web analytics

Jos Stelling over Duska

Reacties zijn gesloten

“Je bent op vakantie in een vreemd land. Het is je laatste avond. Aangeschoten en in een joviale bui noem je in een café de gasten ‘jouw beste vrienden’. Ze moeten je vooral opzoeken als ze ooit in de buurt zijn: ‘Ze kunnen altijd blijven slapen’. Terug in Nederland pak je de draad van je drukke leven op en ga je weer keihard aan het werk. Je hebt alles weer snel onder controle. Behalve de tijd, die onder de dagelijkse druk steeds sneller lijkt te gaan. Na enkele maanden wordt er aangebeld en staat er een vreemde man voor de deur. Pogingen om je van hem te ontdoen lopen op niks uit.” Met deze woorden leidt Jos Stelling zijn nieuwe film Duska in. Acht jaar lang heeft Stelling aan de film gewerkt. Zijn inspanningen zijn beloond: Duska is niet alleen de openingsfilm van het komende Nederlands Film Festival, maar ook de Nederlandse inzending voor de Oscars. Jos Stelling over zijn nieuwe film.

In 1974 debuteerde Jos Stelling met Mariken van Nieumeghen. In een tijdsbestek van zeven jaar schoot Stelling ruim drie uur materiaal voor zijn epos rond het middeleeuwse boerenmeisje Mariken. Met medewerking van vrienden, kennissen en andere enthousiaste vrijwilligers lukte het Stelling een professioneel ogende film af te leveren die in december van 1974 in première ging. De buitenwereld reageerde verrast. De pers was positief, het publiek kwam graag kijken en de film schopte het zelfs tot deelname aan de competitie in Cannes. Mariken van Nieumeghen vestigde Stellings internationale positie en in de kleine dertig jaar erna leverde hij nog elf producties af, waarvan drie korte films. De waardering voor zijn werk is in het buitenland groter dan in eigen land. Vooral in Duitsland, Italië en Rusland worden zijn films goed bezocht en veelvuldig bekroond. Duska is zijn negende lange speelfilm en zijn eerste sinds No Trains No Planes uit 1999.

Duska
Bob (Gene Bervoets) heeft het mooiste gedeelte van zijn leven achter zijn rug. Hij rommelde wat in de filmwereld, bezocht als filmjournalist de nodige filmfestivals en is nu krampachtig bezig met een filmscript. Zijn grote muze en inspiratie daarbij is een mooie, jonge onbereikbare caissière van een bioscoop (Sylvia Hoeks). Wanneer zijn liefde voor het meisje zijn verbeelding overstijgt en ze daadwerkelijk in zijn huis belandt, staat er plotseling ene Duska (Russisch voor liefje) voor de deur. Deze uiterst vriendelijke Rus (Sergei Makovetsky) heeft Bob ooit eens ontmoet op een filmfestival in Oost Europa. Daar heeft Bob hem in een overmoedige bui uitgenodigd vooral eens bij Bob aan te wippen als hij toevallig toch in het Westen is. En dat had Bob beter niet kunnen doen. Duska blijkt een uitvreter en niet van plan weer weg te gaan. Bobs pogingen hem de deur uit te krijgen lopen, mede omdat ze elkaar niet kunnen verstaan, op niets uit.

Het productieproces
1998. Jos Stelling ontmoet op het festival van Sarajevo de Oostenrijkse journalist en vriend Otto Reiter. De twee raken aan de praat en Reiter vertelt een verhaal over ene Dusko, een Servische vluchteling die enkele jaren daarvoor bij hem was ingetrokken en sindsdien niet meer is weggegaan. Reiter probeerde wat hij kon, maar Dusko kwam steeds weer terug en klampte zich opnieuw aan de journalist vast. “Zo is het allemaal begonnen. Ik ga aan de gang met die figuur Dusko en wil een acteur hebben.” Stellings eerste keuze, een Russische filmjournalist, kon niet acteren, maar zet Stelling wel op het juiste spoor. De Russische journaliste/schrijfster Olga Surkova brengt Stelling vervolgens in contact met Sergei Makovetsky, een bekend Russisch acteur, die wel oren heeft naar een rol in de film.

