Een interview met restaurateur Jan Scholten
In de vier jaar dat Jan Scholten voor het EYE Film Instituut Nederland werkt, heeft hij al rond de tachtig films gerestaureerd. Voor een van zijn meest recente projecten nam hij Alex van Warmerdams Abel onder handen. Vanavond wordt het resultaat vertoond in het Louis Hartlooper Complex. Scholten vertelt over zijn werk, en wat er in dit geval moest gebeuren. “Het is een unieke procedure, maar ook een hele dure.”
Hoe ging de restauratie van Abel in zijn werk?
‘We kregen van de conservator de opdracht om die film te nemen, dat wordt van tevoren beslist. Er zijn dan twee manieren om iets te conserveren. Bij een doorsnee-film – heel oneerbiedig gezegd – worden er nieuwe prints van het negatief gemaakt, er worden master-prints gemaakt zodat er een soort back-up is, ook van het geluid wordt er een soort back-up gemaakt, en dan wordt er een nieuwe print gemaakt voor release en digitaliseren. Maar in het geval van Abel hebben we het anders aangepakt, omdat die op een aparte lijst met belangrijke titels voor de Nederlandse film stond. Hij is opgestuurd naar New York, daar werden er panseparaten van gemaakt.’
Wat zijn dat?
‘Het is een zwart-witmateriaal, waarmee rode, groene en blauwe kleuruittrekken van het negatief worden gemaakt. Die worden separaat in drie verschillende rollen gemaakt, van hetzelfde negatief. Als je die dan weer over elkaar print naar een negatief, dan heb je eigenlijk hetzelfde originele negatief wat je in de camera hebt geschoten. Daar kun je dan weer kopieën van maken. Die manier is bedacht omdat je zo altijd bijvoorbeeld de kleur rood meer kan beïnvloeden dan blauw of groen, omdat je het echt apart van elkaar hebt. Met een negatief dat recht uit de camera komt, kan dat natuurlijk niet. Je kunt op deze manier altijd een goed negatief maken, ondanks dat materialen kunnen veranderen in de loop der jaren. De samenstelling van kleuren kan anders worden, maar door die panseparaten kun je altijd de goede samenstelling terugkrijgen. Het is een unieke procedure, maar ook een hele dure.’
Waarom verdiende Abel dat?
‘De conservatoren beslissen dat natuurlijk, maar het zal zeker met het succes en de bekendheid te maken hebben gehad. Het is ook een bepaalde lijn die de producent of regisseur aan wil houden, De Noorderlingen is bijvoorbeeld ook op die manier behandeld. Maar we hebben bijvoorbeeld ook Twee Vrouwen gedaan, dat is wel een ander verhaal. Die is helemaal digitaal gerestaureerd, omdat het originele materiaal zeer slecht van kwaliteit was, dat was niet zo bij Abel.’
Hoe werkt zo’n digitale restauratie dan?
‘We hadden 35mm duplicaat-materiaal, dat is helemaal opnieuw ingescand, er is ditigale data van gemaakt. Dat is vervolgens helemaal geretoucheerd, aan de hand van oude kopieën of video’s is er een hele reconstructie gemaakt. Voor het geluid werkt dat ook zo, als daar geen negatieven van zijn, moet dat ook worden gereconstrueerd of aangepast. Maar bij Abel was dat niet nodig. Daar is van het originele negatief een print gemaakt, en die is dan vergeleken met referentiekopieën die ook in het archief zaten, om de kleuren van toentertijd en de nieuwe print zo gelijk mogelijk te krijgen.’
‘Pas nadat we correcties aan de hand van die eerste print hadden gemaakt, werden de panseparaten gemaakt, dus die correcties worden dan meegenomen. Tussen elke stap zijn er weer correcties mogelijk, de kopie wordt steeds opnieuw gecheckt. De kopie uit Amerika wordt dan weer teruggezonden en vergeleken met de referentie. Dan maak ik aantekeningen bij shots die verbeterd kunnen worden en dan gaat de hele boel weer terug naar New York. Het is behoorlijk omslachtig.’
Hoe lang heeft de hele restauratie van Abel geduurd?
‘We zijn nog aardig lang bezig geweest, toch wel enkele maanden. Ook vanwege dat heen en weer sturen van materiaal, daar gaat ook wel weer wat tijd overheen. Ik denk dat ik er wel een maand of drie mee bezig ben geweest. Ik ben ook zelf in New York geweest en weet nu hoe de boel gemaakt wordt. Het is echt ongelooflijk, die machine wordt precies ingesteld voor die ene film, daar wordt niets tussendoor gedaan.’
Bent u dan zelf ook alleen met Abel bezig, of lopen er nog andere projecten tussendoor?
‘Nee, dat zijn er echt heel veel door elkaar. We hebben een digitaliserings-traject en ik heb ook nog het analoge traject. Ik denk dat ik in totaal 60 films heb die nu lopen, echt van alles en nog wat. Overal rapporten en verslagen van maken, het archief goed aanvullen en kijken wat er mist, controleren of alles goed loopt qua transport; het is behoorlijk gecompliceerd!’