web analytics

Interview Renzo Martens

Reacties zijn gesloten

“Wat is ontwikkelingssamenwerking? Mensen een heel klein hapje te eten geven en je daar de hele dag voor laten bedanken.”

Filmmaken, idealen en ethiek: een interview met Renzo Martens over Enjoy Poverty.

Renzo Martens in Enjoy Poverty


Voldoening

Documentaires worden vaak gemaakt in een vorm die het publiek voldoening geeft en ze met een goed gevoel naar huis stuurt. Dit weten de documentairemakers te bereiken door een rond, gesloten verhaal te ontwerpen rondom een probleem, om zo het publiek voor te spiegelen dat op de één of andere manier al een oplossing onderweg is. Heel kort gezegd geven deze documentaires het publiek de mogelijkheid om te denken: ‘Ik leer hiervan omdat ik me bekommer om de mensen en problemen die ik in de film zie. Ik wil ze beter leren begrijpen en daardoor ben ik een barmhartig onderdeel van de maatschappij, geen onderdeel van het probleem dat beschreven wordt, maar een deel van de oplossing.’ De nieuwste documentairefilm van Renzo Martens, Enjoy Poverty, biedt deze uitweg niet. De film is anders dan de conventionele documentaires, totaal anders. Om de problemen rondom armoede in Kongo weer te geven richt Martens de camera vooral op zichzelf.

“Als je een situatie op een manier laat zien waarin het slechts zielig gevonden kan worden, dan ontsla je jezelf van alle verantwoordelijkheid. Ik ben onderdeel van het armoedeprobleem in Kongo, zoals wij allemaal. Ik loop in de film rond alsof ik verliefd ben op mijn eigen goede daden. Als ik iemand een hapje te eten geef laat ik me heel erg bedanken. Wat is ontwikkelingssamenwerking? Mensen een heel klein hapje te eten geven en je daar de hele dag voor laten bedanken. Ik neem de rol over van de ontwikkelingssamenwerking. Ik word dat zelf, op een realistische manier. Ik ga dan niet net doen alsof iedereen daar heel veel beter van wordt, want dat is daar niet zo.”

Medische hulp
“Ontwikkelingssamenwerking zou niet nodig hoeven zijn. Als er één eurocent bij de prijs van koffie op komt die naar de plantagearbeider gaat, dan hoeft hij geen honger meer te lijden. We hebben het in het maatschappelijke debat heel veel over ontwikkelingssamenwerking terwijl er, als we een normale prijs zouden betalen voor de arbeid in ontwikkelingslanden, niets aan de hand zou zijn. Dan zijn er geen waterpompen en medische hulp meer nodig. Dan kunnen ze die gewoon zelf betalen.”

“Die prijsverhoging zouden premier Balkenende en minister Koenders morgen al kunnen regelen.” Dit lijkt echter niet te gaan gebeuren. “Het Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken wil niet op mijn film reageren omdat ze zich misbruikt voelen, heb ik ergens gelezen. Ik snap niet wat ze daarmee bedoelen, maar ze hebben er dus wel kennis van genomen. Mijn stijl zal iemand als premier Balkenende misschien niet aanspreken, maar hij heeft al veel films kunnen zien waarin armoede voorbij kwam. Dat was blijkbaar niet genoeg om hem over de streep te trekken en een structurele oplossing te zoeken. Deze film pakt het anders aan en laat de armoede niet zien als extern fenomeen. Ik heb geprobeerd mijzelf in te zetten om uit te leggen hoe de exploitatie in elkaar zit en om de machtsverhouding tussen de mensen daar en hier weer te geven.”

Misbruik
Renzo Martens vindt niet dat hij zijn personages overbodig respectloos behandelt. Ook niet als hij aan een man met een ondervoedde dochter vraag of hij een televisie of een koelkast heeft. “Ik kende die man vrij goed, dat kon ik wel vragen. Ik vraag het omdat wij het moeten weten. Hij plukt al jaren onze koffie, maar hij bezit bijna niets. Zijn reactie betuigt van veel zelfrespect. Een ander zal misschien boos worden, maar hij reageert rustig. Ook wordt de relatie tussen man en interviewer duidelijker: een afhankelijkheidssituatie. Hij onderwerpt zich aan bijna alles wat ik hem voorleg. Hoe vervelend en uitdagend ik ook doe, hij blijft rustig. Daar kunnen wij, of ikzelf tenminste, nog wat van leren. Ik vind overigens niet dat ik de personen uitbuit en slecht behandel, ik thematiseer dat ik ze slecht behandel. Ik maak een portret van een afgezant van het Westen: mijn persoon in de film. Wij behandelen onze werknemers elders slecht. Om dat te tonen moet ik het reproduceren.”

“We verkrijgen onze koffie niet door vriendelijkheid, maar door misbruik te maken van de Kongolezen. Met de camera aan moeten we dan ineens meelevend en vriendelijk doen? Empatisch? Dat is lafhartig. Ik probeer een portret te maken van een bestaande situatie. Wij worden gevoed door mensen uit landen als Kongo. Hun kinderen sterven daar en wij denken dat wij niets aan die situatie hoeven te doen. Of we denken dat een beetje geld opsturen en wat waterpompen plaatsen genoeg is om structurele uitbuiting te verhelpen. Ik zet geen leuke meneer Martens neer in mijn film, want dat is vervalsing van de realiteit. Als liefde en vrede in onze wereld zouden regeren, dan zou ik dat ook tonen. Maar zolang wij denken dat het niet nodig is om op structurele wijze iets aan de problemen in ontwikkelingslanden te doen, moet ik de situatie op deze manier weergeven.”

Episode III – Enjoy Poverty is vanaf heden te zien in de bioscoop.

Reacties zijn gesloten.