web analytics

Gezichtsbepalers van de Nederlandse cinema #10: Frans Zwartjes

Reacties zijn gesloten

In 2007 werd in opdracht van het Nederlands Filmfestival de Canon van de Nederlandse Film gepresenteerd; 16 gezichtsbepalende films die de veelzijdigheid van de Nederlandse cinema moeten weerspiegelen. De commissie bestaande uit filmwetenschappers, historici, explicateurs en journalisten kozen voor een selectie van lange en korte films in zwart wit of kleur, met of zonder geluid, documentaires en animatie film. Aan de hand van de filmcanon presenteert NeerlandsFilmdoek een 16-delige reeks waarin de makers van deze gezichtsbepalende films centraal staan. Vandaag deel 10: Frans Zwartjes.

FransZwartjes

Frans Zwartjes
Frans Zwartjes (Alkmaar, 1927) had voor hij begon met filmen al een aardig CV achter zijn naam staan. Na zijn studie muziek was hij vijf jaar altviolist bij de Nederlandse Opera. Hierna was hij werkzaam als vioolbouwer, verpleger op een psychiatrische afdeling en docent op de Academie voor Industriële Vormgeving te Eindhoven. Pas eind jaren zestig profileert hij zich als filmmaker van surreële experimentele films waarin een narratief meestal ontbreekt. Het is vooral de absurde, beklemmende en weemoedige sfeer die (inter)nationaal invloedrijk was.

Montage in de camera
Zijn eerste serie films maakte hij in 1968. Dolls, Birds, Sorbet en Sorbet II zijn in zwart-wit geschoten korte experimentele films waarin Zwartjes monteert in de camera. De shots worden vertoond in de volgorde waarin ze zijn gefilmd. Direct is er al een vast groepje spelers dat telkens zal terugkeren; zijn vrouw Trix, Moniek Toebosch en Lodewijk de Boer. Ook Zwartjes zelf fungeert vaak in zijn eigen films.

De korte experimentele films uit het oeuvre van Zwartjes kenmerken zich door de dynamische samenkomst van beweging, beeld en geluid. Gesproken woord is doorgaans afwezig. De muziek is soms melancholisch dan weer een collage die de desoriëntering van de montage versterkt. Zijn stijl is uitzonderlijk. Beklemmende beeldvullende close-ups, grote contrasten tussen licht en donker en gezichtsuitdrukkingen die doen denken aan de expressionistische Weimar films, geven een meeslepende, onwerkelijke sfeer die de kijker bijblijft. De verlangens, machteloosheid en het menselijk onvermogen met elkaar te communiceren wordt voor de kijker voelbaar door de camera als een bewegend voyeuristische oog dicht langs de personages te laten glijden.

Het oeuvre van Zwartjes omvangt meer dan vijftig experimentele films die internationaal belangrijke prijzen in de wacht wisten te slepen. De Amerikaanse essayist Susan Sontag noemde hem ‘de beste experimentele filmer van zijn tijd’.

Bioscoopfilms
Minder succesvol waren de pogingen om een lange speelfilm te maken. In 1976 maakte Zwartjes de matig ontvangen lange bioscoop film It’s Me, waarin Willeke van Ammelrooy in het huis van Zwartjes twijfelend en aftastend nadenkt over een zojuist aangeboden filmrol.

In 1979 maakte hij met zijn vaste groep spelers de film Pentimento. Een associatieve reeks van beelden en geluiden rondom de thematiek van de eeuwenlange onderdrukking van de vrouw door machtswellustige mannen. Zwartjes werd vanuit feministische kringen verweten dat hij geen stelling nam tegen deze verhoudingen, maar slechts de problematiek constateerde.

Zwartjes vond dat de kijker zelf haar oordeel maar moest vellen en uit de film kon halen wat men wilde. Dit gaf het grote publiek wellicht te weinig houvast en beide films trokken geen groot publiek. Ook de pers wist zich weinig raad met zijn langere werk.

Leermeester
Naast filmmaker is Frans Zwartjes vooral ook leermeester. Op de Academie voor Industriële Vormgeving Eindhoven, de Vrije Academie Den Haag en op de Amsterdamse Rietveld Academie leidde hij een hele generatie experimentele filmmakers op. Naast filmmaker exposeerde Zwartjes de laatste jaren ook geregeld als fotograaf. In 1990 ontving hij de Ouborgprijs voor zijn werk als beeldend kunstenaar.

Frans Zwartjes Living

Living
Zelf vindt Zwartjes Living (1971) zijn beste film. De keuzecommissie van de Nederlandse filmcanon was het met hem eens en nam de film op in haar selectie van films die de veelzijdigheid van de Nederlandse film moet weerspiegelen.

Living is onderdeel van het vijfdelige Home, Sweet Home dat Frans Zwartjes filmde in de periode 1969-1971. In de 15 minuten durende film inspecteert Zwartjes met zijn vrouw Trix zijn net aangekochte huis. Hij in streepjespak met een zakdoek die hij telkens naar zijn mond brengt, zij in een blouse met een knoopje open. Hun gezichten zijn wit geschminkt. Directe communicatie tussen de personages vindt niet plaats, maar er hangt wel een seksuele spanning.

Een narratief ontbreekt in de film. De rauwe, zintuigelijke vorm is allesbepalend. De kale kamers vormen een vreemde, verstilde wereld die verder wordt versterkt door de abstracte geluidscollage en de beklemmende compositie van de shots.

Zwartjes bedient zelf de camera met een extreme groothoeklens waarmee hij de kamers, zijn vrouw en zichzelf filmt. Hij toont zijn virtuoze vaardigheden door direct te filmen en te monteren zonder te zien wat hij draait. Er is geen scenario en de film wordt niet achteraf bewerkt. Dat wat zijn camera vastlegt is het eindproduct.

Naast de grote vakkundigheid waarmee de film tot stand komt, is het vooral de bijzondere, afstandelijke en voyeuristische ervaring die de film zo bijzonder maakt. De close-ups van een rondkijkende Zwartjes blijven nog lang bij de kijker op het netvlies gebrand. De film is via deze link te bekijken.