web analytics

5 Vragen aan … Paul Ruven

Reacties zijn gesloten

In de rubriek ‘5 vragen aan …’ vandaag het woord aan Paul Ruven, wiens film Me & Mr. Jones vanavond in première gaat.

5 Vragen aan … Paul Ruven

Paspoort
Naam:
Paul Ruven
Geboren:
19 augustus 1958, Den Helder.
Films:
bekend van o.a. Sur Place, Filmpje! en Gangsterboys.
Prijzen:
o.a. Gouden Kalf voor beste korte film voor De Tranen van Maria Machita en Zap. Gouden Kalf publieksprijs voor Mafrika.

1.  Film is …
Een avontuur, een bijzondere ervaring meemaken.

2.  Dit is wat de Nederlandse film nodig heeft …
Durf.

3.  Mijn favoriete Nederlandse film is …
Een heleboel: van Nothing Personal tot Soldaat van Oranje, en Simon tot New Kids Turbo.

4.  Tijdens het Nederlands Film Festival ga ik …
Genieten van de open première van mijn film Me & Mr. Jones met een uniek optreden van Within Temptation.

5.  Als filmmaker zou ik graag …
Elk jaar op filmisch avontuur willen gaan, mezelf en het publiek uitdagen, op zoek naar bijzondere filmervaringen.

Ruven over Me & Mr. Jones
‘Op 30 mei 2005 verdween Natalee Holloway op Aruba. Wij woonden toen in Topanga, een vredige canyon bij Los Angeles. De Amerikanen daar waren vriendelijk en geinteresseerd: “Oh, you Dutchies, you want to write a movie, great”.

In de volgende dagen werd de verdwijning van de Amerikaanse tiener steeds groter nieuws op tv, tot ze pas drie maanden later verslagen werd door een echte orkaan, Katrina. In die maanden zaten we aan de buis gekluisterd: Alle zenders kwamen elke dag met  “exclusieve” onthullingen, niet alleen over Joran van der Sloot, maar ook over de gang van zaken van dat  “Nederlandse eiland”. Tot dan toe dachten we dat het op Aruba min of meer zou gaan als in Nederland. Maar in die drie maanden kwamen er zo veel bizarre onthullingen en contradicties, dat het ons begon te fascineren.

Intussen waren de Amerikanen in de canyon niet zo vriendelijk meer tegen ons Dutchies. Verontwaardigd vroegen ze ons waarom “wij” niets tegen Joran deden, en tegen die vermeende corruptie. Wij moesten ons steeds maar verdedigen tegen de Amerikanen: “Nee, dat is niet Holland”. Maar Aruba was natuurlijk wel degelijk ook Holland: De rechterlijke macht bijvoorbeeld, waar zo veel om te doen was.Intussen beukte de tv dagelijks door op “the Dutch island”. Zo erg dat je medelijden begon te krijgen. Was Aruba echt een schurken-eiland? Was Holland daar echt zo corrupt? Hoe zat dat nou precies? Op gegeven moment merkten we dat we er dagelijks over praatten. Toen dachten we: waarom wordt dit niet de film die we gaan schrijven? Niet veel later kochten we tickets naar Aruba …’