“In Nederland is nog nooit een politiek gewaagde film gemaakt: wij zijn zo vrijzinnig, zolang het maar ergens anders gebeurt.”
De naam Guido Pieters valt maar weinig als men over de Nederlandse film van de jaren ’70 en ‘80 spreekt, toch trok de regisseur met zijn films bijna 3,5 miljoen bezoekers naar de bioscoopzalen. Desondanks is het de laatste jaren opvallend stil geweest rond de regisseur terwijl zijn carrière genoeg interessante gespreksstof op kan leveren, reden genoeg om in gesprek te gaan met Pieters.
Filmografie – Guido Pieters
– Vaarwel (1973)
– Zwaarmoedige Verhalen voor bij de Centrale Verwarming (1975)
– Dokter Vlimmen (1977)
– Kort Amerikaans (1979)
– Te Gek om Los te Lopen (1981)
– Ciske de Rat (1984)
– Op Hoop van Zegen (1986)
– De Zwarte Meteoor, De (2000)
– Het Woeden der Gehele Wereld (2006)
Interview
De meeste recente prent van de regisseur die in de bioscoop verscheen was Het Woeden der Gehele Wereld, begin 2006. De film, welke hij zelf zijn ‘minst uitdagende film’ noemt, trok slechts een handjevol bezoekers naar de bioscoop en de pers was in haar kritieken niet bepaald mals. Producent Rob Houwer sneed vervolgens de 109 minuten durende film terug tot een dikke anderhalf uur. Toch bleek zelfs al de eerste versie onder Houwers welbekende ‘supervisie’ te staan.
“Elke bioscoopfilm is een geweldige uitdaging op zich, zal ie bij het publiek aankomen? Het is een vraag die mij door de jaren heen slapeloze nachten bezorgd heeft. ‘Het Woeden der gehele Wereld’ was misschien de minst uitdagende film, omdat de producent, ook tijdens het opnemen, het nodig achtte het script te veranderen. Het scenario waar ik ‘ja’ op gezegd heb, is nooit verfilmd! Nadat mijn ‘werk’, montage en geluidsmixage, beëindigd was in februari 2006, heeft Houwer de film opnieuw gemonteerd; d.w.z. hij heeft suggesties van mij en editor Ton Ruys in acht genomen en de film dramatisch gekortwiekt.”
“De versie die naar festivals gaat is helaas ‘ de kind met het badwater’ versie: elke emotionaliteit is uit de film – is het nog een film? – verdwenen. Ik voel me daar net zo verantwoordelijk voor als Houwer die met de zogenaamde eer wegloopt. De andere verandering door Houwer, alle dialogen luider maken, is wat mij betreft nog rampzaliger als de inkorting. Ik heb die versie gezien en kreeg het gevoel dat alle karakters tegen elkaar schreeuwden: vreselijk. Het antwoord op dit fenomeen is het doof worden van Houwers gehoor. Hij zal het nooit toegeven maar aan een oor is hij zo doof als een kwartel met bijbehorende paranoia. Samengevat vind ik deze film mijn zwakste, ongeloofwaardigste en een zoals ze hier in Duitsland zo mooi zeggen: een ‘verschenkte’ kans.”
Het ‘Blokker-regime’
“De meest uitdagende film, realiseer ik mij, is ook een film die ik al jaren maken wil, maar die nooit door mij geregisseerd zal worden: “De Verrader”: het leven en einde van een nonvaleur tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een spannend en onwaarschijnlijk waargebeurd verhaal over een moreel gesproken zo’n verwerpelijk figuur, dat niemand zijn of haar handen aan hem branden wil. De film zou ook een eenduidend en definitief antwoord gegeven hebben op het zogenaamde ondoorzichtige ‘England Spiel.”
“‘De Verrader’ is een van de ettelijke films die ik heb willen maken, maar nooit van de grond kreeg, omdat de onderwerpen te heikelig waren en zijn. Zo stond jarenlang een film over de “Treinkapingen’ op het programma, totdat de producent anoniem bedreigd werd. Nederland heet een liberaal land te zijn, maar met gebeurtenissen uit de eigen geschiedenis weet men niet om te gaan. In Nedeland is nog nooit een politiek gewaagde film gemaakt: wij zijn zo vrijzinnig, zolang het maar ergens anders gebeurt. Kijk naar ‘De Mannetjesmaker’, ‘Max Havelaar’ en ‘Als Twee druppels Water’ (een van de mooiste films ooit in Nederland gemaakt). Landen als Frankrijk en de USA maken in verhouding met ons land veel meer ‘maatschappelijk kritische’ films. De Nederlandse Film is ‘in handen’ van conservatieve mensen en hun ideeën. Zelfs het ‘Blokker-regime’ heeft geen enkele maatschappijkritische film opgeleverd.”
Morricone
Opvallend is dat het speelfilmdebuut van Pieters, Vaarwel, werd voorzien van muziek door de befaamde componist Ennio Morricone.
“De muziek die wij met zijn toestemming en tegen betaling gebruikt hebben, was de muziek van ‘La Califfa’; een Italiaans-Franse coproductie, die weinig opzien gebaard had. Ennio Morricone was voor de meeste mensen in 1972 ‘braakland’. Pas na een radio-uitzending van Willem Duys, van de muziek van ‘Once Upon a Time in the West’ werd deze geweldige componist bekend in Nederland. Voor ‘Vaarwel‘ hadden wij muziek laten componeren door een bekende Limburgse componist (Jean Lambrechts red.), de muziek liep echter op een verkeerde manier weg met de film; vandaar het zoeken naar bestaande filmmuziek.”
