web analytics

Mischa Kamp: “Ik hou er heel erg van om een eigen wereld te verbeelden”

Reacties zijn gesloten

Een interview met Mischa Kamp over Tony 10

Haar innemende speelfilmdebuut Het Paard van Sinterklaas, over een Chinees meisje dat voor het eerst met het Sinterklaas-fenomeen te maken krijgt, trok in 2005 vollen zalen. Inmiddels heeft Mischa Kamp haar vijfde film afgerond, over een jongetje wiens ouders in scheiding liggen. Tony denkt dat zijn vader verliefd is geworden op de koningin en gaat op pad om zijn ouders weer bij elkaar te krijgen. Tony 10 is een vrolijke en sprookjesachtige kinderfilm, maar wel met een serieuze ondertoon. We spraken de regisseur over haar nieuwste werk. “Bij kinderen kan er in korte tijd veel gebeuren, dat vind ik belangrijk, die ontwikkelingen waar je als kind altijd mee te maken krijgt.”

Je films hebben vaak kinderen of tieners als hoofdpersoon. Waarom vind je dat zo interessant?
Ja, dat is een goede vraag. Het is niet per se dat ik iets met jonge mensen wil doen. Ik vind jonge mensen wel heel ontroerend, zeker door de ontwikkelingen die ze doormaken. Maar bij Tony 10 vond ik het gewoon een heel mooi script. Ik denk wel dat het heel leuk is om iets voor kinderen te maken waarmee je ook kan vertellen over hoe mooi, verdrietig of bijzonder het leven kan zijn. Bij kinderen kan er in korte tijd best veel gebeuren, dat vind ik belangrijk, die ontwikkelingen waar je als kind altijd wel mee te maken krijgt.

Waarom denk je dat je dit script aangeboden kreeg?
Dat weet ik niet precies, maar ik denk dat het wel te maken heeft met Het Paard van Sinterklaas, dat ik een film kan maken die voor zowel kinderen als volwassenen interessant is. Dat ouders met hun kinderen naar zo’n film kunnen gaan. Films als Kabouter Plop doe je misschien kinderen een groot plezier mee, maar volwassenen een stuk minder.

Heb je lang moeten nadenken toen je dit script las?
Nee, maar het was wel echt nieuw voor mij. Mieke de Jong maakt altijd wel iets dat ‘bigger than life’ is, dat kende ik niet. Het is niet iets waar ik heel veel affiniteit mee heb. Dus ik heb wel gezocht om het verhaal toch ook realistisch te maken, zodat ik me ook echt in de karakters kon inleven.

In Nederland zie je vaak dat scenario’s al ergens op gebaseerd zijn, zoals een boek. Bij jou zijn het vrijwel altijd originele scenario’s.
Altijd. Ik hou er heel erg van om een eigen wereld te verbeelden, of de wereld van het scenario. Echt een nieuwe wereld scheppen zoals niemand hem in zijn hoofd heeft. Misschien vind ik het ook wel eng om een boekverfilming te doen. Dan vind ik het lastig omdat ik echt denk dat mensen teleurgesteld raken. Met een origineel verhaal kan ik de wereld zelf creëren. En dat vind ik fijn. Dat ik er zonder voorkennis en met een eigen beeld in kan stappen en dat ik ook mensen op deze manier mee kan trekken in het verhaal. Maar nu ik zoiets heb gedaan dat ‘bigger than life’ is, wat ik best spannend vond, kan het best dat ik een keer denk dat ik een boekverfilming ook wel aan kan. Dat is dan weer een stap verder, om iedereen daar in mee te kunnen laten gaan.

