Een interview met regisseur Pieter Kuijpers over Doodslag.
In 2003 brak Pieter Kuijpers door met zijn speelfilmdebuut Van God Los, een beklemmende misdaadfilm over de grauwe onderwereld van Venlo. Net zo benauwend is Doodslag, zijn nieuwste film, waarin hij complexe maatschappelijke kwesties aan de kaak stelt. Een interview met de regisseur. “Het is niet zo dat er een paar gekken rondlopen en de rest maar normaal is. Het is veel ingewikkelder dan dat.”
Hoe is het idee ontstaan om deze film te maken?
‘Het was naar aanleiding van een voorstelling van Marcel Lenssen, die ook het scenario geschreven heeft. Hij had een solovoorstelling in het theater, over hufterig gedrag en hoe je daar het beste mee zou kunnen omgaan. Hij kwam er zelf niet goed uit hoe je daar nou het beste op kunt reageren, daar ging die voorstelling over. Theo had die voorstelling gezien en vertelde me dat ik met Marcel moest gaan praten. Zo is het begonnen.’
Heb je uiteindelijk zelf een oplossing voor het probleem gevonden?
‘Nee, ik heb de oplossing zelf ook niet. Het is heel moeilijk: hoe bescherm je beschaving? Kun je dat op een beschaafde manier doen? Het is een dilemma waar je niet goed uit komt.’
In Doodslag is het sowieso al lastig te bepalen wie nou de schuld moet krijgen en wie het slachtoffer is.
‘Ja, iets wordt al snel als hufterig ervaren, maar als je er dieper induikt en gaat kijken wat er aan de hand is, blijkt vaak dat er toch wel een reden is voor de dingen die ze doen. De film speelt met die verschillende gevoelens, maar alles wordt steeds omgedraaid. Elke keer als je denkt dat je weet wat je er van vindt, komt er weer nieuwe informatie waardoor je er weer anders naar gaat kijken. En zo is het in het echte leven natuurlijk ook. Het is niet zo dat er een paar gekken rondlopen en de rest maar normaal is. Het is veel ingewikkelder dan dat.’
Was het je voornaamste doel om dat aan het publiek over te brengen?
‘Er zijn verschillende dingen die ik fijn zou vinden als je ze eruit kunt halen. Het voornaamste is dat het allemaal ingewikkelder is dan het lijkt. Het mooie vind ik dat het hoofdpersonage zich laat leiden en manipuleren door mensen die er allemaal een mening over willen hebben. Mensen die allemaal zo mooi kunnen lullen is één ding, maar de slachtoffers zijn dan de mensen die de daad bij het woord voegen. Mark Rutte heeft gezegd dat we de maatschappij moeten terugveroveren op de hufters. Ten eerste lijkt het daardoor alsof de hufters de maatschappij daarmee in handen hebben, dat is al raar. En ten tweede: hoe zouden we dat dan moeten doen? Als ik het doe, dan werkt het alleen maar tegen me. Ik heb zelf geen oplossing, maar ik vind het wel een mooie vraag om te stellen: hoe moet dat dan?’
Is er überhaupt wel een oplossing?
‘Ik heb het gevoel dat zolang we ons door uitersten laten leiden, en je gaat daarin mee, dat je het probleem alleen maar groter maakt. Zoals altijd ligt de waarheid ergens in het midden. We moeten met zijn allen blijven nadenken en genuanceerd blijven. Je weet niet wat je in oorlogstijd zou doen, maar zorg dan dat er geen oorlog komt.’
De film laat mooi het verhaal van beide kanten zien. Een belangrijke emotionele scène daarbij is voor Najib Amhali, een komiek. Waarom koos je voor hem?
‘Ik wist dat het wel echt goed moest worden, want het is maar één scène. Dus ik ging denken wie dat het beste zou kunnen doe en ik wist dat Najib een hele goede acteur was. Hij durft ook dingen te doen die anderen niet durven, hij kon die scène echt vol spelen. Het zou te gek zijn om hem te nemen, omdat je ook daar dan allerlei verwachtingen omdraait. Als je Najib ziet moet je lachen, vervolgens komt er een hele ontroerende scène, dat werkt dan extra goed.’
Op een ander niveau lijkt ook de rol van cabaretier te zijn omgedraaid. Belichaamt Gijs Scholten van Aschat wat Theo Maassen in het dagelijks leven is?
‘Nee, deze man is veel cynischer dan Theo. Het is eerder een kruising tussen Youp van ‘t Hek en Toon Hermans. Maar het is zeker interessant om te kijken wat de rol van cabaretier in deze maatschappij is, zeker de cabaretiers die veel grappen maken over andere mensen. Dat heeft consequenties, het is niet zo dat je zo maar wat kunt roepen. Prem riep pas op televisie dat als je een inbreker in je huis hebt, je hem maar moet doodslaan. Dat vind ik totaal absurd, dat dat kan. Eigenlijk is dat gewoon oproepen tot moord. Dat vind ik echt kwalijk, dat zo iemand er dan ook niet op wordt aangesproken. Ik vond het dus ook wel interessant om dat aan de kaak te stellen, om te kijken hoe ver je mag gaan en of je wel zo maar alles kunt zeggen.’
Doodslag draait vanaf vandaag in de Nederlandse bioscopen.