“Ik heb een hele middag in Moskou met die man in het huis van de moeder van Olga gezeten. Hij was niet precies degene die ik in mijn hoofd had, maar toen dacht ik: als er iemand voor je deur staat, kan het iedereen zijn. En hij bleek geweldig.” Het is even wennen voor Stelling, die voor het eerst met een acteur te maken kreeg waarmee verbale communicatie vrijwel onmogelijk was. Alles verliep via een tolk. “Het gevaar zat er een beetje in dat hij de neiging had te denken dat hij de hoofdrol speelt. Ik heb er met hem over gesproken en ook gezegd: luister, als je eigen ideeën wilt inbrengen is dat goed, maar we spreken af dat ik je altijd kan overrulen.” De opnames met Makovetsky bleken geen probleem, de acteur had het zelfs erg naar zijn zin omdat hij van Stelling de vrije hand kreeg, terwijl dat in Rusland vaak heel anders ligt.

De hoofdrol in Duska wordt gespeeld door Gène Bervoets, die sinds De Vliegende Hollander (1995) in elke film van Stelling te zien is geweest. “Gène is de beste filmacteur die ik ken. Een volksjongen met een jongensachtige intuïtie, hij begrijpt en voelt instinctief. Hij is er altijd, Gène speelt niet, hij verplaatst zich zo in zijn karakter dat hij dat is.” In Duska is het ook opvallend dat de acteur het alter-ego van de regisseur lijkt te zijn. De manier waarop hij in de bioscoopzaal zit met dat brilletje, zich kleedt en de kleine gebaren: dit alles doet erg denken aan Jos Stelling zelf.

Wie de rol van het cassière-meisje zou gaan spelen was lange tijd onduidelijk. Pas vlak voordat de opnamen begonnen werd – bij toeval – Sylvia Hoeks gecontracteerd: “Een meisje is geen probleem, daar zijn er duizenden van. Op een gegeven moment had ik er een paar op het oog. Eén bleek, vlak voordat we begonnen, tijdens de opnamen op vakantie te gaan en toen nam ik die ander, Sylvia Hoeks. Ze blijkt fantastisch, een kruising tussen Greta Garbo, Grace Kelly en Catherine Deneuve, qua gezicht, qua mystiek, niet sensueel maar toch spannend. Voor Sylvia liggen er straks een paar hele grote rollen in het verschiet.”

Geld
Het idee voor Duska ontstond dus al lange tijd geleden. Waarom duurde het dan nog zo lang voordat er kon worden begonnen met draaien? “Met Hans Heesen en in het begin ook met Bert Rijkelijkhuizen hebben we aan het idee gesleuteld. Daarvoor kreeg ik wel een scenariosubsidie, maar toen het af was werd het scenario afgewezen door het filmfonds. In hoger beroep werd het opnieuw afgewezen. Intussen had ik allang Russisch en Duits geld, maar door de afwijzing van het filmfonds verviel Duitsland.” Tweeënhalf jaar later stemde het filmfonds alsnog in, vooral met dank aan Mart Dominicus, die het een schande vond dat een gerespecteerd en gevestigd regisseur als Jos Stelling nog steeds moest bedelen voor een financiële bijdrage. Stelling kreeg een half miljoen en besloot hierop de film te draaien voor 1,7 in plaats van 2 miljoen die hij voor ogen had. Nederland, Duitsland en Rusland legden elk zes ton in.

“Toen ben ik naar de televisie gegaan, daar ben ik een hele tijd mee bezig geweest, zo lang dat de toezegging van het filmfonds inmiddels was verlopen. Juist op het moment dat ik het wilde opgeven stapte Egmond in, dat later opging in Eyeworks. Toen uiteindelijk de NPS erin stapte, zijn we opnieuw naar het filmfonds gegaan en kwam alles rond.” Het was voor Stelling de eerste keer dat hij onder producenten werkte. Problemen leverde dit echter niet op. Hij kon vrij zijn gang gaan en mocht zelf de ‘final-cut’ bepalen.

Première
Inmiddels is de film af en beleeft ze op woensdag 26 september haar première op het Nederlands Film Festival te Utrecht. De film is om 18.45 uur te zien in Camera, Studio, Louis Hartlooper Complex 1 en 2. Om 19.30 vindt, in aanwezigheid van de regisseur en leden van de cast en crew, de feestelijke première plaats in de stadsschouwburg Utrecht. Het maken van de film omschrijft Stelling als een groot feest. Hopelijk wordt het dat voor de bezoekers ook.

2 gedachten over “Jos Stelling over Duska

  1. Over Duska.. Filmtechnisch mooie beelden maar qua script en opbouw van de film slaapverwekkend en hoooooogst irritant.
    Sorry, maar hier wil ik mijn belastinggeld niet aan besteden.

Reacties zijn gesloten.