web analytics

Rondom Fortuyn

Reacties zijn gesloten

In  gesprek met drie documentairemakers die een film over Fortuyn wilden maken.

Er hadden al minstens drie documentaires over Pim Fortuyn kunnen zijn. Want tenminste drie documentaires rond de in 2002 vermoorde politicus zijn ooit ergens begonnen, maar nooit afgemaakt. Een wel verschenen documentaire is direct geïnspireerd op een interview met Fortuyn. Een gesprek met de makers over hun filmplannen, ontstaan vanuit kritiek, sympathie of beide.

Interviews met:
Frans Bromet en Julie van Traa (
De dandy, de bestuurder en de moordenaar)
Hans Heijnen (Fortuyn als eerste mediapoliticus)
Barbara den Uyl (
Marokko Swingt)
Meral Uslu (
de campagnefilm)

De Persoon Fortuyn
FRANS BROMET: ‘Ik heb hem vier keer geinterviewd. Voor ‘Zaal over de Vloer’ (AT5, 1997), voor het VPRO programma ‘Wat is nou?…: Politiek Correct’ (1998), ‘Wat is nou…: Nederland is Vol’ (1997) en voor een aflevering van ‘Zeven Dagen’ (VPRO, 2002), die niet is uitgezonden vanwege de moord. Ik vond het interessant om zijn ideeën te horen, maar meer nog hoe hij dat vertelde: in stijl, een fantastische act toch denk ik. Ik las ook wel eens een column van hem. Daar stonden zijn ideeën ook in, maar ik vond niet dat hij een begenadigd schrijver was.’

HANS HEIJNEN: ‘Toen hij in 2001 naar voren werd geschoven door Jan Nagel van Leefbaar Nederland, dacht ik: ’oh, dat is die man’. Ik kende hem al van zijn colums in Elsevier maar ook omdat hij in televisieprogramma’s optrad. Hij was toen al een sterke televisiepersoonlijkheid.’

BROMET: ‘Voor ‘Zaal over de vloer’ (AT5, 1997) filmde ik hem in zijn oude huis, één uit een rijtje villa’s in een achterstandswijk in Rotterdam Zuid. Ik had toen niet kunnen vermoeden dat hij een serieuze gooi naar het presidentschap deed, dat zag je niet aankomen. Ik vond het een vreemde man. Het was een theatrale figuur. Hij had sympathieke ideeen, soms op het randje in de context van die tijd, maar het waren ook eyeopeners. Maar tegelijk had hij iets van een charlatan. Hij was wel professor geweest, maar het is de vraag waar dat op gebaseerd was. Hij mat zijn homosexualiteit breed uit, prive lag op straat. Hij paste totaal niet in het politieke spectrum van die tijd.’

HEIJNEN: ’Hij is de eerste politicus in Nederland die via de media de politiek is ingegaan. Ik weet nog goed dat hij te gast was bij ‘Triviant’ (1992, red.). Hij deed toen mee in allerlei kleine lullige programmatjes. Hij zat bij Pieter Lakeman. Het ging over kunst en ik geloof dat hij bijna niets wist. Hij werd helemaal weggevaagd. Hij stond onwennig voor de camera, echt als een schooljongetje. Pieter Lakeman was de grote man – en hij verschuilde zich achter hem. Het stond in enorm contrast met hoe hij later was. Je kon zien dat hij daar bezig was om zich te ontwikkelen. In 1999 zat hij bij Barend en van Dorp met Adele Bloemendaal. Adele stal de show: ‘Ik flap er maar wat uit!’ riep ze. Waarop Fortuyn zei: “Nee, je hebt jezelf perfect onder controle. Je weet precies wat je doet!. Ik zou dolgraag willen wat jij hier nu doet!.” Hij was daar al ’n beetje de Fortuyn zoals de meeste mensen hem kennen.’

BROMET: ‘Bij het interview in 2002 was hij erg moe van de campagne. Na dat interview vertelde hij aan me dat hij bang was, dat hij bedreigd werd.  idealist en tegelijk bang voor het vreemde, de islam.

HEIJNEN: ‘Ik had sympathie voor hem omdat hij ook zijn kwetsbaarheid durft te tonen, dat kun je wel zien. Als hij werd aangepakt door anderen, dan ging hij niet op de inhoud door maar dan zei hij ‘Ik vindt dat u niet aardig doet’: heel eerlijk, direct en op z’n gevoel af. Dat is natuurlijk ook onderdeel van zijn mediabewustzijn, dat je gewoon weet: als je eerlijk bent, authentiek, dan komt dat altijd het beste over. Hij was dat wel. Het is dat ambivalente aan hem: enerzijds de geslepenheid om te weten wat je moet doen, maar dat anderzijds ook gewoon los kunnen laten omdat je weet dat dat ook goed is.’

