Een interview met regisseur Nanouk Leopold
De nieuwste film van Nanouk Leopold heet Brownian Movement. Het verwijst naar een natuurkundig verschijnsel dat de grillige beweging van stofdeeltjes beschrijft, die plotseling zichtbaar wordt als zonlicht de kamer binnen schijnt. Willekeurige, onvoorspelbare bewegingen die worden veroorzaakt door deeltjes die niet met het blote oog te zien zijn. Leopold gebruikte de term als metafoor. In Brownian Movement geeft het hoofdpersonage zonder een zichtbare reden haar leven een dramatische wending wanneer ze, achter de rug van haar man om, seksueel experimenteert met haar eigen patiënten. Een gesprek met Leopold over haar nieuwste film en haar manier van werken. “Ik vind het wel iets grappigs hebben dat mensen in opstand komen als je iets niet uitlegt.”
Hoe is het idee voor de film ontstaan?
“Ik zou het eigenlijk niet weten. Een echtpaar dat iets meemaakt dat hen zover mogelijk uit elkaar zet, en dan kijken of ze elkaar toch nog kunnen vinden, dat is iets wat mij al langer fascineert. Maar dat het specifiek dit verhaal moest zijn, dat is eigenlijk ontstaan tijdens het schrijven. Ik vind het gewoon een mooi gegeven, dat je al je hele leven samen bent en van iemand houdt, iemand denkt te kennen, en dat er dan iets gebeurt wat je helemaal niet verwacht en wat je ook eigenlijk niet kan begrijpen.”
Hoe bent u toen begonnen met schrijven?
“Ik heb een boek gelezen van een Amerikaanse onderzoekster uit de jaren ’60, die had gevraagd aan vrouwen om anoniem hun seksuele fantasieën op te schrijven. Daarin kwam naar voren dat heel veel hetzelfde is. Bij het begin van het schrijven dacht ik alleen nog aan die fantasieën, pas later ging ik erover nadenken wat er zou gebeuren als ze het echt zou doen.”
Het verhaal moet niet letterlijk worden genomen.
“Nee, het is een uitvergroting van een probleem, om het ook zichtbaar te kunnen maken en om het heel klein te kunnen verfilmen, zodat je het heel precies en gedetailleerd laat zien. Maar daarvoor moet je wel iets nemen wat heel helder en duidelijk is.”
Maar u laat de kijker wel puzzelen.
“Ja, dat vind ik heel fijn om te doen. Dat je ermee aan de slag kan, dat je niet alleen maar daar zit, maar dat je ook aan het werk gezet om na te denken wat je er eigenlijk van vindt en wat je zelf zou doen. Hoe verhoud ik me tot wat ik voor me zie? Ik denk dat dat puzzelen het juist iets speciaals kan geven, zodat je die film eigen kan maken, dat je het zelf invult.”
Wordt het publiek daar niet door afgeschrokken?
“Ik ben misschien een idealistische romanticus, maar ik vind het zelf heel jammer dat als je iets heel specifiek maakt, op een eigen manier, dat het daarmee meteen betekent dat je voor een kleiner publiek werkt. Ik snap dat eigenlijk helemaal niet. Mensen hoeven toch niet elke dag dezelfde film te zien? Je kan ook een keer iets anders uitproberen. Ook voor mensen die het niet gewend zijn kan het toch een hele bijzondere belevenis zijn om een keer naar een arthouse-film te gaan, zodat ze op een andere manier worden aangesproken. Geef jezelf eens wat variëteit.”
Uw films doen het goed op internationale festivals, maar de ontvangst in Nederland valt tegen.
“Ja, dat vind ik zelf heel jammer. Misschien wordt het ook niet op zo’n manier gebracht en willen mensen elkaar in bescherming nemen door te zeggen dat het raar is. De film wordt dan al meteen in een bepaalde hoek gezet. Ik mag denk ik bijvoorbeeld niet bij een Happy Meal met mijn figuurtjes, haha. Maar misschien komen mensen er ook gewoon niet toe om het te zien.”
Is dat frustrerend, of is het belangrijker dat de film überhaupt gemaakt is?
“Punt een is wel dat hij gemaakt is, maar zonder publiek is het geen film. Ik vind het heel erg jammer als mensen hem niet gaan kijken. Ik snap het natuurlijk wel, maar ik vind het toch jammer. Ik zou toch willen zeggen: ga één keer iets anders kijken. Je hoeft niet elke dag naar Armageddon of zoiets. Hier heb je ook nog wat om het over te hebben, er komen heel veel discussies los bij mensen als ze dit zien. Stelletjes die na afloop een discussie krijgen over wat ze zouden doen in zo’n situatie. Mensen in mijn films praten niet veel, maar ik heb het idee dat mensen die naar de film gaan onderling juist wel heel veel met elkaar praten. Ik denk wel dat dat goed is. En leuk ook!”
