web analytics

Edward Stelder: ‘Deze film moet het écht van haar eigen kracht hebben’

Reacties zijn gesloten

Edward Stelder (Venlo, 1967) groeide op in katholiek Limburg, ging naar de Amsterdamse Toneelschool en is inmiddels bekend als acteur, scenarist en sinds kort ook producent. Samen met Pieter Kuijpers maakte hij de ontroerende en voor velen herkenbare film Hemel op Aarde. Wij spraken met Edward over de film en het proces ernaartoe.

edwardstelder

Het idee
“Het idee voor de film ontstond tijdens carnaval in 2005, toen ik samen met Pieter (Kuijpers, red.) in de kinderoptocht liep. Pieter vertelde me dat hij een workshop had gevolgd van de schrijver van Amarcord, Tonino Guerra. Guerra vertelde dat hij en Fellini voor die film al hun jeugdherinneringen op een berg hadden gegooid en daar een verhaal uit hadden geconstrueerd.”

“Vervolgens zijn Pieter en ik ook zo gaan nadenken. Over onze jeugd in het katholieke Limburg, over onze eerste liefde, die niet strookte met wat we van thuis en vanuit de kerk meekregen. ‘God is Liefde’, werd ons gezegd, maar als je dan de liefde bedreef, mocht het weer niet. Voor de film hebben we allerlei personen en gebeurtenissen uit onze jeugd verwerkt in een plot en personages. Echt autobiografisch is de film in die zin niet; alles en iedereen wat je ziet gebeurde wel om ons heen, maar we hebben het in een grote pot gegooid en zijn gaan roeren.”

De film
“De film gaat over de 12-jarige Bart, die denkt dat hij een bijzondere band heeft met God. Ze hebben de afspraak gemaakt dat hij ‘de hemel op aarde’ gaat creëren. Maar dan wordt hij voor de eerste keer verliefd en moet hij kiezen. Kiezen tussen God of het meisje. Tussen het oude leven, zoals hij dat van thuis uit steeds meekreeg, en het nieuwe leven. Hij ontgroeit de zeepbel waarin hij leefde.”

“Zelf voelde ik dat vroeger zo ook wel een beetje. Dat uitte zich vooral door het heel lang staren naar de filmladder in de Volkskrant. Ik dacht: ‘Als ik straks in de grote stad woon, kan ik al die films gaan zien.’ Ik merk dat veel mensen nog een sterke drang hebben naar het verleden, ik heb dat minder. Al blijft Venlo, waar ik geboren ben, wel iets speciaals. Ik vier er nog elk jaar trouw carnaval en vond het fantastisch daar de première van Hemel op Aarde mee te maken.”

hemelopaarde

Inspiratie
“Het is nu bijna ondenkbaar, maar katholicisme was in onze tijd iets heel normaals. Iedereen ging naar de kerk, je deed je communie, het vormsel en op je zevende werd je braaf misdienaar. Het had ook wel iets: het was een mooie show, met mooie kleren en mooie muziek. Dat was de aantrekkingskracht. Het heeft iets mythisch en groots. Daarnaast ben je constant omringt door metaforen, zoals de stervende Jezus aan het kruis, het (heilige) brood, de mijnen en Maria. Niks was wat het leek. Dat is een hele rijke beeldtaal waarin je opgroeit, die in het creatieve vak waarin ik me nu bevind veel voordelen heeft. Je kunt snel veel dingen duiden en doorgronden. Die baggage vind ik op zich wel prettig en daar put ik graag uit.”

Lang traject
“De ontwikkeling en financiering van de film is een lang traject geweest. Vanaf het idee in 2005 tot en met de première eind 2013 zitten ruim acht, bijna negen jaar. Dat heeft meerdere oorzaken. Allereerst natuurlijk met de uitwerking van het script. Het schrijven van een producible script heeft zo’n twee jaar geduurd. De bijdrage van het Filmfonds kwam vervolgens rond in – ik meen – 2009. Daarna zijn we een pad ingeslagen waarin we nog aanvullende financiering uit het buitenland nodig hadden, dit heeft lang geduurd.”

“In november 2011 knepen we hem vervolgens een beetje: het leek niet te gaan lukken. Een maand later stapte Eurimages echter in, waarna het Nederlands Film Fonds ons nog eens extra geholpen heeft. In januari 2012 was de financiering helemaal rond en konden we daadwerkelijk aan de slag. In de (na)zomer van 2012 zijn we begonnen met draaien, die tot november 2012 hebben geduurd.”

hemelopaardemedium

Regionale aanpak
“Hoewel het heel duidelijk was waar het verhaal zich af speelde, hebben we pas in een heel laat stadium besloten de personages ook Limburgs te laten praten. Dat is een heel heftige beslissing, zowel positief als negatief. Ik ben ervan overtuigd dat hoe specifieker en dus authentieker een film is, hoe universeler een verhaal voelt en hoe sneller je er een band mee kunt krijgen. Dat we toch voor dialect gingen was in die zin dus goed. Als het niet uitmaakt waar een verhaal zich afspeelt, staat het toch verder van je af. Aan de andere kant ben je er natuurlijk ook wel een beetje huiverig voor. Het kan mensen ook afschrikken. Nederlandse films hebben sowieso al geen erg goed imago, en als ze dan ook nog eens ondertitels moeten lezen, kan dat het nog eens extra lastig maken.”

“De film is nu uitgebracht in dertig kopieën, dat is weinig als je het vergelijkt met andere (Nederlandse) films. Gemiddeld zitten de ‘grotere’ films op een kopie of tachtig, negentig. Soms zelfs nog meer. Daarbij draaien we in sommige bioscopen op erg ongunstige tijden, bijvoorbeeld de ochtend of vroege middag. Ik snap dat wel, maar ook dat maakt het nog eens extra lastig mensen naar je film te krijgen. De mond-tot-mond reclame is echter erg goed (met een schermgemiddelde van €2000 doet de film het uitstekend, red.). Als de film de tijd krijgt, zie ik er nog een mooie toekomst voor weggelegd.”

“De film komt echt uit ons hart. We willen de tijd waarin we opgroeiden laten herleven en dat gevoel bij de kijker terugbrengen. Het is geen boek, geen merk of waargebeurd verhaal. Het valt niet terug op iets dat zich al bewezen heeft óf in het collectieve geheugen gegrit staat, zoals bij veel Nederlandse films wel het geval is. Het is een authentiek verhaal. Dat het echt van zijn eigen kracht moet hebben.”

Limburg
“Het filmen in Limburg was een mooie ervaring. Ik ben zelf maar enkele malen op de set geweest, maar wat ik toen heb meegemaakt en de verhalen die ik van de overige cast- en crewleden heb gehoord zijn bijzonder. Het was één groot feest. Iedereen wilde graag een handje helpen en mensen kwamen spontaan langs met zelfgemaakte vlaaien. Dat is natuurlijk heel anders dan de reacties die je krijgt wanneer je in de Randstad filmt.”

“Op economisch niveau is een project als dit natuurlijk ook goed voor de regio. We zijn met een heel circus Limburg ingetrokken en hebben daar veel geld uitgegeven, dat weer naar de plaatselijke ondernemer en burger vloeide. Ook creëer je door het neerstrijken met een filmset in een regio gewoon werk, zowel op de korte als de lange termijn. Het zou mooi zijn als er in Nederland regionale fondsen komen, die projecten als deze deels zouden ondersteunen. Dit zou de regio en haar creatieve industrie alleen maar een enorme boost geven.”

In samenwerking met onze partner Cinesud.

CINESUD_logo_rood_WTK