“Wij hebben de muziek van Morricone ook op de set gebruikt, om met z’n allen in de goede stemming te komen. En een andere componist hebben wij niet benaderd, vanwege de immense productiekosten van symfonische muziek. Tijdsdruk m.b.t. tot de muziek hadden wij niet, omdat de film nog geen distribituur had en vanuit die filmverhuurder konden vele wijzingen op ons afkomen, ‘La Califa’ was zo’n goede filmmuziek dat wij hem onder de film gelegd hebben met de boodschap: ‘Take it or leave it’.”
“Aan de mooie muziek heeft het debakel van ‘Vaarwel’ nooit gelegen. De film heeft op vele festivals gedraaid waar het vertonen van de film zelf al een prijs was; in Toronto Canada en op het Londen Filmfestival bijvoorbeeld. ‘Vaarwel’ had slechte publiciteit, draaide een week in de Movies in Amsterdam en had, echt waar, dertien bezoekers. Ik wilde toen en nu nog steeds films maken voor een groot publiek: mijn motto is en was een film is geen film zonder publiek. Zonder publiek bestaat een film uit een paar zeer duur belichte filmrollen. Echter niets is moeilijker dan “succesvolle” publiekfilms maken.”
Kort Amerikaans
Diverse bronnen, zoals ‘Hollands Hollywood’ van Henk van Gelder, beweren dat hoofdrolspeelster Tingue Dongelmans uit ‘Kort Amerikaans’ door televisiekijkers werd uitgekozen; Idols avant la lettre. We waren benieuwd naar de achtergrond van dit verhaal en vroegen Pieters naar de details;
“Ik geloof dat hier een misverstand bestaat. De hoofdrollen van ‘Kort Amerikaans’, Derek de Lint, Tingue Dongelmans en Christel Braak, zijn na serieuze castingen uitgezocht. Dat van Henk van der Meyden is waar, het was een voor het Nederlandse publiek opgevoerd ‘stuk’, voorgekookt. Van een rolletje via de krant (De Telegraaf) is mij alleen bekend dat wij het voor de televisieserie ‘Medisch Centrum West’ gedaan hebben: ‘een dag door het beeld lopen, zonder tekst’ .Van ‘Kort Amerikaans’ weet ik me alleen nog te herinneren dat wij een spelletje’ met de pers (ook weer ‘De Telegraaf”) gespeeld hebben. Publiciteit, publiciteit!”
Verkeersregelaar
Gedurende de afgelopen 20 jaar zagen we, na zijn productieve (en succesvolle) periode van voor 1986 met hits als Ciske de Rat en Dokter Vlimmen, nog maar twee speelfilms van Guido Pieters’s hand verschijnen, de regisseur werd tegengewerkt in Nederland en vertrok uit eindelijk naar onze Ooster buren.
“Vanaf 1987 t/m 1989 heb ik vele malen geprobeerd een speelfilm van de grond te krijgen. Sommigen partijen kon ik overtuigen, maar de belangrijkste geldschieter, het Productiefonds o.l.v. Jan Blokker, niet . Ik ben in die tijd vader geworden, mijn vrouw werd heel ernstig ziek: kortom het werd tijd een andere weg in te slaan. Ik had nog nooit televisie ‘gemaakt’: Medisch Centrum West kwam in mijn vizier en schrijver Hans Galesloot sprak mij zeer aan. Vijf jaar lang heb ik MCW gemaakt, 61 afleveringen. Het was een droom: vandaag besproken, morgen opgenomen en overmorgen aan het Nederlandse publiek vertoond. Intensief en verslavend. Jammer dat de schrijver het bij honderd afleveringen liet. Verhuisd naar een eigen huis; een hypotheek en de ‘val’ is gesloten, een keer in de twee, drie jaar een speelfilm maken deed de schoorsteen niet genoeg roken. ‘Unit 13’, diende zich aan, een korte comedyserie voor de Tros en uiteindelijk ‘Baantjer’ voor RTL. Inmiddels had het leidinggevende deel van John de Mol Producties zich in- en aangrijpend veranderd. Een conflict met Peter Römer maakte een einde aan mijn carriere bij de Nederlandse televisie. Het aanbod uit Duitsland kwam als geroepen.”
“Het in Duitsland werken was een toevalligheid, een producente zag ‘Ciske de Rat’ en wilde dat ik een ‘Sperling’ kwam maken in Berlijn. Daarna nog een en daarna in Hamburg een ‘Heimatgeschichte’ met dezelfde hoofdrolspeler Dieter Pfaff getiteld ‘Das Erben von Greetsiel’. Dit vijftig minuten durende verhaal werd een ‘knaller’; herhaald, herhaald en nog eens herhaald. Uitnodigingen voor het maken van andere formaten (K3 en Grossstadtrevier) volgden. Ik was zoveel in Duitsland bezig, dat ik de Nederlandse markt een beetje vergat. Ook omdat hier in Hamburg (en Berlijn) een regisseur nog een beetje regisseur is. Hier wordt men nog betrokken bij het formuleren van een script, het uitzoeken van acteurs en het afwerken van een productie in montage, muziek en geluidseffecten. Bij tv-producties in Nederland is de regisseur nog alleen maar een politieagent die het ‘verkeer’ op de set regelt en verder bij niks anders betrokken is.”
Ik heb toevallig laatst weer Het Woeden der gehele wereld gezien en dacht toen bij mezelf; waarom is hij nog niet geinterviewd. Top dat jullie dat hebben gedaan!
Een leuk interview, op het einde na. Hier spreekt duidelijk de verzuurde filmmaker die boos is op de Nederlandse beleidsmakers van destijds en de beleidsmakers van nu. Écht serieus kan ik dit einde dan ook niet nemen.