BROMET: ‘Hij moest vechten om zijn ideeën geloofwaardig voor het voetlicht te krijgen, maar nu zijn bijna al zijn denkbeelden overgenomen door andere partijen die hem ooit voor gek verklaarden.’

Interlude 1       De Campagnefilm
Het filmvoorstel van Meral Uslu (2002)

Hans Heijnen meent zich uit een gesprek met Cees van Ede (voorm. hoofd Documentaire bij de NPS) te herinneren dat er bij die omroep een voorstel lag voor een documentaire waarin Fortuyn in de campagne voor de nationale verkiezingen wordt gevolgd. Cees van Ede, aan de telefoon: ‘Ja, dat klopt. En het leuke was dat het van een Turkse maker afkwam: Meral Uslu.’ Dan begint hij ineens te twijfelen: was het Wilders of Fortuyn? Cees geeft het telefoonnummer van Maria Mok. Maria Mok sms’t het telefoonnummer van Hans Polak, de man van Meral. Meral Uslu, aan de telefoon vanuit Turkije: ‘Nee niet Wilders -: het was Fortuyn. Niemand bij de NPS wilde het idee. Fortuyn stond al genoeg in de aandacht, was het argument. Ik was de verkiezingscampagne voor ZEMBLA aan het filmen, samen met Mirjam Bartelsmann. We volgden Femke Halsema (Groen Links) en Joop Wijn (CDA). Toegang tot Fortuyn was denk ik wel gelukt. En ja, natuurlijk zou mijn Turkse achtergrond in die film een rol gaan spelen: het zou alleen al confronterend zijn om daar zelf te staan als maker.’

De films rond Fortuyn
JULIE VAN TRAA: ‘Op het IDFA in 2008 werd voor het eerst het interview vertoond dat in 2002 gemaakt is voor Zeven Dagen. Producent Pieter van Huystee zei daarna tegen Frans Bromet dat hij iets moest  doen met dat materiaal: ‘je hebt iets met Fortuyn, je moet weer eens een auteursfilm maken’. Frans heeft samen met van Van Huystee’s vaste researcher Hans Dortmans een filmidee opgezet en vanuit daar ben ik verder gegaan. De filmtitel was The Proof is in the pudding, naar een uitspraak van Fortuyn in het interview.’

HEIJNEN:  ‘Voor een opdrachtfilm van Beeld en Geluid kreeg ik in 2010 de gelegenheid om gebruik te maken van het archief. Ik ben materiaal gaan bekijken. Het meest intrigerende materiaal voor mij, was materiaal van tien, twintig jaar voor de periode waarin hij zich als leider ging manifesteren. Materiaal uit begin jaren ’90.’

BROMET:  ‘Julie en ik hebben toen het idee van een drieluik ontwikkeld. We wilden in de film op zoek gaan naar Fortuyn, Ad Melkert en Volkert van der Graaf. Melkert en Van der Graaf demoniseerden Fortuyn. Wat gebeurt er met hen als de ideen waar ze zo tegen gevochten hebben gemeengoed worden?’

VAN TRAA:  ‘Fortuyn representeert de dandy, de luis in de pels. Melkert het establishment, Volkert van der Graaf het onbewuste, de glijdende schaal. Ze zijn alledrie op een op een moment uitgesloten van de gemeenschap. Tegelijk zijn het drie tegenpolen die het tijdsbeeld markeren. We wilden de zoektochten laten zien. Via Wouter Bos en Aboutaleb zouden we proberen om Ad Melkert te vinden en via vrienden en familie in Zeeland, Wageningen en Harderwijk komen we uit in de gevangenis bij Van der Graaf. Fortuyn wilden we portretteren aan de hand van een criticaster en een sympathisant. De titel werd uiteindelijk De dandy, de bestuurder en de moordenaar.’

HEIJNEN: ‘Ik wilde de wording Fortuyn als mediapoliticus laten zien. Vanuit archiefmateriaal, gecombineerd met interviews met journalisten en mediapersonen die hem interviewden of hebben Barend en van Dorp, Tineke de Nooy, Pauw en Witteman, Felix Meurders zijn: er zijn genoeg mensen die er iets over kunnen zeggen’.

