Nog geen twee jaar nadat haar speelfilmdebuut Terug naar de Kust ruim 385.000 bezoekers opleverde, komt Will Koopman met Gooische Vrouwen, een mogelijk nog grotere hit. Bekendheid en populariteit bij het publiek is er al. De serie, die Koopman ook regisseerde, stond vijf seizoenen garant voor hoge kijkcijfers.
Will Koopman
Koopman begon haar speelfilmcarrière in 2009 met Terug naar de Kust, naar de bestseller van Saskia Noort, maar sinds ze in 1980 afstudeerde aan de Filmacademie werkte ze al mee achter de schermen bij o.a. Ik ben Joep Meloen (1981) en Te Gek om Los te Lopen (1981).
Ze begon zelf met regisseren in het begin van de jaren ‘90. Geen speelfilms (die zouden pas twintig jaar later komen), maar series. Ze had groot succes met Vrouwenvleugel, waarmee ze in 1994 een Gouden Televizier-Ring won, en regisseerde later o.a. afleveringen van Baantjer, Spangen en Grijpstra & De Gier.
En toen kwam Gooische Vrouwen. De serie over vier vriendinnen in Het Gooi werd een doorslaand succes; kijkcijfers liepen in de miljoenen en de serie werd drie keer genomineerd voor een Gouden Televizier-Ring. Als kers op de taart mocht die belangrijke prijs in 2009, het laatste jaar van de serie, eindelijk worden verzilverd. Inmiddels werd er al gewerkt aan een scenario voor een film. En nu, anderhalf jaar later, vulllen de rijke dames uit Blaricum de bioscoopzalen.
Kwaliteitsdrama
“Na het succes van de kille thriller Terug naar de Kust kreeg ik enorm veel zin in het maken van een goede comedy voor een groot publiek – een film voor 8 tot 80 jaar, klassiek voor het hele gezin. Wat leent zich dan beter dan Gooische Vrouwen, een speelfilm naar de tv-serie die ik vijf jaar heb geregisseerd?”
“Het ideale van een speelfilmvorm is dat je er veel meer in kunt vertellen dan in een serievorm, waarbij je nu eenmaal vastzit aan het 45 minuten-stramien. Meer dan in de serie kunnen humor en drama voortdurend tegen elkaar aanschuren; door de spanningsboog van een speelfilm kun je veel meer met je karakters doen, je krijgt de tijd om zowel personages, verhaallijnen als scènes sterker uit te werken en uit te diepen. En je kunt letterlijk naar buiten. Niet voor niets is de premisse van de film: “Je kunt het meisje wel uit Het Gooi halen, maar Het Gooi niet uit het meisje” – want nu krijg ik de kans de karakters uit hun vaste milieu te halen – dat kan niet in serievorm, alleen in speelfilmvorm. Letterlijk en figuurlijk kan ik nu de deuren van Gooische Vrouwen openzetten, wat het gegeven een grote filmische meerwaarde geeft.”
“Qua regiematige vormtaal is de stap van serie naar speelfilm niet moeilijk; al bij de serie heb ik vanaf het begin bewust veel tv-wetten genegeerd – de serie was al wijds gedraaid, nooit close zoals normaliter bij tv gebruikelijk, en de zon scheen altijd – interieurs konden het gevoel geven van exterieurs.”
“Met Gooische Vrouwen hebben we een trend gezet. Het grootste compliment dat we met de serie hebben gekregen was dat we kwaliteitsdrama maakten voor een groot publiek. Dat is precies wat ik nu met de film wilde realiseren: een kwaliteitsfilm voor een groot publiek.”