Componist Rainer Hensel werd geboren in 1957. In de jaren zeventig leerde hij Theo van Gogh kennen, die hem begin jaren tachtig vroeg de muziek te schrijven voor zijn debuutfilm Luger (1982). De samenwerking zou daarna tot aan de dood van Theo van Gogh succesvol worden voortgezet. In 2000 componeerde Hensel de muziek voor Van Gogh’s film Baby Blue. Joep de Bruijn besprak deze muziekscore en had bovendien een gesprek met vocalist Peggy van de Mosselvelde.
Score-bespreking
Componist Rainer Hensel is vooral bekend door zijn werk voor de films van wijlen Theo van Gogh. Eerder schreef hij enkele prachtige stukken score voor De Pijnbank, welke ik reken tot zijn beste werk. Baby Blue is zijn meest ambitieuze project, waarvoor hij ook over een substantieel budget kon beschikken. Dat wil zeggen; meer dan normaal. In het Nederlandse filmklimaat blijft er vaak niet veel over voor de score, Hensel kon voor Baby Blue echter beschikken over het City of Prague Orchestra. De componist nam daarbij zelf de piano, saxofoon en synthesizer ter hand. Brian Tyler gebruikte het eerder voor Childeren of Dune en Fons Merkies maakt ook incidenteel gebruik van hun diensten.
Hensels werk voor deze film verschilt van zijn eerdere werk voor Theo van Gogh. De score heeft een sterke, droomachtige kwaliteit; deze wordt ondersteund door de prachtige stem van Peggy van de Mossevelde. Ze opent de film op een wijze waarmee ze kijker in de film zuigt, en is later nog enkele keren te horen. De componist gaf de film een filmnoir-achtige score mee, waarin hij speelt met de grenzen van dissonantie maar getrouw blijft aan de sfeervolle klank. Toch zijn er enkele tracks die niet helemaal foutloos klinken. Ik doel hiermee op de nummers die de Caribische sfeer horen op te roepen. Ze zijn duidelijk wat te pakkend en klinken kunstmatig door het gebruik van elektronica om de exotische ambiance neer te zetten. Toch werken de sfeervolle tracks uitstekend, zelfs hypnotiserend, en ik plaats deze score qua kwaliteit naast zijn werk voor Medea.
In gesprek met Peggy van de Mossevelde
Peggy van de Mossevelde beschikt over een schitterend vocaal talent, met een bijzonder indrukwekkend emotioneel stembereik. Ik sprak met Van de Mossevelde in november 2004, over haar werk voor Rainer Hensel.
Aan welke projecten van Hensel werkte je mee en met welke andere vormen van muziek ben je bezig?
Peggy van Mossevelde:
“Ik heb mijn carrière als zangeres eigenlijk afgebroken en besloten iets anders te gaan studeren. Mijn werk voor Rainer Hensel is het enige wat me nog aan de muziekwereld bindt. Ik ben blij dat er mensen zijn die zijn muziek weten te waarderen, want ik vind zelf dat hij prachtige dingen maakt. Ook Medea is weer voorzien van zijn muziek. In December wordt deze serie uitgezonden.
Ik heb samen met hem gedaan:
– Baby Blue
– Medea
– De nacht van Aalbers (of Aalders – een politiek getinte film van Van Gogh)
– De Bovenwereld (een programma van Max Pam en Theodor Holman over paranormale verschijnselen)
– Najib en Julia
– Een documentaire over André Kuipers (draaide volgens mij dit jaar [red.:2004] op het IDFA)
Volgens mij was dit het. Soms weet ik het niet meer, omdat ik nooit het eindresultaat kijk vreemd genoeg. Dat vind ik namelijk erg confronterend. Ik doe gewoon mijn werk, zo zie ik het, daarna laat ik het rusten.
In Najib en in De Bovenwereld zingt mijn partner ook. Hij zat ook in De Pijnbank en een monoloog van Van Gogh. Verder heb ik alleen klassieke dingen gedaan toen ik nog studeerde en een paar dingen die speciaal voor mij geschreven waren door vrienden van het conservatorium, wat ik altijd heel leuk vond om te doen. Meestal moderne stukken. Trouwens, ik kijk zelf ook altijd naar wie de muziek gemaakt heeft bij een film! Mijn favorieten: Patrick Doyle (Kenneth Branagh gebruikt hem vaak), George Fenton, Danny Elfman, Hans Zimmer, Philip Glass, John Williams (of course) en de onvolprezen Michael Nyman.
Rainer Hensel ken ik via mijn vriend (Tjerk). Hij werkte het eerst voor Rainer. Hij is docent natuurkunde en de buurvrouw van Rainer werkt op dezelfde school als Tjerk. Meestal waren het klussen die snel moesten gebeuren. Gelukkig kan ik snel instuderen. Dus vaak kreeg ik de muziek één tot een paar dagen van te voren (soms met een bandje, soms niet) en dan ging ik naar Rainer’s huis. Hij heeft een mooie kleine studio aan huis. Een paar dagen daarna hoorde ik dan of het bruikbaar was.”
(eerder gepubliceerd in het Engels. Vertaling: Kasper Peters)