Interlude II          Een film die begon met een zin van Fortuyn
Marokko Swingt, Barbara den Uyl (2005)

‘De islam is achterlijk, ik zeg het maar, het is gewoon een achterlijke cultuur.’ , stond opgetekend in een interview met Fortuyn in de Volkskrant op 9 februari 2002. Barbara den Uyl zegt:’ Ik vond die opmerking ordinair, bewust krenkend, generaliserend, feitelijk onjuist. De islam is een religie, geen cultuur. Bepaalde gebruiken, die voortkomen uit een religieuze traditie kun je toejuichen, of afkeuren. Dat kun je op beschaafde wijze doen, maar Fortuyn wilde gelijk de grondwet veranderen. Dat je niet mag discrimineren vond hij maar onzin. Toen dacht ik: Nou is het genoeg. Het wordt tijd voor een film.’. Het werd de film ‘Marokko Swingt’ (2005).Ik zag om mij heen allerlei leuke, vrolijke moslimmeiden, die zich probeerden te ontworstelen aan de strenge opvoeding. Ik herkende daarin heel veel van mijn eigen worsteling met mijn opvoeding. Ik mocht mijn lange haar niet los dragen, geen make up, geen minirok, geen kauwgom, geen strips, niet naar Veronica luisteren, enz.  Tenslotte zijn mijn moeder en ik allebei feminist geworden. Ik was benieuwd of hun en mijn strijd inderdaad vergelijkbaar waren. Als het over het emancipatieproces gaat, is de afstand tussen Nederlandse en Marokkaanse vrouwen niet zo groot als vaak wordt gedacht. Ik heb gezocht naar iets weerbarstigs en heb gekozen voor een Marokkaanse zangeres, die van huis moest weg lopen om te kunnen zingen, en nu door haar ouders geaccepteerd en wereldberoemd is, Najat Aatabou. Zij geeft een masterclass aan jonge Marokkaans Nederlandse zangeressen, die ook het nodige moeten overwinnen. Maar dat lukt ze heel goed.’ De film kreeg goede reacties van Nederlandse recensenten en Marokkaans-Nederlandse vrouwen, maar er was één kanttekening: ‘Tijdens de vertoningen raakten de vrouwen keer op keer op drift bij het horen van de muziek, en zij verwachten dat die eindeloos zou doorgaan,  maar volgens westers georiënteerde montageprincipes heb ik de muziek vrij snel weggesneden.’

Het einde
BROMET: ‘De dandy, de bestuurder en de moordenaar werd afgewezen in de 2e Teledocs-ronde van het CoBo fonds. We zijn bij elkaar gaan zitten om verder te denken over een meer persoonlijke insteek. Sinds Fortuyn is er een enorme golf van boosheid over Nederland gekomen. Als we dan allemaal zo boos zijn, waar ben ik dan boos over? Ik was boos op hoe de omroep zich ontwikkeld heeft. De plaats van de programmamaker is verdwenen. Het is allemaal fabrieksprocedé geworden met al die formats. De laatste tijd wordt het programmamakers het leven zuur gemaakt door de netmanagers, die geen enkele verantwoording hoeven af te leggen. Het is echt een dictatoriaal stelsel. Diezelfde weerzin voelde ik vanuit wat ik in de kranten las: die managers zijn eigenlijk overal de boel aan het verzieken. Op dat spoor zijn we doorgegaan.’

HEIJNEN:  ‘In 2006 is er een Andere Tijden aflevering over Fortuyn uitgezonden (‘Pim en zijn Volk’, red.). Het zat vol met archiefmateriaal, deels hetzelfde materiaal dat ik gevonden had. Ik dacht: Fortuyn hangt nog veel te veel in de lucht, als ik nu een documentaire maak voelt dat voor de kijker als een herhaling, ook al is mijn boodschap anders. Er is meer afstand nodig, er moet meer in de maatschappij gebeurd zijn. Pas dan wordt mijn boodschap weer specifiek.’

VAN TRAA: ‘Aan de basis van ‘Ieder voor zich’ (werktitel) ligt het gevoel van machteloosheid bij werknemers. Ze hebben het idee dat ze geen invloed uit kunnen oefenen op hun omgeving. Vanuit het oogpunt van efficiency is alles meetbaar gemaakt. Opgedeeld in kleine eenheden, gecontroleerd door de manager. Het is een aanslag op hun creativiteit. De houding die daardoor bij hen ontstaat is: “ik doe mijn werk, voor de rest is ’t ieder voor zich”. Het pamflet Zand in de machine van Chris van der Heijden was voor mij een grote inspiratiebron bij de research.’

