Roel Reiné maakte in 1999 zijn bioscoopdebuut met The Delivery. Een vermakelijke, op de Amerikaanse leest gesnoeide actiefilm met veel special effects. Onder het motto ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ werd de film vervolgens door zowel pers als publiek met enig hoongelach bekeken. Het bleef ‘Hollywoodje spelen’, zonder ook maar in de buurt te komen van het niveau aldaar, was de algemene teneur. Desondanks wist Reiné een aantal Gouden Kalf nominaties binnen te slepen en won hij zelfs het Kalf voor beste regie.
In 2005 vertrok hij naar Amerika, waar hij zijn ambities tracht waar te maken. Dat lukt tot nu toe aardig. Naast zijn werkzaamheden als producent, heeft hij er ook al enkele films geregisseerd. Drifter is hier één van en de ambitie straalt ervan af. Met een dergelijk ambitieuze en grootse aanpak is niks mis, maar het kleine gebaar is minstens zoveel waard.
Overdaad
En dat kleine gebaar is iets wat Drifter node mist. De film straalt één en al ambitie uit. De cinematografie, de muziek, de narratieve structuur met talloze flashbacks: alles staat in het teken het drama te versterken en de kijker te betrekken bij de machteloosheid van de drie hoofdpersonen. Lukken wil dit echter niet, omdat vooral de muziek en vertelstructuur hopeloos falen. ‘Overdaad schaadt’, luidt een bekend gezegde. Een gezegde dat wellicht op geen enkele film zo van toepassing is als op deze nieuwe film van Roel Reiné.
Drifter zit dichtgeplamuurd met slepende en steeds meer aanzwellende muziek – een mix tussen klassieke tragediemuziek en quasi-dramatische deuntjes – en alsof dat allemaal nog niet genoeg is, gooit men er in één scène zelfs het hoofdthema van de score van Un Long Dimanche de Fiancailles doorheen. Of beeld en geluid wel samengaan, zal de makers een zorg zijn. De muziek moet het beeld sturen, terwijl film juist een medium is waarbij de uitgebalanceerde samenwerking tussen de diverse elementen zo van belang is.
Pretentieus
Het is echter niet alleen door bovenstaande dat de film pretentieus en als ’te hoog gegrepen’ aanvoelt. Ook de onconventionele vertelwijze – talloze flashbacks die de kijker zelf in de juiste volgorde dient te ordenen – faalt hopeloos. Nu is er niks mis met een abstracte en minder rechtlijnige structuur, maar dat het geheel uitmondt in één grote warboel kan nimmer de bedoeling zijn geweest. Het geheel hangt niet alleen als los zand aan elkaar, maar wordt ook te weinig gemotiveerd om geloofwaardig of boeiend te blijven. De film gaat over grote thema’s als (over)leven en dood, maar vertelt uiteindelijk niks.
Op het spel van de acteurs valt eveneens het een en ander aan te merken, en laat ook hier het gebrek aan ‘het kleine gebaar’ en ‘subtiliteit’ het grootste probleem vormen. Vooral Darcy Halsey toont een knap staaltje overacting. Er gaat vrijwel geen scène voorbij waarin ze niet met twijfelde handgebaren en trillende stem tegen één van de overige acteurs praat. Het voelt allemaal te gemaakt en groots aan. De subtiliteit en impact die een klein gebaar met zich meebrengt, zeggen veel meer dan de overdaad aan woorden, muziek en beelden die Reiné ons voorschotelt.
Waardering:
**
Noot redactie: de versie van de film zoals vertoond op het Nederlands Film Festival – en hier beoordeeld – moest het stellen met een tijdelijke geluidsmixage. Hier kan dus nog flink aan gesleuteld gaan worden, wat een heel ander eindresultaat op kan leveren.
Drifter (2007)
Regie: Roel Reiné
Scenario: Roel Reiné, Iris Stobbelaar, Michael A Rauch
Producent: Roel Reiné, Rebel Film
Camera: Roel Reiné
Muziek: Bart van de Lisdonk
Montage: Herman P. Koerts, Radu Ion
Met: Cameron Daddo, Ryan Alosio, Darcy Halsey, Hanna Verboom, Janora Mcduffie e.v.a.
Taal: Engels
Speelduur: 90 minuten / Kleur