“Te weinig originele en komische momenten”
Veertien jaar na Filmpje! is Paul de Leeuw opnieuw te zien in een dubbele hoofdrol van een Nederlandse komedie. Ook hier ontpopt een van zijn karakters zich tot een actieheld om een dierbare te redden van criminelen. Ondanks deze gelijkenissen is Spion van Oranje een ander soort en minder geslaagde film geworden.
Slap
Paul de Leeuw speelt mode-ontwerper François van Vliet en zijn slechte tweelingbroer Bruno von Lippe. François wordt vertroeteld door zijn moeder (Nelly Frijda), Bruno is lang geleden verstoten en woont in Duitsland. Hij heeft het plan zijn moeder om te brengen en Nederland van de kaart te vegen. Een dergelijk zwakke verhaallijn kan leuk worden met Paul de Leeuw in de hoofdrol.
Uit Filmpje! bleek namelijk al dat hij met een slap verhaal, voortgedreven door opeenvolgende komische situaties, juist goed overweg kon. Door zijn rollen schaamteloos te overdrijven wist hij de film redelijk amusant te maken. Dit is minder het geval in Spion van Oranje. Omdat er meer wordt geleund op het verhaal, krijgt De Leeuw een stuk minder ruimte om de lachers op zijn hand te krijgen. In feite lukt dit alleen redelijk in scènes met Bruno, de schurk met het dikke Duitse accent. Het perspectief van het verhaal ligt echter vooral bij François, een vrij normale man die noodgedwongen een onbekwame, stuntelende spion wordt. De situaties waarin hij terecht komt, zijn vaak voorspelbare slapstick-momenten die te lang worden uitgerekt (met als dieptepunt de scène waarin hij per ongeluk een ravage aanricht in de Koninklijke grafkelder te Delft).
Knipogen
Waar nog wel om gelachen kan worden, zijn de bijrollen van Hans Kesting als een Duitse kruising tussen Boris Karloff en Robocop, en Plien van Bennekom als nymfomane femme-fatale. Beiden zetten hun bizarre personages sterk overdreven en met veel humor neer. Tevens zijn er vermakelijke knipogen naar films als Silence of the Lambs, Face/Off en Zwartboek. De cameo’s van bekende Nederlanders leveren soms een grappig resultaat op (bijvoorbeeld Jort Kelder als typetje van zichzelf), maar zijn vaak simpel en plat (Gerard Joling krijgt haarimplantaten van zijn eigen schaamhaar). Spion van Oranje biedt zo op momenten redelijk vermaak, maar kent te weinig grappige momenten om de volle speelduur te boeien.
De film begint nochtans spectaculair wanneer in één van de eerste scènes het Paleis op de Dam wordt opgeblazen. De scène is kundig gemaakt en toont aan dat Tim Oliehoek een bekwaam actieregisseur is. De rest van de film heeft degelijk camerawerk, idem geluidseffecten en een strakke montage. Het spijtige in dit geval is echter dat Spion van Oranje geen actiefilm met komische elementen, maar een komedie met actie-elementen is geworden.
Gelikt
Een slap verhaal hoort bij een parodie, maar in Spion van Oranje blijven er buiten de clichés weinig leuke grappen over; ze zijn vaak voorspelbaar en herhalend. Paul de Leeuw weet dit probleem nauwelijks te verhelpen, doordat hij vaak te gecontroleerd blijft. Het eindresultaat ziet er weliswaar gelikt uit, maar heeft te weinig originele en komische momenten om amusant te blijven.
Waardering: **