web analytics

‘3D, maar dan zonder de borsten van Doutzen’

Reacties zijn gesloten

Terwijl Nederlands’ eerste 3D-film Nova Zembla goede zaken deed aan de box-office, werkten Eugenie Jansen en Albert Elings in de luwte aan hun 3D-project Above My Head. NeerlandsFilmdoek sprak uitgebreid met de makers.

Above My Head van Eugenie Jansen: en nu een échte Nederlandse 3D film!

Hutspot, worst en kaas
Wie eind november zijn radio of tv aanzette, kwam er niet onderuit: Nederlands’ eerste 3D speelfilm Nova Zembla ging in bioscooprelease. Reinout Oerlemans liet in zijn talloze interviews geen kans onbenut om over zijn ontmoeting met De IJsbeer te verhalen. Armin van Buuren kreeg de eer om de soundtrack (opgenomen door een 120 koppig orkest) te remixen en de opbrengst ging naar … jawel, de ijsberenopvang.

Terwijl de recensenten over elkaar heen buitelden, met name over de 3D borsten van Doutzen Kroes (NRC next blog, De Filmkrant), wreef Steven de Foer, redacteur van de Belgische kwaliteitskrant De Standaard, in zijn handen. Hij had het in zijn column van april al voorzien: een speelfilm in 3D van ‘patser’ Oerlemans, dat kon het verhaal nooit goed doen. ‘Alleen in de porno industrie leeft er nog een vurig geloof in 3D’, besloot De Foer zijn column ‘3D weg ermee’. (De Standaard).

De Foer zou vergiffenis vragen als hij wist wat er op dat moment aan filmmateriaal in de montageset van Eugenie Jansen en Albert Elings zat. Inderdaad, in 3D! Ze deden het ook op buitenlocaties, zonder de borsten van Doutzen en met een fractie van de  zeven miljoen die Oerlemans tot zijn beschikking had. Het wordt de eerste 3D arthouse film in Nederland. En, – oh ja: het heeft een verhaal waarin de driedimensionale ruimte een heel eigen rol heeft. Ik spreek met Eugenie en Albert over deze nieuwe film in hun studio aan de Spuistraat, voorafgaand aan een bord hutspot met worst, kaas en appelmoes.

‘Three shots a day’
De vraag die op deze winterse namiddag centraal staat is: in hoeverre bepaalt de keuze voor 3D voor het verhaal dat je als filmmaker kunt vertellen? Wie het standaardboek over 3D filmmaken 3D Movie Making (Bernard Mendiliburu, 2009) leest, bekruipt al snel het gevoel dat de tijd van improvisatie en het benutten van het toeval bij het filmmaken voorgoed voorbij is.

‘3D = three shots a day,’ illustreert Albert als de technische precisie en het bijbehorende opnametempo van filmen in 3D in ons gesprek aan bod komen. Dat nou juist een filmmaker als Eugenie Jansen, die naar eigen zeggen ‘heel erg van het toeval houdt’, voor haar nieuwste film in 3D werkt, is dus op z’n minst opvallend. Wat houdt filmen in 3D in? Hoe gingen Eugenie en Albert te werk? En waar gaat Above my Head eigenlijk over?

Film in 360 graden en drie dimensies
‘Om bij het begin te beginnen: het verhaal voor Above My Head was er al een jaar of zeven,’ vertelt Eugenie. ´Kim Niekerk schreef het, haalde mij erbij en uiteindelijk rondde Patrick Minks het af. Nu hebben we fondsgeld en een omroep (KRO) gevonden en kunnen we ‘m maken.’ Hoofdpersoon in Above My Head is Shay, de dochter van een Aboriginal moeder en een Vlaamse vader. Ze verhuist na haar moeders’ dood met haar vader van haar eigen woestijndorpje in Australie naar het Belgische Ieper. Ze trekken in bij haar tante en oom die een Bed en Breakfast runnen. In dat kikkerkoude plaatsje, overladen met relekwieen uit de eerste wereldoorlog, probeert Shay de dood van haar moeder te verwerken.

Eugenie: ‘Het idee ontstond om het verhaal helemaal in cirkels te vertellen: de camera draait in twee minuten één keer rond en in die 360 graden zie je één filmscene. De erop volgende scene speelt dan weer op een nieuwe locatie. Door het verhaal in cirkelvorm te vertellen willen we de kijker in het centrum van het verhaal plaatsen en het gevoel versterken dat de wereld aan hem voorbij trekt. Vaak heb je in je leven plekken waar je wel langer wil blijven, of hoop je dat iets nog langer duurt – maar ja,: alles gaat voorbij.’

