Poortwachters en Hemelbestormers, De Meester en de Leerling
Dubbelvertoning van een aanstormend en een gevestigde filmmaker. Gevolgd door een nagesprek met de makers
- Meander, Korte film (13 min.) van Joke Liberge die in 2001 af aan de Nederlandse Film en Televisie Academie.
- Karakter, Film (120 min.) van Mike van Diem die met zijn eindexamenfilm Alaska (1989) direct een studenten Oscar in ontvangst mocht nemen. Zijn speelfilmdebuut (en enige langspeelfilm tot op heden) Karakter (1997) werd met een Gouden Kalf én een Oscar voor beste Buitenlandse film bekroond.
Nagesprek
Na afloop van beide films betraden de makers het podium om een kort gesprek te voeren over hun zojuist vertoonde werk. Eerlijkheid gebied te zeggen dat het artikel, maar ook gespreksleidster Isolde, zich op de “verloren zoon” van de Nederlandse film concentreert.
Terwijl de aftiteling nog liep gaf Mike van Diem aan dat hij nog steeds tevreden is over zijn film en dat ze, in tegenstelling tot enkele van zijn favoriete films die hij recentelijk herzag (waaronder Soldaat van Oranje en The Graduate), niet versleten is in de afgelopen elf jaar. Vervolgens ging de regisseur verder in de op de vliegende start van zijn carrière, want terwijl de aftiteling van zijn prijswinnende eindexamenfilm nog door de projector ging, legde Laurens Geels en Dick Maas, van het toen nog welvarende First Floor Features, hem een contract voor om in permanente dienst van hun studio te treden. Daarbij wil de regisseur direct even een misverstand recht zetten, de vermeende schrijverscredit voor Paul Ruven op de aftiteling van zijn examenfilm Alaska was eigenlijk ontrecht. Ruven en Van Diem hadden namelijk een deal op de filmacademie gesloten, om elkaar op de credits van ieders film te zetten om zo beiden een zo lang mogelijke CV te creëren.
Onder contract bij Geels en Maas stortte hij zich vervolgens op de verfilming van Bordewijks literaire meesterwerk. Een project dat eerder tevergeefs door diverse personen werd opgestart maar dat door de complexiteit nooit tot een bevredigend einde werd gebracht, zo strandde mensen als Pieter Verhoeff en Jean van de Velde na jaren van werk in een uitzichtloze situatie. Maar Van Diem lukte het, en dan vooral om hij naar eigenzeggen het boek helemaal los had gelaten. Een cruciaal uitgangspunt bij de verfilming van een boek, want zelfs elementaire dingen als het geslacht van de hoofdpersoon of de tijd waarin het zich afspeelt moeten kunnen worden losgelaten om zelfstandig een vertelling met een eigen structuur op te zetten. Iemand als Giphart, die na een verfilming uitschreeuwde dat het “zijn boek niet meer was” vind hij dan ook kortzichtig. Het is een nieuw kunstwerk waarin de artiest vrij moet worden gelaten, want film is natuurlijk een totaal ander medium, film is veel intiemer.
Na zijn Oscar heeft de regisseur echter alleen nog commercials gemaakt, ofschoon er genoeg projecten waren. Zijn uitleg daarvoor is tweeledig. Enerzijds was hij na het vastlopen van verschillende Amerikaanse projecten, waar hij naar eigen zeggen wel genoeg geld aan heeft overgehouden, ‘het heilige vuur’ verloren. Totdat het tweeënhalf jaar geleden weer begon te kriebelen. Van Diem merkte echter dat hij niet meer de goede scripts kreeg opgestuurd zoals vlak na het winnen van zijn Academy Award, en begon voor het eerst in twaalf jaar weer zelf een script te schrijven. Het script van deze romantische komedie (“gebaseerd op een kort verhaal”) gaat volgende week de Amerikaanse markt op, want de Nederlandse filmwereld “deugt [volgens van Diem] echt niet”. Daarbij wil hij ook vermelden dat zijn lange afwezigheid geen uitzondering is, want James Camereon (die in 1997 met zijn Titanic alle Oscars, met uitzondering van die ene voor Karakter, wegkaapte) komt bijvoorbeeld ook pas weer in 2009 met een nieuwe film.
Zijn andere verklaring is het biologisch ritme dat de liefde voor film volgens de regisseur kent, met een hoogtepunt tussen je zestiende en vierentwintigste levensjaar. Derhalve deed hij liever drie jaar bewust niets, om daarna weer met zin aan nieuwe Hollywood projecten te beginnen. Want zoals hij het zelf verantwoordde, “het is nog altijd beter om als voormalig AZ-speler op de reservebank van Barcelona te zitten”.
Reacties zijn gesloten.