web analytics

Regisseur Hans Perk over ‘Nijntje de Film’

Reacties zijn gesloten

nijntjedefilm

Vanaf morgen draait Nijntje de Film in de bioscoop. Neerlands Filmdoek spreekt met de in Denemarken woonachtige regisseur Hans Perk. Perk, mede-oprichter van het Deense A. Film A/S, werkte eerder aan o.a. Blub, ik ben een vis, Asterix and the Vikings en samen met Børge Ring, zijn ‘mentor’, aan de Oscar-winnaar Anna & Bella.

Nijntje-boekjes, een tv-serie, zelfs een musical … nu ook nog een film?
`Het was een logische stap. Tien jaar geleden is er al onderzocht of het mogelijk was om een film te maken door verschillende seriedelen achter elkaar te plaatsen. Nu is het eindelijk zover. Het verhaal en de liedjes zijn speciaal voor de film geschreven, maar bevatten wel de bekende Nijntje-elementen. Nijntje, Nina en Knorretje krijgen vijf opdrachten in een dierentuin te vervullen en moeten daarbij samenwerken om problemen op te lossen.’

‘Nijntje gaat ook internationaal draaien: in onder meer de Benelux, Scandinavië en Zuid-Korea. In Japan in maar liefst 72 bioscopen. Het is geweldig dat dit voor veel kinderen hun eerste bioscoopervaring zal zijn.’

Wat maakt de film anders dan de serie?
`Een aflevering van een serie duurt tussen 6 en 26 minuten. De film duurt zo’n 70 minuten en heeft een verhoogde beeldkwaliteit. Je ziet details veel beter: de stof van Nijntjes kleding, de stof die op de grond ligt … De lucht was in de tv-serie `Dick Bruna-donkerblauw’. Maar ik heb een nieuwe kleur voor de lucht en grond gemaakt, omdat die anders te deprimerend zou worden voor een lange film. De poppen zijn trouwens bij de firma Pedri uit Ankeveen gemaakt, die ze ook voor de tv-serie gemaakt heeft.’

‘In de film wordt animatie en digitale bewerking gecombineerd. Binnen een beeld kunnen we nu camerabeweging maken. Dick Bruna staat erop dat zijn lijnen niet worden gedigitaliseerd. Voor de huidige poppenfilms is digitalisering echter noodzakelijk. Zo zijn camera’s bijvoorbeeld gevoelig voor veranderingen in temperatuur en licht: de camera ziet veel wat het blote oog niet ziet, dus is elk beeldje digitaal bewerkt omdat het anders zou gaan flikkeren.’

Nijntje is een film voor de allerkleinsten. Hoe is er rekening gehouden met hen?
`De bioscopen passen zich aan: tijdens de film staat het geluid zachter dan normaal  en het licht gaat niet helemaal uit, maar wordt gedimd. Verder is de film behoorlijk interactief. De kijkers worden direct aangesproken, moeten vragen beantwoorden en zingen liedjes mee.’

‘De vraag was wel hoe interactief je zo’n film kunt maken. Als Nijntje over een halfjaar op DVD verschijnt, moet het kind er ook in zijn eentje naar kunnen kijken,  op zondagochtend als de ouders nog in bed liggen. Het moet zich dan niet te alleen voelen. Bij een vraag als ‘Weten jullie waar Snuffie is?’, is er dus `zaalgeluid’ van publiek  toegevoegd: `Dààr!’. We zochten de juiste tussenvorm: we probeerden het duidelijk genoeg te maken om als voorbeeld te dienen en toch niet zo luid dat de jonge kijker zich gaat afvragen waar die stemmen toch vandaan komen.’

Bekende acteurs als Barry Atsma, Hannah Hoogeboom, Marc-Marie Huijbregts, Isa Hoes en Huub van der Lubbe lenen hun stem voor de film. Is dat een manier om de film ook aantrekkelijk te maken voor volwassenen?
`Nee hoor, voor mij in ieder geval niet. Barry heeft als papa Pluis bijvoorbeeld maar heel weinig tekst. Mij maakt het niet uit dat de stemmen van BN’ers zijn. Ze moeten het goed doen, dat is het enige wat ik belangrijk vind. Ik ben alleen betrokken geweest bij de keuze van Nijntjes stem. Mijn voorkeur ging uit naar een stem die later van Eva Poppink bleek te zijn. Ik kende haar wel van de musical, waarin ze fantastisch was, maar ik wilde dat niet laten meetellen in mijn oordeel, dus ik hoorde de stemvoorbeelden zonder te weten van wie die waren.’

In hoeverre was Dick Bruna zelf betrokken bij de film?
`Ik heb hem helaas nog nooit zelf ontmoet. Mercis is de firma die Bruna oprichtte om de Nijntje-belangen te behartigen. Mercis controleerde bij de film dus of alles in de geest van Bruna gebeurde. Als je kijkt in Japan, dan is daar zowel Hello Kitty als Nijntje enorm populair. Een volwassen vrouw loopt daar gewoon rond met een Nijntje-tas, en dan niet een die eigenlijk voor meisjes is bestemd. Tegelijkertijd kun je er bij wijze van spreken een Hello Kitty-pistoolholster kopen. Dat zou met Nijntje nooit kunnen: haar producten worden zo beheerd dat je er altijd op kunt vertrouwen dat het van goede materialen en kwaliteit én leerzaam is. Ik hoop dat het publiek vindt dat dit ook bij de film is gelukt.’