web analytics

Interview André van der Hout

Reacties zijn gesloten

“Als je iemand zo rauw en hard iets hoort vertellen wat je van tevoren op papier hebt bedacht, doet je dat wel wat.”

 

Regisseur André van der Hout maakte samen met Linda Lyklema de bij tijd en wijle aangrijpende documentaire Het Jaar 2602,  over de herinneringen van kinderen aan hun tijd in Japanse burgerkampen gedurende en vlak na de Tweede Wereldoorlog. In openhartige gesprekken met betrokkenen komt het verleden in het hoofd van de kijker tot leven. “We wilden de verbeeldingskracht van de kijker prikkelen.”

 

 


Het Jaar 2602
Als begin 1942 Japan Nederlands-Indië bezet, moeten de Nederlanders gehoorzaamheid zweren aan de Japanse keizer. Voortaan geldt de Japanse kalender: het is het jaar 2602. Het jaar waarin het leven voor velen kinderen ingrijpend veranderde. Hoewel er haast ontelbaar veel documentaires zijn gemaakt over de Duitse concentratiekampen, is er over de Jappenkampen slechts weinig bekend. “Het idee voor de documentaire ontstond bij de Stichting Verfilming Japanse Burgerkampen, die dit gegeven onder aandacht wilde brengen bij een breed publiek.”

 

Samen met Linda Lyklema ging Van der Hout vervolgens aan de slag. Eerstgenoemde stortte zich met name op de research en interviews, de tweede concentreerde zich op het concept en de montage. Omdat de gebeurtenissen die in Het Jaar 2602 behandeld worden zich ruim zestig jaar geleden afspeelden, was vooral de pre-productie een enorme klus. “We hadden een hele lijst met namen van mensen die we konden spreken, maar deze waren vaak verbonden aan de Stichting. Het leek ons juist interessant eens mensen te spreken die er niet zo mee naar voren treden. Uiteindelijk hebben we de juiste balans gevonden. Toen eenmaal rond ging dat we een documentaire gingen maken, kregen we via via allemaal tips met mensen die destijds ook in een Jappenkamp hadden gezeten.”

 

Verbeeldingskracht
In de documentaire ligt een grote nadruk op de interviews met de kinderen van weleer. Ondanks dat ze apart werden geïnterviewd en elkaar niet kennen, vullen ze elkaar vaak naadloos aan. “Tijdens de interviews hadden we een soort puntenlijstje, zodat we altijd verbindende elementen tussen de verschillende interviews hadden. Daarnaast lieten we de sprekers heel vrij, waardoor ze openhartig vertellen. Ons belangrijkste uitgangspunt in de montage was dat het verhaal belangrijker is dan de mensen. Hoewel er hierdoor geen band is ontstaan met één persoon, voelt de kijker door de aangrijpende vertellingen toch mee met de mensen.”

 

Opvallend is het gebrek aan ondersteunend archiefmateriaal. Waar in veel documentaires met een soortgelijk onderwerp beelden de verhalen vaak ondersteunen, koos men er hier bewust voor dat niet te doen. “We wilden de verbeeldingskracht van de kijker prikkelen. Als je dan beelden gaat gebruiken, werkt dat averechts. Je laat dan zien wat er verteld wordt, waardoor je de verbeeldingskracht de grond in boort. We hebben het archiefmateriaal op een summiere manier gebruikt. Enkel als inleiding op een volgende akte.”

 

Waarheid
Herinneringen kunnen vervagen en invloeden van buitenaf kunnen waarnemingen kleuren en veranderen. Toch kleeft er aan documentaires nog altijd een etiket dat ze de waar- en werkelijkheid weergeven. Een interessant vraagstuk, te meer wanneer een documentaire een beeld probeert te geven van gebeurtenissen van tig jaren geleden. “Het is natuurlijk zeer de vraag of het de werkelijkheid is. We merkten dat veel sprekers zich herinneringen van bijvoorbeeld hun moeder eigen maakten of spraken vanuit een soort alwetendheid. In de montage hebben we dat eruit proberen te filteren en ons geconcentreerd op de directe ervaring van het kind.”

 

“Iedereen kent de code van herinneringen, hoe ze in elkaar schuiven en gekleurd worden door tijd en omgevingsfactoren. Sommigen spraken over de plannen van Japanners om de kampen geheel uit te moorden, maar dat observeer je als zesjarige niet. Als zesjarige ben je bang voor een lang persoon met leren laarzen, iemand die schreeuwt en boos kijkt. Het ging ons primair om de beleving van het kind. We volgen dan ook niet het journalistieke principe van weerwoord. We laten geen Japanners aan het woord of andere mensen uit het kamp. Dit is dan ook maar één perspectief op de waarheid.”

 

Aangrijpend
In de voorbereiding op de documentaire werden er diverse voorgesprekken gevoerd met mensen die men wilde interviewen, waardoor de makers een beter beeld konden krijgen van de eventuele structuur van de vertelling. Toch werden ze tijdens het draaien soms verrast door verhalen die niet uit de research naar voren kwamen. “Soms vertelden ze dingen die we niet verwachtten, met name over wat het ze uiteindelijk gebracht heeft. Dat waren niet altijd alleen maar slechte gevolgen, er zijn ook mensen sterk en positief uitgekomen. We wilden ook niet te larmoyant worden, maar vooral bij de feiten blijven. Dat werkt uiteindelijk ook sterker.”

 

Naar aanleiding van de research en voorgesprekken ontwikkelde Van der Hout een theoretisch concept voor de documentaire, die de structuur van de vertelling zou bepalen. “We hadden bedacht dat voor de kinderen alles zo zou blijven als het was. De rijkdom en vrijheid die ze voor ze het kamp in gingen genoten, zou voor de kinderen onherroepelijk het uitgangspunt blijven voor de tijd na het kampleven. Het was dan ook aangrijpend toen we één van de sprekers, Nel, hoorden praten over haar ervaringen. Ze ontkent dat haar vader dood is, alles moest blijven zoals het was. Als je iemand zo rauw en hard iets hoort vertellen wat je van tevoren op papier hebt bedacht, doet je dat wel wat.”

 

Het Jaar 2602 is vanaf 7 mei te zien in de bioscoop.

 

Een gedachte over “Interview André van der Hout

  1. Adri Schrover, aangenaam, cameraman van de film het jaar 2602.
    Met stijgende verbazing heb ik het interview met André van der Hout gelezen. Hij was er namelijk niet bij toen Nel ‘zo rauw en hard’ vertelde over de ontkenning van de dood van haar vader (en daarmee zo keurig voldeed aan wat hij op papier bedacht had) Hij is zelfs bij geen enkele opnamedag aanwezig geweest.
    Ook in de researchfase heeft hij niet één van de beoogde hoofdpersonen bezocht. Nagenoeg alle mensen die in de film van hun ervaringen getuigen, zag hij voor het eerst bij de premiere. De afwezige regisseur; een primeur na twintig jaar camerawerk.
    Het concept heb ik na afloop van de opnameperiode pas gelezen; het besloeg anderhalf a4tje, was inderdaad nogal theoretisch en had weinig van doen met oprechte emoties van sprekers zoals Nel.
    Tot slot een citaat uit bovenstaand stuk te vinden onder het kopje WAARHEID: ‘Herinneringen kunnen vervagen en invloeden van buitenaf kunnen waarnemen kleuren en veranderen.’ Zo is het maar net.

Reacties zijn gesloten.