web analytics

“Het moet spannend zijn zonder dat het gruwelijk wordt”

Reacties zijn gesloten

Een interview met regisseur Joram Lürsen over Dolfje Weerwolfje

Nog geen jaar na de release van Het Geheim, staat Joram Lürsens volgende film alweer klaar. We spraken de regisseur over zijn verfilming van Dolfje Weerwolfje, naar de gelijknamige boekenreeks van Paul van Loon. “Dat het een menselijke boodschap heeft, is wel iets dat bij mijn werk past.”

Wat sprak je zo aan in dit boek?
Ik heb het ooit voorgelezen aan mijn kinderen en daarvan kon ik me herinneren dat het heel eenvoudig geschreven is, maar ook invoelbaar voor jonge kinderen. Als je zeven bent en je komt erachter dat je anders bent dan de rest, dan kun je daarmee worstelen. Dat vond ik mooi, dat het zo’n diepliggend thema had, maar dat het uiteindelijk in een heel simpel en invoelbaar avontuur geschreven was.

Die combinatie zie je vaker terug in je films. Is Dolfje Weerwolfje typisch Lürsen-materiaal?
Ja, ik denk het wel. Ik hou wel van films waar je een goed gevoel bij krijgt, waar je van denkt dat het een soort eigen wereld is, maar niet al te ver van onze eigen wereld af. Met een weerwolf-film is dat natuurlijk wel een beetje lastig, een weerwolf zie je niet overal. Maar het is een mooi eigen wereldje dat ik kon scheppen en waar zo’n karaktertje, van zo’n jongetje dat verandert, goed inpast. En dat het een menselijke boodschap heeft, is ook wel iets dat bij mijn werk past.

Is er een speciale reden waarom je nu weer voor Tamara Bos als scenarist hebt gekozen?
Tamara heeft natuurlijk veel geschreven voor kinderen. Ze kan heel goed een film met een serieuze ondertoon maken, met grapjes en goede personages. We zijn wel bekenden van elkaar, we hebben vaker samengewerkt, maar nooit voor film. Dat ik nu weer voor haar heb gekozen heeft vooral te maken met beschikbaarheid. Het is niet zo dat ik alleen maar met één iemand wil werken. Ik vind het fijn om met verschillende acteurs te werken, ik werk met mensen die ik goed vind. Ieder project is dat weer anders.

Nu draait het natuurlijk ook vooral om het nieuwe hoofdrolspelertje. Wat zocht je in hem?
Ik heb eerder films gemaakt met kinderen, waarbij ik een jongetje van acht zocht, maar uiteindelijk een jongetje van tien voor de rol vroeg. Kinderen van tien kunnen het wat meer volhouden en die snappen iets meer wat je wil, bij een kind van zeven is dat toch een beetje lastig. Maar omdat Dolfje zo bekend is bij veel kinderen, is het toch goed om dat ook echt door een jongetje van zeven te laten spelen. Kinderen van zeven zien er heel anders uit dan kinderen van acht, negen of tien. Ole heeft echt nog een jong gezichtje. Hij was zes toen hij zijn screentest deed en zeven toen hij speelde, hij was toen ook nog echt aan het wisselen. Verder had hij al wat filmervaring, hij is fotogeniek, hij heeft een hele lieve stem, een hele lieve manier van bewegen. En hij kan het lang volhouden en vindt het leuk om te spelen. Het is natuurlijk belangrijk dat zo’n kind er ook zelf lol in heeft.

Maar ondanks dat hij het langer volhield was het toch wel een verschil met een tienjarige, qua regie.
Ja, zeker. Ik heb vorig jaar met een jongetje van tien gewerkt en daar merk je dat zijn concentratie er naar paar uur nog gewoon is. Bij een zevenjarige is die concentratie echt sneller weg. Tijdens de regieaanwijzing ziet hij bijvoorbeeld een brommer voorbij rijden en begint hij over die brommer te praten.

Dat klinkt ook wel vermoeiend.
Nou, als ik mijn hele leven films met jongetjes van zeven zou moeten maken, dan weet ik niet of ik het lang vol zou houden. Maar als afwisseling is het leuk om met hele diverse mensen te werken. Acteurs zijn altijd heel divers, maar zevenjarigen hebben weer specifieke dingetjes. Maar die zijn af en toe ook heel aandoenlijk en emotionerend, of grappig. Daar hoef je niks voor te doen, zo zijn ze gewoon. Dat is weer een voordeel.

Dolfje Weerwolfje is in feite een horrorfilm voor kinderen. Hoe heb je dat aangepakt?
Voor mij is het heel makkelijk om die film doodeng te maken, dat kinderen nachten niet meer slapen, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik heb het juist een beetje gezocht in het lichtere, een beetje een variant op het thema van het transformeren. Wat dat normaal zo eng maakt is dat je botten hoort breken en vlees hoort scheuren. Nare geluiden met enge muziek. Wij hebben juist geprobeerd om in de effecten en de muziek het juist heel licht te houden, net wat luchtigere muziek, net wat grappigere geluiden. Niet totale Tom & Jerry-onzin, maar wat komische effectjes die nog wel geloofwaardig blijven. Maar kinderen die naar deze film gaan met hun ouders willen ook een spannende film, dus het moet spannend zijn zonder dat het gruwelijk wordt.

Heb je daar testpublieken voor gebruikt?
Ja, ook. Dat doe je niet bij iedere fase, maar de film is twee keer voor een vrij groot publiek getoond en dan merk je wel hoe de reacties zijn. Ik had toen alleen wel het probleem dat de 3D-effecten, de computeranimatie, in dat stadium nog zo onaf was, dat het wel erg nep was. Dus testen is ook wel lastig wat dat betreft, je moet het toch ook wel op je eigen gevoel doen.