BROMET: ‘We hebben een interviewverzoek gedaan bij Roek Lips, netmanager van Nederland 3. Hij weigerde medewerking omdat hij het niet eens was met mijn stellingname. Hij verbood ook de man die alles weet over de werking van kijkcijfers in Hilversum om mee te werken. Natuurlijk zeg ik hier iets over in de film, want het is allereerst een persoonlijke film. Mijn persoonlijke woede, maar ook mijn relatie met mijn dochter Laura staat centraal. Laura is beleidsmedewerker bij de nationale fractie van GroenLinks en  gemeenteraadslid van GroenLinks voor de gemeente Broek en Waterland. Ze vindt dat ik op een Don Quichot-achtige manier tegen de windmolens vecht.’

HEIJNEN: ‘Mijn idee voor de archieffilm rond Fortuyn was indirect geinspireerd tot het thema van de film die ik uiteindelijk ben gaan maken: Getuige 1 Minuut. De fascinatie voor die dingen die in één keer een enorme heisa veroorzaken. In mijn uiteindelijke film reconstrueer ik hoe één camerashot van een jongen die van een balkon valt, een gigantische mediahype veroorzaakt, wat een groot effect heeft op het leven van de betrokkenen.’

VAN TRAA: ‘Laura heeft minder last van die managementcultuur, ze vindt dat Frans overdrijft. Tegen Frans zegt ze:”je kunt wel altijd boos zijn, maar je kunt je ook inzetten voor de gemeenschap”. De film is een interactie van twee mensen over de samenleving.’

BROMET: ‘In al mijn films probeer ik de thematiek niet te versmallen maar te verbreden. Ik maakte de NTR serie ‘Aanpakkers’. Dat gaat alleen over mensen die niet lopen te klagen. Ze zeggen: “dit ga ik doen. Klaar.” Een aantal van die mensen zitten ook in Ieder voor zich. Ik heb ook ooit een opdrachtfilm voor de ABN-AMRO moeten maken over klanttevredenheid. Daar heb ik enorm veel aan gehad voor deze film. Alles beïnvloedt elkaar. Draaien en research gaan bij mij ook hand in hand. De kijker ziet en beleeft dingen tegelijk met de maker, er is niets voorgeproduceerd, ik wil zo min mogelijk weten vooraf. Dat zit in dat idee van een zoektocht. Het verhaal onstaat in de montage, die doet Sylvia, mijn andere dochter, zelfstandig. Of ik nieuwe inzichten heb opgedaan? Mijn boosheid is niet minder geworden door het maken van deze film. Er is niets veranderd in mijn eigen houding. Maar dat is geen verloren tijd, want ik kan het nu overdragen. Er verdwijnt ook echt geen manager om mijn film.’

Fine
Frans Bromet zou De dandy, de bestuurder en de moordenaar nog steeds willen maken. Het zou de eerste keer zijn dat hij een film maakt over het verleden. Of met Ieder voor zich ook de thema’s van De dandy.. afgesloten zijn, daar heeft hij nog niet over nagedacht. Boosheid zou wel een belangrijke rol gespeeld hebben, dat speelde bij Fortuyn ook een belangrijke rol. ‘Maar boosheid bij andere mensen, zou bij andere dingen kunnen liggen. Dat weet ik pas als ik de film gemaakt heb’, zegt Bromet. The proof is ook hier in the Pudding. Hans Heijnen wil over 10 jaar nog wel een film maken over Fortuyn, op voorwaarde dat er niemand er in de tussentijd over praat: ‘Dan vind ik het weer leuk om het erover te hebben’. ‘Over tien jaar?’, zegt Bromet. ‘Dan kun je drie Fortuynfilms gemaakt hebben, dat zal dan drie keer een andere film zijn, de definitieve Fortuynfilm wordt natuurlijk nooit gemaakt.’ Hans Heijnen: ‘Maar dat is natuurlijk persoonlijk.’

VERWACHT
– Ieder voor zich (werktitel), winter 2011, Frans Bromet, Julie van Traa, Niels Post, Sylvia Bromet. Producent: PvH Film & TV
– Getuige 1 Minuut, Televisie-uitzending zondag 12 juni, Ned.2 (NTR), 23.30 uur, Hans Heijnen, Adri Schrover, Bert van den Dungen, Roy Bemelmans, Ozan Olçay. Producent: Hans Heijnen Filmmaker

TE ZIEN
Marokko Swingt Van der Hoop Filmproducties, 2005, Barbara den Uyl, Leen van der Berg, Peter Brugman, Bert Oosterveld, Jac Vleeshouwers, Jan Ketelaars

Afbeeldingen uit: 06/05, interview Theo van Gogh met Pim Fortuyn.