Het was 1975 toen Jos Stellings Mariken van Nieumeghen als laatste Nederlandse film uit de geschiedenis voor de hoofdcompetitie van Cannes werd geselecteerd. De decennia erna werd Nederland nog wel eens in een bijprogramma vertegenwoordigd, maar dat felbegeerde hoofdprogramma – de meest prestigieuze filmselectie van het jaar – zat er niet meer in. Totdat dit voorjaar, tot verrassing van velen, Borgman bleek te zijn geselecteerd. Van Alex van Warmerdam nota bene, een regisseur die voornamelijk bekend stond om films gevuld met aanstekelijk absurdisme en gortdroge dialogen. Niet direct het type film dat je in Cannes zou verwachten, een festival waar de wat zwaardere arthouse-drama’s de boventoon voeren en komedie een zeldzaamheid is.
Een andere soort Van Warmerdam
Borgman is dan ook niet een Van Warmerdam-film zoals we die gewend zijn. Humor zit er zeker nog in, maar het is naargeestiger. En licht surrealisme is ook zeker terug te vinden, maar dan eerder op een bovennatuurlijke dan een absurdistische manier. De thriller heeft een serieuzere, duisterdere toon dan Van Warmerdams eerdere werk. En toch blijft het een hele plezierige kijkervaring, met name het eerste uur.
Borgman opent met drie gewapende priesters die in het bos een groep mannen opjagen. De scène heeft weer dat typisch excentrieke waar Van Warmerdam goed in is, maar er zit ook meteen meer achter. Wie zijn deze opgejaagde mannen precies, en waarom wil één van hen – hij noemt zichzelf Camiel Borgman – zich even later naar binnen werken in het grote landhuis van een welgesteld gezin? Er ontvouwt zich een vreemdsoortig mysterie waarin Van Warmerdam de situatie steeds akeliger weet te maken. Dat wordt gebracht met zo’n onderkoeld sardonisch plezier – mooi terug te zien in de sterke rol van hoofdrolspeler Jan Bijvoet – dat het nooit echt griezelig of beklemmend wordt. Er blijft een aanstekelijke speelsheid in de thriller zitten.
Luguber en stijlvol
Een voorbeeld daarvan zit redelijk vroeg in de film, wanneer Van Warmerdam met het meest sadistische tafereel uit zijn carrière op de proppen komt. Echt verontrusten doet het niet, omdat de film altijd net wat boven de realiteit hangt. Zo wordt het zwarte humor, inktzwarte humor. De briljant opgebouwde scène eindigt met een direct iconisch onderwaterbeeld, even luguber als stijlvol.
Het vermakelijke venijn van het eerste uur vraagt om een krachtige uitsmijter, maar die blijft helaas uit. Het slot wordt net iets te lang uitgesponnen en is niet zo scherp als je zou verwachten, na de verrassend originele eerste helft.
Maar uiteindelijk is het niet die climax waar Borgman om draait, maar de treffende mix van boosaardigheid en vertier die door de hele film heen loopt. Van Warmerdams thriller hoeft niet alleen de boeken in te gaan als de eerste Nederlandse film in 38 jaar die voor Cannes werd geselecteerd. Het is ook een van de weinige films uit ons land die op zo’n overtuigende manier volstrekt anders durft te zijn dan wat we doorgaans krijgen voorgeschoteld.
Waardering: ****
Borgman (2013)
Regie en scenario: Alex van Warmerdam
Producent: Marc van Warmerdam
Camera: Tom Erisman
Montage: Job ter Burg
Met: Jan Bijvoets, Hadewych Minis, Jeroen Perceval, Alex van Warmerdam, Eva van de Wijdeven, Annet Malherbe, e.v.a.
Taal: Nederlands
Speelduur: 113 minuten / Kleur
Te zien vanaf: 29 augustus 2013
“Het was 1975 toen Jos Stellings Mariken van Nieumeghen als eerste Nederlandse film uit de geschiedenis voor de hoofdcompetitie van Cannes werd geselecteerd.”
Niet als eerste, hoor. Rademakers had er al drie films draaien.