem, Cees Geel, Joost Prinsen, Anna Speller, e.v.a.
Taal: Nederlands
Duur van de film: 90 minuten / Kleur