Hoe heb je er bij Tony 10 voor gezorgd dat die balans tussen realisme en fantasie goed blijft?
Wat voor mij heel belangrijk was, was dat de wereld waar Tony in leeft, er eentje is die we kennen. In Den Haag woont een koningin en daar kan je ook gewoon langsfietsen. En je vader kan in principe minister worden. Ik wilde dat de arena waarbinnen het verhaal zich afspeelt geloofwaardig was. Dat is één ding, maar ook belangrijk is dat alle emoties kloppen. Je moet je kunnen herkennen in een vader-zoon-relatie, of een moeder-zoon-relatie. Ik heb dus zo goed mogelijk geprobeerd om die andere wereld en de thuissituatie bij elkaar te brengen.

In het scenario zal daar ook al een stuk van ingevuld zijn. In hoeverre had je er zelf nog invloed op?
Nou, ik denk dat het script iets grootser was, met hijskranen die uit de bocht vlogen bijvoorbeeld. Dat zou op zich heel leuk zijn, maar ik wilde echt dat alles wat Tony deed in principe gewoon moest kunnen. Daar moet je in mee kunnen gaan; in zijn emoties, maar ook in zijn handelingen. Daarin heb ik het misschien wat versimpeld waardoor het wat kleiner en geloofwaardiger wordt.

Heb je dat puur op je eigen gevoel moeten doen, of heb je ook feedback gekregen?
Nee, meestal is het toch wel op gevoel. Maar ik heb wel rondgevraagd bij vrienden die rond tien jaar te maken hadden met een scheiding van ouders.  Wat ik vaak hoorde was dat ze het gevoel hadden dat ze moesten kiezen, voor hun vader of moeder. Maar ik denk ook dat de dingen die kinderen apart met hun gescheiden ouders doen heel leuk kunnen zijn. Dat zie je wel terug in de film, het kan dan toch grappig zijn. Daar is Mieke heel goed in om dat in het script te verwerken.

Hoe ben je bij de hoofdrolspeler gekomen?
Nou, heel veel gecast, haha. De leeftijd van jongetjes van negen en tien is gewoon heel lastig, die willen liever voetballen en andere leuke dingen doen. We hebben ontzettend veel gecast en op een gegeven moment merk je dat je met iemand een klik hebt. Ik vind het belangrijk dat iemand veel plezier heeft in het spelen en die voelt dat het een uitdaging is. Kinderen kunnen best zingen, dansen en optreden, maar het gaat erom dat je ook echt een uitdaging in acteren ziet. Met Faas kon ik meteen communiceren, hij snapt wat ik bedoel. Dat is het soort chemie die de ene regisseur wel met een kind heeft en de ander niet.

Regisseer je kinderen anders dan volwassenen?
Ja, er zit zeker een verschil tussen. Het grootste verschil vind ik eigenlijk dat volwassenen je feedback geven, je kan in gesprek gaan, over de rol kletsen. En met kinderen krijg je meer kadootjes. Je kan absoluut verschillende dingen bij ze teweeg brengen, maar het is niet zo dat ze dat naar me terugkoppelen. Jij moet als regisseur meer investeren, maar daar kan je heel veel voor terugkrijgen. Het is niet per se zo dat het meer werk is, want als je een paar goede aanwijzingen geeft en hij pakt het op, dan betaalt het zich uit.

Kun je daar een voorbeeld bij geven?
[denkt na] Ja weet je, het zijn dingen die zo moeilijk uit te leggen zijn. Het zit hem in hele kleine dingen. Er is een scène waarin Tony en zijn vader in bed aan het stoeien zijn. Als ik dat dan zie gebeuren word ik heel blij. Hoe ze elkaar aankijken, je voelt dat een soort momentum worden. Dat kan je kinderen best wel goed uitleggen en dat pikken ze dan heel goed op. Ik vind het wel leuk als kinderen in een scène echt voelen dat ze iets voor elkaar moeten krijgen. Het zijn allemaal kleine dingen. De ene keer is het fysiek, de andere keer is het weer een emotionele scène waar ze zich goed moeten concentreren. Die afwisseling, dat je dat hele palet in een kind kan ontdekken, dat is te gek.