Tijdens het kijken van een blok studentenfilms ben je je op de een of andere manier nog bewuster van het aantal lesuren karakterstudies en vormexperimenten die er aan vooraf gegaan zijn. Dat het eindresultaat is geselecteerd voor een festival als het HAFF geeft aan dat alle voorbereidingen zich tot een harmonieus product hebben ontwikkeld. Hier en daar zie je dat met meer tijd en meer ervaring het resultaat meer verfijnd had kunnen worden, maar soms is er nauwelijks iets op aan te merken.
Een kunstwerk tot in de kleinste details is Maurice Coffee and Tea (Andreas De Ridder), prachtige kleianimatie in de stijl van Wallace and Gromit, niets op aan te merken. Ook in Remord (George Lambermont) is de setting dat wat de aandacht trekt (en de aandacht afleidt van de ietwat houterig geanimeerde hoofdpersoon). Het bijzondere is dat de setting maximaal deel uit maakt van het verhaal: het vallen van het medaillon, tot het omhoog klimmen en het opstijgen van de balonnen.
In P.C.D. (Roeland Veraart) wordt het menselijk lichaam voorgesteld als een enorme machine met radartjes om zichzelf in onderhoud te voorzien, maar ook tot zelfdestructie overgaat.
Waar ook de beweging, in dit geval van de characters, het belangrijkst is, is in Echo (Dennis Van den Bergh). Beginnend als mens, bewegen ze steeds meer als dier, tot hun instinct ze zegt het op te geven.
Die verfijning die mogelijk zou kunnen zijn met meer tijd en meer ervaring missen we ook bij Toothpaste (Chaja Hogeweg). Een film over een Japanse omgeving met Westerse cut-out poppetjes spreekt niet geheel tot de verbeelding. Soms is chaos ook het doel, wat hopelijk de achterliggende gedachte is bij In de knoop (Jasper van der Stel). Kleuren en verschillende animatietechnieken contrasteren nogal.
Mooie verhaaltjes met kinderen in de hoofdrol, niet altijd met een happy end, zien we in Terp (Sander Kamermans) over 2 jongetjes op klompen, Billy Got Hungry (Emilie Timmermans), over een jongetje in een duistere snoepzaak, Diorama (Elly Bouman) over een meisje met haar kijkdoos. Ook met maar niet geschikt voor kinderen is Small Deaths (Camiel Hermans) en wat volwassenen er mee moeten is de vraag.
Collage-animaties in dit blok zijn Lijn Zestien (Roderik Bösensell), gebaseerd op found footage-materiaal, zich afspelend in een metro en C’est le ton qui fait la musique (Sandra Verkaart) waarin misinterpretaties van woorden op een mooie non-verbale maar muzikale manier in beeld zijn gebracht.
In blok 2 zitten in totaal zeventien animaties van de volgende opleidingen: AKV St. Joost Breda, KASK Gent, Hogeschool Sint-Lukas Brussel, Willem de Kooning Academie Rotterdam, RITS Erasmushogeschool Brussel, HKU KMT Hilversum en NFTA Amsterdam.
Reacties zijn gesloten.