Vandaag ben ik stiekem naar binnen gesneaked bij de scriptschrijfschool. Ik heb altijd al een scenario over mijn katten willen schrijven. Jean van de Velde kan me daar vast bij helpen zo dacht ik, hij maakte immers al een prachtfilm over een watje op een paard. Ook een lief dier.
Regisseur Jean kijkt tevreden de volle zaal in en start met zijn hoofdonderwerp: de vergelijking tussen voetbal en filmscenario. Of all things. Ik zie mijn Miepie al met een kleine dode roodborst over een kunstgrasveldje rennen terwijl Jean, voor een zaal met grijsbehaarde muizen, een imitatie doet van Robert McKee. Voor de n00bs: de Hollywood scriptgoeroe die onder andere in Kaufmans Adaptation afgekraakt wordt. Hier komt McJean, met bijbehorend stemmetje.
Voetbal is zó spannend, weet je waarom? Regel 1: Identificatie. Je kunt meespelen, het is volgens Jean tegenwoordig ‘ons’ Bayern München, wie had dat gedacht? Ik niet, nee ik zeker niet. Sinds ze daar de vlugge boys uit Nederland heen haalden, leven we met ze mee. Regel 2. Er staat iets op het spel. Als het doel niet gehaald wordt dan gaat de heilige beker met wonderlijke krachten verloren. Regel 3. Er is een timelock: na 90 minuten komt de helft van Jeans publiek in opstand. Regel 4. Er is een duidelijk afgebakend doel, de bal moet over de lijn. Regel 5. De tegenstander moet mans zijn om het spannend te maken, schuurmans bijvoorbeeld. Regel 6. Wat sport niet heeft, en film wel: voorkennis. Ha! We kunnen als filmtoeschouwer als het ware ‘in de kleedkamer van de tegenstander kijken’. Spannend, als je weet dat de beul van de opponent naar de enkel van Kamerling zoekt. “Je moet je verhaal langs de lat van het voetbal kunnen leggen”, preekt de Jeangoeroe. Verbijsterd denk ik aan mijn katten. Eentje op doel, eentje zingend op de middenstip en eentje met een fluit. De grijze muizen om mij heen headbangen richting Jean alsof hun leven er van af hangt. Ja ja, knikken ze. Ja wij willen wel op doel en op de tribune en in de kleedkamer tegelijk. In mijn gedachten zie ik ze al rennen, voor mijn katten uit.
Wat moeten al die gevorderden daar? Ik heb een boekje uit 1919, ‘scriptschrijven voor beginners’ van mijn opa. Daar staat Jeans lijst in het eerste hoofdstuk: leer deze regels en wijk er van af. Doe je dit niet, dan krijg je voorspelbare films. Naast mij zitten cineasten als Robert Jan Westdijk op het puntje van hun stoel naar Jean te smachten. Waarom? Verliefd op de lichtsnelheid waarmee hij films afraffelt? Op de zachte galop waarmee hij naar de Oscars snelt?
Raadsels, raadsels, raadsels. Ondertussen wordt het scriptschrijven tot een machinetechniek gemaakt. Weg met de wilde romantiek, weg ook engagement van een filmmaker: kindsoldaten zijn dramaobjecten. En vergeet niet dat er een shapeshift aan te pas moet komen, het heilige relikwie als muizenval. Tussen neus en lippen door verandert het doel waarvoor een film gemaakt wordt tijdens opnames en montage, maar make sure dat er aan het eind een filosofie in zit. De nep betrokkenheid van Hollywood, dat willen Jean en zijn teamgenoten zien. Californië, waar de katten dronken op tafel dansen als de muizen lijntjes snuiven.
Jan Farkant
Jan Farkant is filmliefhebber. Hij zal tijdens het filmfestival dagelijks een column schrijven.
Reacties zijn gesloten.