web analytics

De filmtop: knock-out of een gelijk speelveld?

Reacties zijn gesloten

ate-de-jong

Op 31 januari vond de hoorzitting plaats waarin leden van de Tweede Kamer geïnformeerd werden over de huidige stand van zaken van het filmfinancieringsklimaat in Nederland. Een selectie van regisseurs, acteurs, producenten en facilitaire bedrijven schetsten een donker toekomstbeeld van de Nederlandse film. Daarnaast legden vertegenwoordigers van distributeurs, fondsen en bioscoopexploitanten mogelijke toekomstscenario’s en oplossingen neer. In april zullen de gesprekken worden voortgezet en is het is nu de vraag welke maatregelen er uiteindelijk zullen worden genomen. Neerlands Filmdoek blikt vooruit en gaat in op mogelijke maatregelen die uit de filmtop kunnen voortkomen.

Gelijk speelveld
Vanuit de industrie werd er tijdens de hoorzitting een sterke oproep gedaan om een ‘level playing field’ te creëren in verhouding tot andere Europese landen. Dit klinkt in eerste instantie eenvoudig, maar is ingewikkelder dan het lijkt. Elk Europees land kent namelijk andere stimuleringsmaatregelen.

De meest gewenste oplossing is een tax shelter. Tax shelters bestaan in feite alleen in België, Frankrijk, Ierland en Italië. De werking en voordelen van deze maatregel is op Neerlands Filmdoek al eerder uiteengezet. Naast de tax shelter bestaan er binnen Europa nog andere fiscale stimuleringsmaatregelen zoals een tax exemption, tax rebate of tax credit systeem. Tax exemption houdt in dat er over de aangeschafte goederen ten behoeve van een filmproductie geen BTW hoeft te worden betaald. Bij een tax rebate constructie kan een productiehuis alle betaalde BTW over goederen en faciliteiten die samenhangen met de filmproductie terugvorderen. IJsland, Hongarije, Luxemburg, Spanje en Groot-Brittannië kennen dergelijke constructies en dit levert al snel besparingen op het budget van tussen de 15% en 25% op. Een tax credit systeem vereist dat een producent aan de lokale overheid waarin deze wenst te werken een overzicht verschaft van alle gebudgetteerde uitgaven in het betreffende land. Na afronding van de productiewerkzaamheden in het land zal de overheid een percentage van de uitgaven aan het productiehuis crediteren in de vorm van cash of een krediet voor toekomstige belastinguitgaven. Deze percentages variëren internationaal tussen de 15% en 65%. In Duitsland en Malta bestaan dergelijke constructies.

Dat een fiscale stimuleringsmaatregel de nationale filmindustrie een impuls geeft wordt door de Belgische tax shelter aangetoond. De afgelopen jaren zijn er sterke Belgische films uitgekomen die het zowel commercieel als op filmfestivals goed doen. Veel Nederlandse producenten zoeken op dit moment hun heil in België omdat daar financieringsmogelijkheden zijn die niet in Nederland bestaan. Het mag tevens duidelijk zijn dat productiehuizen uit landen met dergelijke constructies interessanter zijn als co-productiepartner dan die uit Nederland. In verhouding heeft een Nederlandse producent immers een weinig interessant filmklimaat te bieden.

Internetpiraterij
Naast het pleidooi voor de tax shelter werd door de vertegenwoordigers de wens geuit om de industrie te compenseren voor de gederfde inkomsten door internetpiraterij. Begin deze maand liet staatssecretaris van justitie Fred Teeven de Tweede Kamer in een brief weten de motie Verhoeven/Oosenbrug te steunen en af te zien van voorstellen die een downloadverbod tot stand brengen. Hierdoor zal er de komende jaren een thuiskopieheffing worden geheven op apparaten die opslag van muziek en films mogelijk maken. Ook een heffing op bioscoopkaartjes, DVD’s of VOD is een optie die door onder andere PvdA-Kamerlid Jacques Monasch werd voorgesteld. Een dergelijke constructie bestaat bijvoorbeeld in Frankrijk, Zweden, Polen en Duitsland.

Voor zowel de thuiskopieheffing als een heffing op bioscoopkaartjes is het de vraag hoe de verdeelsleutel van deze inkomsten vervolgens precies zal zijn. Zijn het de distributeurs die het meest worden gecompenseerd omdat de verkoop van DVD’s al jaren hard achteruit gaan of krijgt het Filmfonds juist een dieper potje om te verdelen? Uiteraard zal het door dergelijke, onnatuurlijke, inkomsten voor producenten en distributeurs makkelijker worden om een project te ‘greenlighten’. De vraag is echter of niet voornamelijk de Hollywood majors het meest van deze maatregel zullen profiteren, aangezien het marktaandeel van de Nederlandse filmdistributie voor het leeuwendeel bij deze partijen ligt.

Niets nieuws onder de zon
Het meest opvallende van de hoorzitting is dat wat besproken werd eigenlijk weinig nieuws onder de zon is. In een brief van staatssecretaris van OCW Halbe Zijlstra uit juli 2012 staan nagenoeg dezelfde bevindingen die tijdens de hoorzitting naar voren kwamen. Het mag dus allemaal weinig nieuws zijn wat de kamerleden te horen hebben gekregen. De vertegenwoordigers stelden tijdens de hoorzitting met klem dat het geen vijf voor twaalf, maar twaalf uur is.

Film valt van oudsher onder het gesubsidieerde cultuurbeleid en het is uiteraard een utopie om te denken dat de Nederlandse filmwereld zonder subsidie kan bestaan. Eerder gaf producent Gijs van de Westelaken al aan dat het niet zijn doel is om meer subsidie los te peuteren. Het aanwenden van subsidie is noodzakelijk om filmprojecten tot stand te brengen, nieuwe makers te helpen en juist die projecten te stimuleren die er anders niet zouden komen. De gewenste belastingmaatregel heeft het doel om op Europees niveau een gelijk speelveld te creëren, cultureel ondernemerschap te stimuleren en Nederland internationaal een interessante co-productie partner te laten zijn. San Fu Maltha nam in januari alvast een voorschot op de filmtop met een pakket van voorstellen om het filmklimaat in Nederland verder te versterken.

Filmtop
De urgentie van een ‘level playing field’ is door de vertegenwoordigers van de Nederlandse filmindustrie tijdens de hoorzitting in ieder geval eenduidig uiteengezet. Deze eensgezindheid vanuit de sector mag gerust historisch genoemd worden, wat de betrokkenen hoopvol stemde. Toch lijkt de zo vurig gewenste tax shelter niet de favoriete oplossing van het kabinet. Minister van OCW Jet Bussemaker antwoordde op 26 februari in een brief op kamervragen over een tax shelter voor de filmindustrie. Hierin werd het probleem van de sector onderkent, maar tevens vermeld dat de kamer niet voornemens is om een tax shelter voor de Nederlandse filmindustrie te introduceren. Het belangrijkste argument hiervoor is dat een tax shelter niet past bij de uitgangspunten van het kabinet om het fiscale systeem te vereenvoudigen en fraudebestendiger te maken.  Welke oplossingen er straks concreet uit de filmtop voortkomen blijft tot die tijd de vraag.

Bussemaker bevestigde onlangs dat de filmtop op 11 april tussen 14:00 en 16:00 in Den Haag zal plaatsvinden. Het filmfonds, dat de organisatie op zich neemt, zal de exacte agenda en deelnemers binnenkort bekendmaken.