web analytics

"Het moest geen reconstructie van feiten worden"

Reacties zijn gesloten

Een interview met regisseur Michaël R. Roskam over zijn regiedebuut Rundskop

Een paar maanden geleden had nog niemand van hem gehoord, maar inmiddels zijn er voor zijn regiedebuut Rundskop al meer dan 400.000 bezoekers naar de Belgische bioscopen gekomen. Michaël R. Roskams psychologische drama, met een waargebeurd misdaadverhaal als achtergrond, draait vanaf deze week ook in de Nederlandse bioscopen. Bij het voorstellen legt de regisseur meteen uit dat hij nog niet helemaal op de hoogte is van alle media in Nederland.

Het is ook wel allemaal in één klap op u afgekomen.
“Ja, het is nogal snel gegaan plotseling. Ik ben er heel erg trots op dat de film in Nederland in roulatie komt. Het is voor een Vlaamse film best speciaal, dan krijg je van collega’s een bewonderend knikje.”

Waarom is Nederland zo speciaal?
“Ik denk dat de wisselwerking van onze filmproducties eigenlijk gestopt is, op een paar uitzonderingen na. Op een bizarre manier heeft dat te maken met het industriële, of het commerciële karakter van cinema. Het moet commercieel interessant zijn en dan heb je meestal toch bekende koppen nodig. Er zijn uitzonderingen, zoals De Helaasheid der Dingen, die dan een bepaalde status krijgt. Over het algemeen denk ik trouwens dat Nederlanders op het moment iets meer open staan voor Vlaamse films, dan andersom. Op dit moment worden in Vlaanderen nauwelijks Nederlandse films uitgebracht. Wel remakes, zoals Zot van A (de Vlaamse versie van Alles is Liefde, red.). Ik had bijvoorbeeld graag New Kids willen zien, die puberhumor zag er wel leuk uit.”

Zou Rundskop hier zo’n status van De Helaasheid der Dingen kunnen krijgen?
Ik hoop het. De reacties zijn goed, van wat we tot nu toe gehoord hebben. In België merkte je dat er los van de filmjournalistiek langzaam een soort hype ontstond, dat mensen erover begonnen te praten. Ik hoop dat hij hier ook succesvol gaat worden. Ik denk wel dat de film een heel authentiek karakter heeft, ik hoop dat het publiek daar in mee gaat. Maar het is gewoon heel moeilijk te zeggen nu.”

Door dat authentieke karakter zal hij hier in ieder geval niet snel een remake krijgen.
“Ik denk dat als je hier in Nederland een remake van zou willen maken, je hem helemaal zou moeten herschrijven. Dan moet je opnieuw specifieke aspecten van een bepaalde regio zoeken. Je moet dan bijna volledig opnieuw beginnen. In principe is het wel mogelijk. Ik heb geprobeerd om met Rundskop een soort mythisch verhaal te vertellen, een tragedie. In dat opzicht ga ik er wel vanuit dat als je dat heel authentiek houdt, het ook universeel wordt, waardoor je het ook overal zou kunnen vertellen. Mits het dus helemaal herschreven is en aangepast binnen de werkelijkheid van de plek waar je het verhaal situeert.”

Hoe heeft het verhaal voor u vorm gekregen?
“Ik wilde een film maken die verder ging in een traditie van cinema die ik zelf heel tof vind. Dan heb ik het niet over genrefilms, maar vooral over films van bepaalde makers. Dat zijn er heel wat, zoals Martin Scorsese, de Coen-broers, John Huston, Michael Curtiz, Sam Peckinpah, Terence Malick. Ze hebben allemaal verschillende stijlen, maar een hele duidelijke eigen stem, met een eigen verhaal. Het hoeft niet per se arthouse te zijn. Spielberg is voor mij bijvoorbeeld ook een auteur. Dat zijn grote commerciële films, maar het is wel onmiskenbaar van hem. Ik bewonder die kerels, ik hou van hun films en in in die traditie probeer ik ook mijn films te maken. Ik begon met een misdaadverhaal, maar het moest geen reconstructie van feiten worden, ik heb dat alleen licht als achtergrond gebruikt. En dan op de voorgrond dat persoonlijke verhaal over Jacky Vanmarsenille, de vetmester. Ik ging nadenken over hoe ik zijn leven, zijn tragedie, wilde laten zien, en plots werd dat een perfect huwelijk met die achtergrond.”

Was dat een soort toeval dan?
“Ja, het is wel een soort toeval, maar het is ook hoe je naar dingen kijkt. Je blijft doordenken. Dan ontstaat er iets, bedenk je een parallelverhaal en wat er nog voor personages bij kunnen bijvoorbeeld. Op een gegeven moment heb je echt drama, dan heb je Adam en Eva en zeg je: Ok, wat als we nu eens een appel toevoegen, en een slang… En zo wordt het verhaal steeds beter eigenlijk.”

Bent u begonnen te schrijven met Matthias Schoenaerts in uw hoofd?
“Ik had eerder een korte film met hem gemaakt, in 2005. Ik had toen al mijn eerste versie geschreven, maar had nog niet echt iemand in mijn hoofd. Ik zag het personage wel voor me, maar ik had er nog niet echt een gezicht bij. Toen ik met Matthias had gewerkt dacht ik: Dat is de man die ik moet hebben!”

Hij moest nog wel flink aankomen voor de rol, dat zal wel een obstakel zijn geweest.
“Ja, je moest zien dat dit personage artificieel zwaar was. Dat hij het gewicht van zijn verleden letterlijk en figuurlijk op zijn schouders torst. Je voelt dat hoe hij eruit ziet niet normaal is. Matthias heeft moeten leven als een topsporter, het was heel heftig. Het zal wel altijd een mysterie blijven of hij steroïden heeft gebruikt, maar ik denk het niet. Soms zijn er mensen die beweren dat het niet kan zonder. Alleen hij weet het.”

Het is een fysieke rol, maar ook wel een die de juiste regie nodig heeft. Hoe ging dat?
“Matthias is heel makkelijk, hij weet heel goed wat hij wil. We hebben vooral heel veel gepraat vooraf. Op het moment zelf gaf ik wat kleine aanwijzingen. Zo’n zestig procent is casting, dertig procent voorbereidende gesprekken, en dan tien procent op de set. In die gesprekken veranderden we soms kleine nuances aan het scenario. Op de set is eigenlijk alles wat ik doe een beetje oplossen en wegsturen. Hoe minder ik doe, hoe beter mijn job als regisseur. Je denkt wel constant na, je bent constant aan het corrigeren, maar hoe beter je weet wat je wil, hoe minder je hoeft aan te passen. Als je vooraf goed communiceert gaat het vanzelf.”