Het was Albert die daarop voortbordurend over filmen in 3D begon. Albert: ‘Uiteindelijk gaat de film over de plaats van mensen in de tijd en ruimte. In 2D kun je vooral het verstrekken van de tijd voelbaar maken, met 3D ervaar je als kijker ook de veranderingen in de ruimte.’ Om dit te illustreren, wijst Eugenie naar een stoel achter mij met daarop twee knuffels: ‘Stel dat jij de hoofdpersoon bent, dan worden die knuffels achter je ook belangrijk, omdat ze in 3D door het volume dat ze krijgen meer aanwezig zijn dan in het platte vlak. De beeldhiërarchie in voor- en achtergrond verdwijnt. Alles om de hoofdactie heen krijgt veel meer aandacht. Het is grappig om tijdens het filmen te merken dat de ruimte écht een rol gaat spelen.’

De film is traag, want de kijker is traag
Wat er binnen een scène ook te vertellen is – veel of weinig – : ze duurt in Above My Head steevast twee minuten. ‘Dat lijkt lang, maar in een 3D film heb je als kijker ook veel meer indrukken te verwerken’, zo stelt Albert. ‘Vergelijk het met de opkomst van de kleurenfilm in het zwart-wit tijdperk: met kleur ontstonden er voor een kijker ineens allemaal nieuwe associaties in een beeld. De sfeerbeleving werd een stuk intenser. Dus had je meer tijd nodig. Nu zijn we eraan gewend en kan een film niet snel genoeg gaan. Over een tijdje is dat ook met 3D, maar nu moeten we nog even wennen’.

Above My Head is gemaakt op die meanderende kijkervaring die een 3D film mogelijk maakt. ‘We geven letterlijk meer tijd aan de kijker, maar ook meer ruimte,’ zegt Albert. ‘Soms gebeurt er heel veel, soms niks. In een 3D film is dat heel fijn.’

Eugenie bladert ondertussen druk heen en weer door het fotoboekje van de opnames dat ze voor haar crew maakte als bedankje. ‘Wel koalaberen, maar nergens de camera: héél passend voor een boekje over het maken van een film!’.

‘Onprofessionals’, toeval en high end techniek
Op de vraag wanneer ze het script in deze vorm heeft herschreven, kan Eugenie geen specifiek antwoord geven. ‘Het gebeurt door het hele filmproces heen. Locatiebezoeken, nieuwe ontmoetingen, verhalen die verteld worden, eerder opgenomen scènes, maar ook de stemming van een acteur op de dag van de opname: dat alles zorgt voortdurend voor aanpassingen. Overigens: alles wat niet gescript is en tijdens de opnames binnen het cirkelvlak komt, komt ook in de film, vertelt Eugenie. ‘In Ieper reden er Hells Angels in beeld en later een Engelse schoolbus vol kinderen. Die zijn nu dus ook onderdeel geworden van de ruimte.’

Eugenie werkte net als bij haar vorige speelfilm Calimucho met niet-professionele acteurs die ze vond na uitgebreide castings of puur toeval. ‘Voor verschillende mensen en levensverhalen die we in de draaiperiode tegenkwamen, hebben we een plek gevonden in de film. Shay, die in het scenario enigs kind was, heeft zo een broertje en een vriendje gekregen en het echtpaar van de Bed&Breakfast waar de crew tijdens de opnames overnachtte, zijn in de film Shay’s oom en tante geworden.’

Werken met niet-professionele acteurs in 3D is niet moeilijker dan met professionals, ‘zolang ze maar buiten de ‘gevarenzone’ van de camera blijven!’, zegt Eugenie. Die gevarenzone is het deel van het speelvlak dat in het ‘dieptebereik’ van de camera ligt. Eugenie: ‘Wie daarin gaat staan, verschijnt in de film hangend in de zaal boven de hoofden van de filmkijker – en dat wil je echt niet. Alleen Shay en een handvol anderen in de film raken soms met hun neus aan de grens van dit gebied, wat een heel subtiel 3D effect geeft.’

Waar beperkt 3D nog meer tijdens het filmen? ‘Snel even een gebeurtenis meepakken is moeilijk als de camera verplaatsen en opnieuw instellen een dik uur duurt,’ zegt Eugenie. Maar soms deerde het niet: als Shay buiten opnames eens een ruzietje had met haar filmbroertje, duurde dat meestal lang genoeg. De rest was te overzien. Drukke patronen in kleding bijvoorbeeld mocht niet.‘We hebben één man, die toevallig als toerist in Ieper was, wel gevraagd of hij nog wat anders in z’n koffer had,’ glimlacht Eugenie.

