Vanaf deze maand presenteert NeerlandsFilmdoek de rubriek ‘Uit de oude doos’. In deze rubriek zullen opzienbarendende, ontroerende, schokkende of komische film- of filmgerelateerde fragmenten uit het verleden uit de vergetelheid worden gehaald. Het fragment zelf zal steeds middels relevante achtergrondinformatie van een context worden voorzien. We trappen af met een even memorabel als hilarisch fragment van Rijk de Gooyer.
‘Een Kalf? Wat een na-aperij!’
Rijk de Gooyer had er begin jaren tachtig al een heel filmleven op zitten. Zijn debuut in de Nederlandse filmwereld maakte hij in 1955 met een klein rolletje in de Wim Sonneveld film Het wonderlijke Leven van Willem Parel. Even nonchalant als olijk speelde De Gooyer de rol van pianist, die op één van de feestjes voor het nodige amusement zorgt. Door het gebrek aan een continue filmproductie duurde het vervolgens tot de jaren zeventig voordat De Gooyer definitief doorbrak. Met rollen in De Inbreker (1972), Naakt over de Schutting (1973), Rufus (1975) en Soldaat van Oranje (1977) was hij echter direct één van Nederlands grootste filmacteurs ooit.
Dat het Nederlands Film Festival hem tijdens de eerste editie van het festival in 1981 een Gouden Kalf voor zijn gehele oeuvre wilde uitreiken, was dan ook weinig verrassend. De Gooyer weigerde, ondanks een persoonlijk telefoontje van voorzitter Jan Vrijman. Volgens biografen Stijn Aerden en Klaas Vos in de biografie ‘Rijk – de negen Levens van De Gooyer’ verliep de conversatie op de volgende wijze:
‘Rijk, je krijgt een Gouden Kalf!’
Wat is dat,’ vroeg De Gooyer.
‘Dat is de Nederlandse Oscar.’
Wat een na-aperij, dacht De Gooyer. Wat Hollands. ‘Ik kom niet,’ zei hij.
‘Dan krijgt Rutger Hauer hem,’ riposteerde Jan Vrijman.
‘Doe hem de groeten,’ zei De Gooyer.
En zo geschiedde. Het jaar erop belde Vrijman weer.
‘Dag Jan,’ zei De Gooyer.
‘Dit keer zit er een cheque van vijfentwintighonderd gulden bij,’ zei Vrijman.
‘Dat is wat anders,’ zei De Gooyer. ‘Ik kom.’
En zo kreeg De Gooyer in 1982 zijn eerste Kalf uitgereikt. Hier zou het niet bij blijven. In de tweede helft van de jaren tachtig speelde de charismatische acteur voornamelijk bijrollen in grote films als Ciske de Rat (1984), Schatjes (1984) en Mama is Boos! (1986), waarna hij de overstap maakte naar televisie. In succesvolle, komische series als De Brekers (1985-1990) en Beppie (1990) wist hij het publiek voor zich te winnen. Met De Avonden (1989) en Leedvermaak (1989) vertolkte hij eind jaren tachtig weer twee dragende, meeslepende rollen.
Kalf op de vluchtstrook
Na jarenlang de show te hebben gestolen als nukkige, cynische zestiger in de zwart-komische komedieserie In voor en tegenspoed (1991-1995) speelt De Gooyer in 1995 de hoofdrol in Frans Weisz’ melancholische drama Hoogste Tijd. De jury van het Film Festival is dermate onder de indruk dat De Gooyer na dertien jaar wederom een telefoontje krijgt. Naast een Gouden Kalf nominatie voor zijn rol in Hoogste Tijd, is De Gooyer ook nog eens genomineerd voor de Grolsch-filmprijs (ter waarde van vijftig duizend gulden). Stijn Aerden en Klaas Vos vervolgen:
En voor zo’n bedrag haalt hij zelfs zijn smoking uit de kast. De Utrechtse Filmdagen bestonden vijftien jaar; het zou een feestje worden. En de genomineerden – de eregasten – werden verzocht twee uur eerder ter plaatse te zijn. Ze moesten wachten in een zaaltje met niets te eten of te drinken, om na een uur te worden doorgestuurd naar een andere ruimte, waar ze op een shoarma, lauwe jenever, wijn en sinas werden onthaald. Stoelen en tafels ontbraken, en conversatie was onmogelijk omdat een boerenkapel uit Macedonië hun de oren van het hoofd blies.
Voor een repetitie was geen tijd, en de gevolgen daarvan bleven de hele avond zichtbaar. Alles wat op een prijsuitreiking mis kon gaan, ging mis. Er werden verkeerde namen genoemd en verkeerde fragmenten vertoond, er vielen pijnlijke stiltes, kortom: alle tenen kromden zich in hun feestelijke schoeisel. Gelukkig voor de organisatie was de uitzending niet live, zodat er geknipt kon worden. En gelukkig voor De Gooyer kreeg hij zijn Kalf, al ging de vijftigduizend aan zijn neus voorbij. Na afloop van de plechtigheid herhaalde zich de situatie. Voor de genomineerden waren geen stoelen of tafels gereserveerd, ze moesten zelf in de rij staan voor consumptiebonnen, die in weer een andere rij verzilverd dienden te worden. In die gemoedstoestand – een van oplopende ergernis – trof Maarten Spanjes de Gouden-Kalfbezitter.
Wat er zich later op de avond afspeelde, nadat Spanjer het hele verhaal van De Gooyer had aangehoord, is in onderstaand fragment te zien:
Toen hij vier jaar later wederom genomineerd werd, voor zijn rol van opa in de film Madelief (1998), was er veel veranderd. Het festival had aan aanzien, professionaliteit en prestige gewonnen, en zelfs De Gooyer kon niet verbergen dat het hem toch wel iets deed – die waardering uit brede kring.
Selectieve filmografie Rijk de Gooyer
1955: Het wonderlijke Leven van Willem Parel
1957: Kleren maken de Man
1962: Rifii in Amsterdam
1972: De Inbreker
1973: Geen Paniek
1973: Naakt over de Schutting
1975: Rufus
1977: Soldaat van Oranje
1978: De Mantel der Liefde
1979: Grijpstra & De Gier
1981: Hoge Hakken, echte Liefde
1982: Sabine
1983: De Zwarte Ruiter
1984: Ciske de Rat
1984: Schatjes
1986: Mama is Boos!
1986: Op Hoop van Zegen
1989: De Avonden
1989: Leedvermaak
1995: Hoogste Tijd
1995: Filmpje!
1998: Madelief
2001: Qui Vive
2009: Happy End
Geraadpleegde bronnen:
– Aerden, Stijn en K. Vos. (2002). Rijk – de negen Levens van De Gooyer. Amsterdam: Thomas Rap.