Gaan bezoekers meer praten omdat er minder wordt gesproken in uw films?
“Ja, dat denk ik wel. Het heeft niet eens zozeer met het praten zelf te maken, maar meer met het uitleggen. Ik leg niet alles uit, maar ja, wat wordt er in je eigen leven eigenlijk wel uitgelegd? Ik vind het ook wel iets grappigs hebben dat mensen in opstand komen als je iets niet uitlegt.”
Dat zal met filmconventies te maken hebben, mensen hebben een bepaald verwachtingspatroon.
“Ja, maar ik denk niet dat het voor mij als filmmaker van belang is om filmconventies te bevestigen. Ik denk dat het voor mij belangrijk is om die aan te vechten en die ter discussie te stellen. Dus dat is wat ik doe.”
Hoe gaat u in de praktijk te werk tijdens het filmen?
“Heel veel is van tevoren bedacht en besproken met de acteurs, de cameraman, de art-director, etc. Als iedereen weet wat de sfeer van een scène is en wat hij moet uitdragen, dan kan je daar aan gaan bouwen en dat kan je uren voortzetten. In theater is het een traditie dat het hele stuk aaneen wordt gespeeld en dat alle emoties die langskomen elkaar opvolgen. Acteurs kunnen dat dus heel goed, die hoeven niet per se maar een paar seconden iets vast te houden. Ik kan een acteur ook drie minuten lang bekijken, en dan gebeuren er vaak hele spannende dingen. Daar zoek ik naar. Er staat bijvoorbeeld in een scène hoe de actrice in haar kamer bezig is met een dekentje dat ze gekocht heeft, en hoe ze die op haar bed moet leggen. Het wordt verder niet heel precies beschreven. Dat wordt dan verder uitgewerkt, samen met de acteurs. Wat gaan ze precies doen en met welke timing.”
Wat is het voordeel om dat volle shot ook in de film te gebruiken, in plaats van losse shots te monteren?
Ik heb zelf het idee dat je dan meer de emotionele lijn van wat er gebeurt vasthoudt, omdat het aan elkaar vastzit. Je voelt dat het hetzelfde moment is.
Het krijgt ook iets engs, omdat je zo lang naar iemand aan het staren bent.
Ja, het heeft iets beklemmends inderdaad, dat vind ik zelf ook. Dat is ook wel wat film op een bepaalde manier is. Het heeft altijd wel iets voyeuristisch. We gaan allemaal in een zaal zitten in het donker en kijken hoe andere mensen leven. Maar mensen proberen dat vaak te ontkennen. Deze film laat je voelen dat je dat doet, dat je heel lang naar iemand kijkt. Maar ik vind het ook wel een soort schoonheid hebben, dat het dus mag. Je mag nu zo lang naar deze vrouw en deze man kijken.
U bent inmiddels bezig met de boekverfilming Boven is het stil. Hoe ver bent u met de voorbereiding?
“Het scenario is al geschreven en we hebben het eerste geld uit Nederland gekregen. We zijn nu bezig met geld los te krijgen in Duitsland en België. Het wordt een Nederlandstalige film en de opnames zouden deze winter moeten beginnen. Het wordt uitgespreid over een periode van tweeënhalve maand, met dertig draaidagen als we geluk hebben.”
Heeft u al een idee wat u daarna gaat doen?
“Nee, deze boekverfilming is voor mij nu mijn eigen Brownian Movement-moment eigenlijk. Ik heb mezelf een richtingsverandering gegeven, ik dwing mezelf om iets heel anders te gaan maken. Het is een verhaal dat niet van mij is, het speelt in een ander milieu, op het platteland, en het gaat over mannen, dat vind ik ook heel spannend na drie films over vrouwen. Ik ben er wel heel benieuwd naar. Of dit iets heel anders op gaat leveren, of dat het eigenlijk weer eenzelfde soort film wordt, dat weet ik eigenlijk niet.”
Als ik in de recensie elders hier lees dat de film Engelstalig is, en dat plaats naast de opmerking dat we wel eens iets anders dan Armageddon willen kijken, dan moet ik toch stellen dat deze film niet bepaald de eerste is die ik zou kiezen.
Als je een Engelstalige film maakt, dan zal ik die als kijker ook als vreemde film behandelen: Er worden er daarvan honderden per jaar gemaakt en deze zal zich daartussen moeten bewijzen.
Nee, als je de aanpak van een “andere film” kiest, heb dan de mentaliteit een Nederlandstalige film te maken, zoals een Nederlands regisseur betaamt.