360 Graden in goede en slechte tijden
De cirkelvertelling bleek als filmvorm heel voordelig in vergelijking met de 3D film volgens de klassieke filmtaal van shot-tegenshot. Het ‘Three shots a day’ tempo ging voor de opnames dan wel op, maar omdat hele scènes in één 360 graden shot werden opgenomen, leverde een draaidag relatief veel filmmateriaal op. Dat is nogal een verschil met een film waarvoor elke scene als een reeks van shots vanuit verschillende standpunten wordt opgenomen. Ook was er niet het probleem van het zoeken naar logische sceneovergangen: na één scene hop je gewoon naar een volgende cirkel op een andere locatie. Probeer je voor te stellen hoe een jump cut of cross dissolve er in 3D uit kan zien en je begrijpt het geluk van deze vormkeuze.

Maar het was ook die cirkelvorm die in het opnameproces veel meer uitdagingen bracht dan de high end 3D techniek. Probeer een 10 koppige crew maar buiten beeld te houden. Of de zon, inclusief de slagschaduw van de camera. Het kwam neer op boomtakjes in de lucht houden, een bosje rondcirkelende crewleden, drie camerafuncties elk op cutting-edge afstandbediening. De set belichten zonder lichtstatieven in beeld te krijgen was ook zo’n uitdaging. Eugenie: ‘We verstopten overal lampen op de set, of lieten er in beeld buslichten op schijnen. En o, ja: één keer was er niets anders voorhanden dan het licht van de Iphone van de cameraman. Dus we hebben echt van alles verzonnen’.

De cirkelvertelling maakte van Eugenie eerder een choreograaf dan een regisseur. Eugenie: ‘Het draaiplan is te lezen als een uitgekiende choreografie. Hoe mensen lopen, waar ze vandaan komen, dat ze uiteindelijk toch weer opduiken in de cirkel of tegemoet lopen… Bij het filmen was gevoel voor timing onmisbaar. Gelukkig was Adri Schrover, onze cameraman, daar heel goed in. Het is mij namelijk wel eens “gelukt” om een scene op te nemen en heel precies álles in die scene te missen …’

Lobbyen bij bioscopen 
De echte kluif aan 3D arbeid staat nog te wachten: de montage en postproductie. Albert: ‘Daar beland je pas echt in de technische details – met het bijeen brengen van de op twee camera’s gelijktijdig opgenomen beelden tot 3D, de geluidsmontage, 3D kleurcorrectie en de verschillende digitale filmformaten…’ Eugenie begint te lachen: ‘In het begin gaat het altijd goed, maar het gaat er juist om of ’t aan het eind ook goed gaat’. Albert: ‘De geluidsmontage is enorm belangrijk in deze film. Geluid is leidend in het verbeelden van de ruimte en voor het plaatsen van de personen en gebeurtenissen in de film’.

‘Ook wordt het spannend of de film wel vertoond kan worden in de filmhuizen zoals hij bedoeld is,’ zegt Albert. ‘We hebben de film opgenomen met 50 in plaats van 24 beelden per seconde, omdat de beweging van het beeld anders wat blurry was. Maar nog niet elke digitale server kan die afspeelsnelheid aan. We hopen dat de filmhuizen dit jaar servers aan gaan schaffen die ‘compatible’ zijn. We hebben daar eigenlijk op gegokt door op de techniek vooruit te lopen’. ‘De film wordt in elk geval in 2D bij de KRO uitgezonden,’ vult Eugenie aan.

Albert heeft trouwens – primeur! – net eigenhandig een 3D montageset in elkaar gezet. ‘En dan krijg je natuurlijk allemaal ideeën’, bekent hij. De verontschuldigende toon waarop hij dit zegt wees vooruit op het culinaire vlieg- en stuntwerk vijf minuten later. Albert, die een half uur geleden wegliep om hutspot te gaan maken, belandde in de ernaast gelegen werkkamer (juist, die waar de 3D set staat) en was het eten helemaal vergeten. ‘Dit wordt dan toch een minder traditionele maaltijd dan we gedacht hadden,’ aldus Eugenie.

Above My Head / Ondersteboven
Verwacht: medio 2012
Regie: Eugenie Jansen
Regie-coach: Albert Elings
Producent: De Productie

Reacties zijn gesloten.